De Orsini broers 04(46)
Ja, ze zag haar baby al voor zich: een jongetje dat precies op Nicolo leek, met donkere haren en prachtige ogen.
‘Wat wil je doen zodra ze geboren is?’ vroeg Nicolo.
‘Hij,’ zei ze zonder erbij na te denken.
Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. ‘Goed, wat wil je met hem doen, prinses?’
Nog voordat hij de vraag opnieuw had gesteld, wist ze dat ze het antwoord al die tijd al had geweten. ‘Ik wil de baby houden.’
‘Mooi,’ zei Nicolo, waarna hij haar omhelsde. ‘Dat hoopte ik al.’
O, nu begreep ze waarom hij die vragen had gesteld. Hij wilde haar vast een maandelijkse toelage geven voor haar kind, maar dat zou ze weigeren. Het zou het beste zijn als ze helemaal geen contact meer hadden. Als ze maar hard genoeg werkte, zou ze genoeg verdienen om haar kind alles te geven wat hij nodig had –
‘Daar ben ik blij om, omdat ik dat ook wil,’ onderbrak hij haar gedachten. Toen liet hij haar los en keek haar ernstig aan. ‘Alessia, wil je met me trouwen?’
Toen haar mond openviel van verbazing, begon Nick bijna te lachen. Hij wilde haar echter liever kussen, besefte hij. Langzaam boog hij zich voorover tot hun gezichten vlak bij elkaar waren. ‘Trouw met me, prinses,’ fluisterde hij, ‘dan voeden we ons kindje samen op.’
Verbijsterd keek ze hem aan. ‘Trouwen? Nee. Het is heel lief van je, Nicolo, maar –’
‘Zou je het echt zo erg vinden om Mrs. Nicolo Orsini te worden?’
Erg? Uit alle macht probeerde Alessia de woorden te in te slikken die ze het liefst van de daken zou schreeuwen: ze hield van hem, ze aanbad hem. Als ze haar hele leven met hem zou kunnen delen, zou de droom uitkomen die ze eigenlijk al had opgegeven.
‘Prinses?’
Hij zat op een antwoord te wachten. Wat wilde ze graag ‘ja’ zeggen, maar kon ze met een man trouwen die niet van haar hield, hoe edelmoedig zijn beweegredenen ook waren?
‘Waar denk je aan?’ vroeg hij.
‘Ik denk…’ Toen zweeg ze weer, en ze moest eerst haar lippen bevochtigen voor ze verder kon praten. ‘Hoe zit het met liefde?’
Niet in staat zich te bedwingen, drukte Nick talloze vlinderkusjes op haar lippen. Toen hij opkeek, had ze een wazige blik in haar ogen en waren haar lippen rood en gezwollen. ‘Wat is daarmee?’ vroeg hij knorrig.
Dat was een goede vraag, dacht ze, maar toen begon hij haar blouse los te knopen en dacht ze alleen nog maar aan hem.
Hoofdstuk 13
Het zou het snelst gaan als ze alleen voor de burgerlijke stand zouden trouwen, legde Alessia de volgende ochtend uit terwijl ze ineengestrengeld in bed lagen, maar dan nog zouden ze twee weken moeten wachten.
‘Morgen,’ zei Nick vastbesloten.
Lachend keek ze hem aan. ‘Dat kan niet.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat dit Italia is. We moeten ons aan de wet houden. Hebben jullie in Amerika geen wetten?’
‘We zijn niet in Amerika,’ zei hij, voordat hij een vederlichte kus op haar lippen drukte. ‘Ik ben een ongeduldige man.’
‘Nou, Signore impaziente, er valt weinig aan te doen. Voor jou is het eenvoudig omdat je uit het buitenland komt, maar Italiaanse staatsburgers moeten twee weken voor de huwelijksvoltrekking in ondertrouw gaan.’
Loom rolde hij om, zodat hij boven op haar kwam te liggen. ‘Dat zullen we nog wel eens zien.’
‘Nicolo, regels zijn regels.’
Als ze zoiets zei, deed ze hem denken aan een juf die een recalcitrante leerling terechtwees. Hij hield van haar belerende toontje en de enigszins wanhopige uitdrukking op haar gezicht. Hij hield van… O, hij hield van…
‘Waar denk je nu aan?’ vroeg ze zachtjes.
‘Ik zal het je laten zien,’ antwoordde hij hees, waarna hij op een heerlijke manier een eind maakte aan hun discussie: met zoenen en kussen, met zijn mond op haar borsten, met zijn harde lichaam tegen en in het hare.
Later op de ochtend pleegde hij een paar telefoontjes. Halverwege de middag stond er een koerier voor de deur met een bruine envelop. Nadat Nick de inhoud had bekeken, begon hij te grijnzen.
‘Wat is er?’ vroeg Alessia nieuwsgierig.
‘Het is tijd om een trouwjurk te gaan kopen, prinses.’
De adem stokte haar in de keel. ‘Wil je zeggen dat dat –’ ze knikte naar de papieren in zijn handen, ‘– over de ondertrouw gaat?’
‘Welke ondertrouw?’ vroeg Nicolo quasionschuldig, voordat hij haar kuste.
Even later waren ze op weg naar Florence. Hij had een boetiekje in het centrum van de stad gezien, en daar nam hij haar mee naar toe. ‘We willen een jurk,’ zei hij tegen de verkoopster, waarna hij Alessia wat dichter tegen zich aan drukte. ‘We gaan morgen namelijk trouwen.’ Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht, en Alessia begon te blozen.