De Hoeders Van Het Verbond(40)
'Die van het Lyse-klooster is niet eens de belangrijkste. Dan zouden we Olav de Heilige hebben gevonden en niet bisschop Rudolf. Niemand zou sira Magnus vermoorden en mij overvallen om een runensteen en een bisschopsgraf. Er is meer, iets anders, ergens ... '
'Meer? Hoezo meer? En wat bedoel je met "ergens"? Waar heb je het over?'
'Ik weet waar! Maar ik weet niet precies wat.'
'En wat bedoel je daarmee?'
'Ik geloof dat ik weer op een raadsel ben gestuit.'
'Nog een? Bjørn, hebben we niet genoeg raadsels om ons mee bezig te houden?'
'De runensteen verwijst naar een plaats die niets met het pentagram heeft te maken.'
'Heb je hulp 'Øyvind, wat zou je ervan vinden om nog een expeditie met mij te ondernemen?'
5
Plichtmatig bel ik Ragnhild en vertel dat ik een paar dagen wegga.
'Maar Bjørn ... '
'Ik heb mijn alarm bij me!'
'Je hebt gezien hoe het de vorige keer ging.'
'Ik heb de grafkamer gevonden!'
'Je bent geschorst.'
Haar toon doet me aan mama denken.
De staafkerken
1
Op een heuvel met uitzicht over de Lusterfjord, een zijtak van de Sognefjord, rijst de staafkerk van Urnes op. Majestueuze bergen doemen op langs de uitgestrekte vestlandsfjord. De toren en het dak werpen scherpe schaduwen op het kerkhof. Het water van de fjord is glad en koud. Ergens blaft een hond.
Net als de meeste staafkerken heeft de kerk van Urnes meerdere daken onder de toren die naar het hemelrijk wijst. Het hout is bruin van de teer en grof. De decoraties, die stammen van de restanten van twee oudere kerken die hier eerder hebben gestaan, tonen de laatste stuiptrekkingen van de Vikingtijd. Het houtsnijwerk slingert zich in brede en smalle lussen, bochten en cirkels.
'Bjørn!'
In de vallende duisternis vermengen de geuren van het oude houtwerk zich met de sterke geur van verbrande teer. In Øyvinds fluisterende stem is onderdrukte spanning te horen. Ik snel naar hem toe. Hij bestudeert het houtsnijwerk op een balk - een paal of een zuil - en wijst op een bekend patroon in het houtwerk. Tussen de fijne lijnen in het hout herken ik de drie symbolen ankh, tyr en kruis.
We wenken Vibeke Wiik van de Vereniging voor Cultuurschatten. We hebben niets gezegd over waar we naar zoeken - eerlijk gezegd weten we dat zelf ook niet - maar het idee dat Urnes op de een of andere manier iets te maken kan hebben met de vondst van de grafkamer bij het Lyse-klooster, maakt Vibeke en de Vereniging voor Cultuurschatten verrassend bereidwillig. Ze heeft ons binnengelaten, rondgeleid en ons verder onze eigen dingen laten doen, terwijl zij wat bij het altaar rommelde. Urenlang hebben Øyvind en ik de inscripties, het houtsnijwerk en de decoraties bestudeerd.
'O, die', zegt ze bijna opgelaten als we haar vragen naar de symbolen. 'Onze conservators geloven dat de houtbewerker de symbolen aan de decoraties heeft toegevoegd om kracht te halen uit de verschillende godsdiensten. Ze waren niet allemaal overtuigd christen. Deze grappige symboolcombinatie komt eigenlijk in meerdere houtornamenten uit de periode van de twaalfde tot de zestiende eeuw voor.'
Øyvind en ik gaan ijverig aan het werk met het onderzoeken van het houtsnijwerk rond de symbolen. In Noorse staafkerken vind je veel runeninscripties. De symbolen geven aan dat de houtbewerker een spoor heeft achtergelaten. Een spoor dat gevonden moest worden. Niet door zomaar iemand, maar door degene die op de hoogte was van de geheime kennis.
Verborgen tussen talloze dierenfiguren, mythologische symbolen en runentekens vinden we woorden als 'heilige Olav', 'koningsschrijn' en een inscriptie die, vertaald, luidt: 'we bewaken de Heilige'. Meerdere malen komen we het getal vijftig tegen, in moderne cijfers geschreven of met het Romeinse cijfer L. We lezen de inscriptie 'Hulde aan de wijze blamann', waarin verwezen wordt naar een Egyptenaar of Noord-Afrikaan, en een verwijzing naar 'De garde van de paus' en 'De heilige cultus van Amon-Ra's waardige Hoeders'. Ik weet niet wat ik moet geloven. Ik heb nog nooit gehoord van de pauselijke garde of heilige Egyptische cultussen in Noorwegen. Hoe dan ook, de Egyptische verwijzingen komen overeen met de verwijzingen naar Egypte in de Snorri-codex.
'Jongens?' Vibekes stem komt uit een hoek van de kerk. 'Ik vroeg me ineens af, jullie zijn toch niet op zoek naar deze crypte?'
Ze heeft een luik in de vloer geopend en het met een haak aan de muur vastgemaakt. Uit het onderaardse stijgt een stank op van schimmel, aarde en grondwater. Ik doe mijn zaklantaarn aan en schijn in de donkere, stenen ruimte onder de kerkvloer.
Ik kijk haar vragend aan. 'Een crypte? Bevinden dergelijke graven zich niet altijd in het koor, voor het altaar of aan de oostkant van het schip?'
'Dit graf is eigenlijk pas tevoorschijn gekomen tijdens de grote verbouwing in de zeventiende eeuw', legt Vibeke uit. 'Toen hebben ze grote delen van de vloer moeten openbreken, omdat de balken aan het verrotten waren. De crypte was op zo'n ingewikkelde manier verborgen dat ze de hele vloer moesten wegbreken om erbij te kunnen. De vloer was oorspronkelijk niet op de gebruikelijke manier gelegd. Toen de kerk werd gebouwd had iemand een vernuftige constructie uitgedacht met houten balken en tandwielen die een gigantisch slot konden openen door een balk helemaal bij het altaar naar een andere positie te schuiven. Helaas is dat allemaal op de brandstapel verdwenen. Het weinige wat we weten over het sluitmechanisme is gebaseerd op twee handschriften die hier in het dorp worden bewaard.'