De Hoeders Van Het Verbond
IJSLAND
Het jaar 2007
1
Sira Magnus, de IJslandse priester, is dood. Hij drijft in het water met zijn gezicht naar beneden, alsof hij diep adem heeft gehaald om iets op de bodem van het buitenbad te bekijken. Het schouderlange haar vormt een grijze stralenkrans in het water. De krijtwitte handen drijven op het rimpelige water.
'Magnus?'
Mijn stem klinkt dun en angstig.
Zijn kleding drijft rond hem als algen op het wateroppervlak. Op de bodem glinsteren de munten die de toeristen in het water hebben gegooid.
Ik roep nogmaals zijn naam. Ergens krast een raaf.
Ik kan me niet bewegen. Misschien probeer ik slechts het onvermijdelijke uit te stellen: hem uit het warme bronwater te moeten trekken en zijn levenloze blik te zien.
Hij is niet per ongeluk in het water gevallen. Het buitenbad is niet diep. Hij had makkelijk overeind kunnen komen.
Iemand heeft hem gedood. Iemand heeft sira Magnus laten verdrinken.
Ik ga op mijn hurken zitten, grijp hem bij zijn enkels en trek hem uit het water, dat zwak naar zwavel ruikt. Hij is zwaar. Zijn kleding is doorweekt. Als ik hem op zijn zij draai, loopt er water uit zijn mond. Ik voel zijn pols die allang is verstomd. Zijn gezicht is rood en opgezwollen. Hij is zijn bril kwijt. Zijn ogen zijn wijd opengesperd. En leeg.
'O, Magnus,' fluister ik, 'wat hebben ze met je gedaan?' Of misschien zeg ik het wel in mezelf. Ik neem zijn hand in de mijne. Ik beef. Er druipt water uit zijn baard. De kleren plakken op zijn mollige lichaam.
De grond rond het cirkelvormige buitenbad is geplaveid met platte stenen. Tussen de voegen groeien een paar weerbarstige planten. Een windvlaag trekt over de heidevlakte.
Ik laat zijn hand los en bel het alarmnummer.
2
Terwijl ik op de politie wacht, ren ik naar de pastorie om te kijken of ze het manuscript hebben gestolen.
De deur staat open. Ik ren door de gang en de woonkamer naar de werkkamer. Daar zaten we gisteravond het kwetsbare perkament te bestuderen. De Snorri-codex. Een merkwaardige verzameling van codes, teksten, kaarten en occulte symbolen. Het was al bijna twee uur 's nachts toen we ophielden. Ik zie weer voor me hoe omzichtig hij het manuscript inpakte en het in een la van zijn secretaire legde die hij op slot draaide. De sleutel hing aan een bos met een ketting die aan zijn broekriem zat.
Nu hangen sleutelbos en ketting aan de geopende la.
De Snorri-codex is verdwenen.
Iemand heeft de antieke tekstverzameling gestolen.
Ik zie het voor me. Ze hebben zijn hoofd onder water gehouden. Ze hebben hem bedreigd. Ten slotte heeft hij het opgegeven. Onder protest heeft hij gezegd waar het manuscript was. Uiteraard. Ik zou hetzelfde hebben gedaan. Een paar dieven zijn naar het huis gerend. Toen ze de codex in de la van de secretaire hadden gevonden, hebben de schurken, terwijl hij heftig tegenstribbelde, zijn hoofd onder water geduwd tot hij niet meer ademde en stil en slap werd. Daarna hebben ze hem als een watergeest achtergelaten.
In het buitenbad van Snorri Sturluson.
3
De sirenes scheuren de stilte open.
Een groep raven slaat de vleugels uit en verdwijnt klagend achter de bergrug. Lögregla en sjúkrabílinn - de politie en de ambulance - komen zo hard aangereden dat ik me afvraag of ze misschien vanaf Borgarnes een wedstrijdje hebben gehouden en eigenlijk geen zin hebben om te stoppen nu ze de vaart erin hebben. Ze begrijpen kennelijk niet dat het al vele uren geleden is dat grote spoed was geboden.
Ik gebaar naar de politieauto en de ambulance dat ze de korte route naar het buitenbad moeten nemen. De zwaailichten fonkelen en glinsteren. De sirenes stoppen een voor een met een kort jammerend geluid. Door de voorruiten zie ik vaag de gezichten: sceptisch, verwachtingsvol en vol ongeloof.
Sira Magnus?
Dood?
In het buitenbad van Snorri? Vermóórd?
Ze kunnen het nauwelijks geloven. Reykholt is een vredige plek. De vorige moord op Reykholt vond 766 jaar geleden plaats. In 1241 werd Snorri Sturluson er op een septembernacht vermoord door de mannen van Gissur Torvaldsson in opdracht van koning Hakon Hakonsson van Noorwegen.
Voorlopig ben ik de enige die weet dat er tussen beide gebeurtenissen een verband bestaat.
De opmaat
1
'Ik heb iets fantastisch gevonden, Bjørn!'
Sira Magnus was priester. Hij behoedde de mensen voor de verdoemenis. Zelf ben ik archeoloog, ik behoed het verleden voor de vergetelheid.
Ga een paar dagen mee terug in de tijd, twee dagen maar. Ik zal het verhaal even terugspoelen, fast rewind, naar zaterdagochtend:
Sira Magnus stond lachend en verwachtingsvol in de zon op me te wachten toen ik de parkeerplaats van Reykholt, Snorri's oude rijk in IJsland, opdraaide. Als ik mijn ogen dichtdoe, zie ik hem in de weerkaatsing van de voorruit voor me: opgewonden en springlevend.
Ik parkeerde de auto. Sira Magnus opende het portier voor me. We omhelsden elkaar onhandig, zoals mannen dat doen, een beetje bang om de genegenheid die we voor elkaar voelen te tonen.