De Hoeders Van Het Verbond(3)
'Wat heb je gedaan?'
'Luister! In de omslag zat een nóg oudere tekst.'
'Je hebt de omslag opengesneden?'
'De verzameling perkamenten in de omslag was als een boek in elkaar genaaid. Een codex,'
'Als je iets antiquarisch opensnijdt, maak je je schuldig aan vandalisme. Dat weet je best.'
'Ik heb iets heel ergs gedaan, Bjørn.'
'Absoluut! Je had het aan een conservator moeten overlaten om de leren omslag te openen.'
'Nee, dat is nog niet alles.'
'Nog niet alles? Dat je de omslag hebt opengesneden, is al erg genoeg.'
'Iets met de tekst.' Zijn blik werd afwezig en dromerig. 'Er was iets met de woordvolgorde, iets met het handschrift, iets met al die geometrische figuren 'Wat heb je gedaan?'
'Je weet dat ik een rechtschapen en eerlijke priester ben!'
'Magnus, wat heb je gedaan?'
Hij keek me schuldbewust aan. 'Ik heb de verzameling perkamenten onder mijn jas mee naar huis genomen.' Zijn blik verplaatste zich naar de grond. 'Ik heb ze gestolen, Bjørn.'
2
Later die avond, terwijl een gure wind over de bergen blies, liet sira Magnus mij de codex zien. We zaten aan de verweerde houten tafel in een van de kamers van de pastorie op een steenworp afstand van het Snorri-huis.
Zijn gezicht vertrok even.
'Wat is er met je? Heb je pijn?' vroeg ik.
Terneergeslagen schudde hij zijn hoofd.
'Schaam je je omdat je de perkamenten hebt gestolen?'
'Er is nog iets. Ik ... Nee. Nu niet. Misschien een andere keer.'
Uit een afgesloten la van de secretaire haalde hij een in vloeipapier en krantenpapier verpakte doos. Hij vouwde de verschillende lagen papier open en gaf me het manuscript. De verzameling was verrassend goed bewaard gebleven. Ik ging met mijn vinger over het geelbruine leer. 'Wat is dit?' Ik vond het logisch dat ik fluisterde. Omzichtig opende ik de codex. De eerste vijf pagina's waren in runen geschreven. Toen bladerde ik door naar een gedeelte met bleker leer en Latijnse letters. Er waren drie tekens in het leer gekrast: een Egyptische ankh. Het runenteken tyr. En een christelijk kruis.
Op de volgende bladzijde waren twee kaarten van Zuid- en West-Noorwegen getekend.
En een pentagram.
'Heilige geometrie', zei sira Magnus.
Dat ontbrak er nog maar aan.
'Om heel eerlijk te zijn', zei ik geduldig, 'heb ik nooit begrepen of heilige geometrie wetenschap of mythologie is.'
'Of iets ertussenin.'
'Jij bent de priester.'
Aan de universiteit hadden we ooit een gastspreker die erin slaagde om zelfs sceptici als ik ervan te overtuigen dat onze voorvaderen waren beïnvloed door Griekse en Egyptische ideeën over wiskunde, astronomie, geografie en geodesie, de wetenschap die ten grondslag ligt aan de cartografie. Met behulp van satellietbeelden en kaarten toonde hij aan hoe middeleeuwse heiligdommen en grensstenen volgens een geometrisch, geografisch en mathematisch patroon waren opgericht.
Maar toch ...
Sira Magnus bladerde terug naar de bladzijden met Latijnse letters en wees naar het handschrift.
'Kijk! Dit handschrift is in Karolingische minuskel. De voorloper van onze huidige drukletter. Een mijlpaal in de kalligrafie.'
Ik keek hem aan met een blik waarvan ik weet dat die irritant kan zijn, omdat die ook nog eens wordt vergroot door mijn dikke brillenglazen. Sira Magnus zette zijn wijsvinger op twee piepkleine tekens onder aan de bladzijde en gaf me een loep.
'Zie jij die twee s'en?'
'Ja.'
'Begrijp je het nu?' Ik begreep helemaal niets.
'S.S.? In combinatie met de Karolingische minuskel? Bjørn, begrijp je het niet? S.S. is Snorri Sturluson! Deze Latijnse letters zijn door Snorri geschreven!'
Verbluft staarde ik naar de tekst. Buiten floot de wind met een klagend geluid rond het huis.
'De tekst is door Snorri zelf geschreven', ging sira Magnus verder.
'Weet je dat zeker?'
'Is het niet ongelooflijk, Bjørn?'
Als sira Magnus gelijk had, was deze codex een historische sensatie. Een stukje wereldgeschiedenis. Snorri schreef zelden iets zelf. Hij dicteerde. Omringd door een hele groep schrijvers droeg Snorri zijn opus over de Vikingkoningen en godenmythes voor. Onderzoekers waren het nog steeds met elkaar oneens of een aantekening in de kantlijn in een IJslandse maldagi, een schriftelijke overeenkomst, door Snorri zelf geschreven was of door een van zijn schrijvers.
'Dat Snorri deze tekst zelfheeft geschreven en niet aan een van zijn trouwe schrijvers heeft overgelaten, kan erop duiden dat de inhoud uitzonderlijk gevoelig lag', zei sira Magnus.
'Maar waarom stopt Snorri zijn eigen geschriften in een nog ouder, in runen geschreven manuscript?'
'Als ik dat eens wist Voorzichtig bladerde ik heen en weer.
'Waar gaat de tekst over?'
'Aanwijzingen. Regels. Profetieën ...'
Hij sloeg een bladzijde om en vond een Oudijslandse tekst:
De opperpriester Asim zei dat de tijd zal komen dat de Hoeders de Heilige zullen terugbrengen naar zijn laatste rustplaats onder de heilige zon, in de heilige lucht, in de heilige rots: er zal duizend jaar verstrijken en de helft daarvan zal gehuld zijn in een mist van verderf en corruptie, en van de grote schare Hoeders zullen er slechts drie over zijn, en die drie zullen loyaal en rein van hart zijn, en hun getal is drie.