Dazzle(62)
Tegen het eind van de middag had Jazz besloten dat ze alleen mensen wilde fotograferen. Dat gevoel een speciaal ogenblik in de tijd te hebben veroverd, dat nieuwe opwindende gevoel dat ze had ervaren toen ze haar moeder als eerste fotografeerde, had ze niet als ze niet-levende voorwerpen nam, en ze kon tegen dieren niet zeggen wat ze moesten doen.
En Jazz fotografeerde mensen, de hele rest van die zomer. Ze sleepte Susie erbij, de vaquero's, de boeren die land van de ranch pachtten, hun kinderen, de postbode, de melkboer, en elke koopman die toevallig opdook. Niemand ontkwam aan haar. De vriendelijke en haar bekende inwoners van San Juan en hun kinderen, haar schoolkameraadjes - iedereen werd overgehaald te poseren als zij met haar pony het stadje kwam binnenrijden, met haar camera om haar hals gehangen.
Door haar fouten leerde ze en ze ging langzaam sneller en nauwkeuriger te werk; ze begon ook meer begrip van licht te krijgen. Compositie en het gevoel wanneer het het juiste ogenblik was om af te drukken - die dingen leken haar aangeboren .Haar allereerste foto van haar lezende moeder was zó'n succes, dat hij goed genoeg werd bevonden om te worden vergroot en een ereplaats te krijgen op haar vaders nachtkastje.
Sylvie zocht alle zaken in kantoorbenodigdheden in San Juan Capistrano en Laguna Beach en San Clemente af totdat ze eindelijk een opbergmap vond die er bijna net zo uitzag als die van Mike's grootvader. Daarin kon Jazz nu haar foto's en negatieven bewaren, in grote enveloppen die ze van een etiket voorzag en zorgvuldig dateerde. Haar vader liet nóg een sleutel van de deur van de archiefkamer maken en gaf haar die met een heel plechtig gezicht. Jazz hing hem aan een touwtje om haar hals totdat Sylvie haar overhaalde hem in een speciaal doosje in haar ladenkast op te bergen.
'Ik vraag me af of dit alleen maar een fase is,' zei Mike op een gegeven ogenblik tegen Sylvie.
'Ik begon al voor mijn achtste met acteren,' antwoordde Sylvie. 'Je kunt natuurlijk niet afgaan op de ervaringen van één mens, maar ik wist vanaf dat eerste ogenblik wat ik later wilde gaan doen. Ik heb er nooit aan getwijfeld.'
'Toen ik zeven was, heb ik op de Fiesta een prijs gewonnen met lassowerpen,' merkte Mike peinzend op. 'Ik versloeg alle vaquero's en zelfs mijn eigen vader.'
'Toe nou, cowboy,' giechelde ze, 'dat bestaat niet.'
'Heus. Het gaat er niet om of je groot en sterk bent, maar hoe goed je kunt gooien. Het gaat om de hoek waarin de lus zich om de hoeven slingert; dat doet het kalf stilstaan.'
'Wat een familie met wonderkinderen. Ik ben blij dat ze niet de hele zomer kalveren is gaan vangen,' lachte Sylvie en kuste hem op zijn lippen.
'O, lieveling, moet je...' Mike zweeg en schaamde zich dat de woorden hem waren ontsnapt. Hij had zich absoluut voorgenomen haar nooit te vragen de ranch niet te verlaten, geen film meer te maken. Maar Sylvie was nu al zo lang thuis, dat hij even zijn stille gelofte was vergeten, en die alleen maakte hun leven samen mogelijk. Sylvie hoorde de toon en begreep de woorden die hij niet had geuit.
'Ik heb je gisteren gezegd dat ik klaar was,' zei ze teder maar onbuigzaam. 'Ik heb vanochtend mijn agent opgebeld.'
'Had hij iets interessants?'
'Veel interessante dingen. Morgen stuurt hij een koerier met een paar manuscripten.'
'Gaat de post niet snel genoeg voor hem?'
'Voor mij wel. Voor hem blijkbaar niet.'
Weer een leugen, dacht Sylvie. Zij was degene die om een koerier had gevraagd. Haar behoefte weer te gaan werken was de laatste weken aan het groeien en werd zo langzamerhand een even onontkoombare druk als die van een kind dat geboren wil worden. Alleen de duidelijke tekenen van blijdschap van haar man en dochtertje hadden haar er lang van weerhouden het telefoongesprek te voeren dat ze die dag had gehad.
Het leek of ze onder de een of andere betovering was die haar wil uitschakelde. Hoe langer ze niet werkte, des te moeilijker werd het om de status quo te doorbreken. Over een week, op zijn hoogst twee, zou ze zich beginnen te vervelen en geïrriteerd raken. Dat zou hun blijdschap over haar thuis-zijn bederven. Maar waarom vond ze het eigenlijk nodig zich tegenover zichzelf te rechtvaardigen? Het was een bewijs - als ze dat al nodig had - dat wegblijven van haar werk fout was als het te lang duurde.
Jazz wachtte vol ongeduld om aan haar derde jaar op de missieschool in San Juan te beginnen en Mike had het altijd druk, wat voor seizoen het ook was. Haar eigen tijd om in de zon te luieren, geestelijk dik en lui te worden als een kat wie de nagels waren uitgetrokken en die nu te veel eten toegestopt kreeg, was voorbij. En wat voor manuscript ze ook uitkoos, waar het haar ook zou brengen, ze wist dat ze Mike en Jazz veilig kon beloven met Kerstmis thuis te zijn. Niet dat ze dat ooit beloofde, niet hardop, want beloften doen beperkte haar vrijheid - zoiets deed zij niet. Het was al een heel compromis dat ze weer een leugen ten beste had gegeven.