Crossfire - 2 Begeerd door jou(112)
‘Ik wil me even opfrissen,’ zei ik tegen hem.
‘Dat is goed. Maar je moet wel terugkomen, want ik wil je nog een drankje aanbieden.’
Ik liep achter zijn moeder aan en twijfelde of ik gewoon eerlijk moest zijn en Christopher moest vertellen dat hij een gigantische klootzak was. Ik wist niet of Magdalene hem over het filmpje had verteld, en zo niet, dan had ze daar waarschijnlijk een goede reden voor.
Ik wachtte Elizabeth net buiten de toiletten op. Toen ze weer tevoorschijn kwam, zag ze me in de hal staan en glimlachte. Gideons moeder was een beeldschone vrouw, met lang, steil zwart haar en dezelfde wonderlijk blauwe ogen als haar zoon en Ireland. Alleen al door naar haar te kijken deed mijn hart pijn. Ik miste Gideon heel erg. Elk uur van de dag vocht ik met mezelf om geen contact met hem op te nemen en genoegen te nemen met wat hij me kon geven.
‘Eva.’ Ze begroette me met luchtkusjes op mijn beide wangen. ‘Christopher vertelde al dat je er was. Ik had je eerst niet herkend. Je ziet er zo anders uit met je haar zo. Ik vind dat het je goed staat.’
‘Dank u wel. Ik moet met u praten. Het is privé.’
‘O?’ Ze fronste. ‘Is er iets aan de hand? Gaat het om Gideon?’
‘Kom mee.’ Ik gebaarde naar verderop in de gang, richting de nooduitgang.
‘Waar gaat dit over?’
Toen we weg waren van de toiletten, vertelde ik het haar. ‘Weet u nog toen Gideon een kind was en hij u vertelde dat hij misbruikt of aangerand was?’
Haar gezicht werd bleek. ‘Heeft hij je dat verteld?’
‘Nee, maar ik heb zijn nachtmerries meegemaakt. Zijn afgrijselijke, gewelddadige nachtmerries waarin hij om genade vraagt.’ Mijn stem was zacht, maar trilde van kwaadheid. Ik kon maar net mijn handen thuishouden terwijl ze er daar zowel beschaamd als strijdlustig bij stond. ‘Het was uw taak om hem te beschermen en te steunen!’
Ze tilde haar kin op. ‘Je weet niet...’
‘U valt niets te verwijten voor wat er is gebeurd voordat u het wist.’ Ik zat haar op de huid en voelde voldoening toen ze een stap terug deed. ‘Maar alles wat er is gebeurd nadat hij het u heeft verteld, is wel volledig uw schuld.’
‘Ach, rot toch op,’ beet ze me toe. ‘Je hebt geen idee waar je het over hebt. Hoe durf je zo op me af te stappen en dat soort dingen te zeggen terwijl je geen flauw idee hebt!’
‘Ja hoor, dat durf ik. Uw zoon is ernstig beschadigd door wat er met hem is gebeurd, en uw weigering om hem te geloven heeft het een miljoen keer erger gemaakt.’
‘Denk je nou echt dat ik zou toestaan dat mijn eigen kind werd misbruikt?’ Haar gezicht was rood aangelopen van kwaadheid en haar ogen spoten vuur. ‘Ik heb Gideon laten onderzoeken door twee afzonderlijke kinderartsen om te zoeken naar... verwondingen. Ik heb alles gedaan wat van me verwacht kon worden.’
‘Behalve hem geloven. En dat had u als moeder moeten doen.’
‘Ik ben ook de moeder van Christopher, en hij was erbij. Hij zweert dat er niets is gebeurd. Wie moest ik nou geloven terwijl er geen bewijs was? Niemand heeft iets kunnen vinden wat bewees dat Gideon gelijk had.’
‘Hij had het niet moeten hoeven bewijzen. Hij was nog maar een kind!’ De woede die ik voelde, trilde door me heen. Ik had mijn vuisten gebald om me ervan te weerhouden om haar te slaan. Niet alleen om wat Gideon had verloren, maar om wat we samen hadden verloren. ‘U had zijn kant moeten kiezen, wat er ook gebeurde.’
‘Gideon was een gekwelde jongen, die zich na zijn vaders dood door zijn therapie heen worstelde en om aandacht schreeuwde. Jij weet niet hoe hij toen was.’
‘Ik weet hoe hij nu is. Hij is gebroken en gekwetst, en hij denkt dat hij het niet waard is om van te houden. En u hebt eraan bijgedragen dat hij zo is.’
‘Loop naar de hel.’ Ze rende weg.
‘Daar ben ik al,’ schreeuwde ik haar na. ‘En uw zoon ook.’
De hele zondag was ik Oude Eva.
Trey had een dag vrij en trakteerde Cary op een brunch en een bioscoopje. Ik vond het fijn om te zien dat ze bij elkaar waren, en was blij dat ze allebei hun best deden. Cary had verder niemand uitgenodigd van de mensen die hem op zijn mobiel hadden gebeld en ik vroeg me af of hij over zijn vriendschappen had nagedacht. Ik vermoedde dat vele ervan van de mooiweervariëteit waren: erg gezellig, maar zonder inhoud.
Nu ik het hele appartement voor mezelf had, sliep ik te veel, at ik slecht en nam ik niet de moeite om iets anders dan mijn pyjama aan te trekken. Ik huilde om Gideon in de beslotenheid van mijn kamer en staarde naar de fotocollage die eerst op het bureau op mijn werk had gestaan. Ik miste het gewicht van zijn ring om mijn vinger en het geluid van zijn stem. Ik miste het gevoel van zijn handen en zijn lippen op me, en de tedere, bezitterige manier waarop hij voor me zorgde.