Crossfire - 2 Begeerd door jou(115)
‘Van tien tot vijf is prima hoor, Eva.’ Hij keek me aandachtig aan. ‘Alles goed?’
‘Elke dag een stukje beter.’
‘Mooi.’ Hij glimlachte. ‘Ik ben echt blij dat te horen.’
We stortten ons weer op ons werk, maar de gedachten aan Gideon drukten zwaar op mijn gemoed. Ik bleef maar naar mijn ring staren en moest steeds denken aan wat hij had gezegd toen hij hem me had gegeven: We hebben een band samen.
Wachten. Op hem? Tot hij bij me terugkwam? Waarom? Ik kon niet begrijpen waarom hij me op die manier bij het grofvuil had gezet, en dan verwachtte dat ik hem weer terug zou nemen. Vooral niet nu Corinne erbij was gekomen.
De rest van de middag was ik bezig de laatste paar weken nog eens in gedachten na te lopen. Ik dacht terug aan gesprekken die ik met Gideon had gehad, dingen die hij had gezegd of gedaan, op zoek naar antwoorden. Toen ik het Crossfire aan het eind van de dag verliet, zag ik de Bentley bij de stoep staan en ik zwaaide naar Angus, die teruglachte. Ik had problemen met zijn baas, maar dat kon ik Angus niet aanrekenen.
Het was heet en drukkend buiten. Vreselijk. Ik ging naar de Duanereade om de hoek voor een fles koud water om onderweg tijdens het lopen op te drinken, en een zak minichocolaatjes om van te genieten als ik klaar was met mijn Krav Maga-les. Toen ik de drogist verliet, stond Angus vlak voor de deur te wachten bij de stoeprand. Hij schaduwde me. Toen ik de hoek omsloeg om langs het Crossfire naar huis te gaan lopen, zag ik Gideon de straat op stappen met Corinne. Zijn hand lag op haar onderrug en hij leidde haar naar een gestroomlijnde Mercedes-sedan die ik herkende als eentje van hem. Ze glimlachte.
Zijn uitdrukking was onleesbaar.
Van afschuw vervuld kon ik me niet bewegen of wegkijken. Ik stond daar midden op het drukke trottoir, en mijn maag draaide zich om van boosheid en verdriet, en van het vreselijke gevoel bedrogen te zijn.
Hij keek op en zag me, en verstijfde waar hij stond, net als ik had gedaan. De latino chauffeur die ik had ontmoet op de dag dat mijn vader was aangekomen, deed het achterportier open, en Corinne verdween in de auto. Gideon bleef staan waar hij stond, zijn blik vastgeklonken aan die van mij.
Hij kon er niet onderuit dat ik mijn hand omhoogdeed en mijn middelvinger naar hem opstak.
Plotseling viel me iets te binnen.
Ik draaide mijn rug naar Gideon en ging aan de kant staan, en begon in mijn tasje naar mijn telefoon te zoeken. Toen ik hem had gevonden, drukte ik op de sneltoets voor mijn moeder, en toen ze opnam zei ik: ‘Die dag dat we uit lunchen waren gegaan met Megumi schrok je je plotseling rot toen we terugliepen naar het Crossfire. Je zag hem, hè? Je zag Nathan bij het Crossfire.’
‘Ja,’ gaf ze toe. ‘Daarom besloot Richard dat het het beste zou zijn om hem gewoon te geven wat hij wilde. Nathan zei dat hij bij je vandaan zou blijven zolang hij geld kreeg om het land te verlaten. Waarom vraag je dat?’
‘Het drong nu pas tot me door dat Nathan de reden was dat je zo reageerde.’ Ik draaide me weer om en begon snel naar huis te lopen. De Mercedes was weg, maar mijn boosheid werd steeds groter. ‘Ik moet gaan, mam. Ik bel je later.’
‘Is alles goed?’ vroeg ze bezorgd.
‘Nog niet, maar ik ben ermee bezig.’
‘Ik sta voor je klaar, als je me nodig hebt.’
Ik zuchtte. ‘Ik weet het. Ik red me wel. Ik hou van je.’
Toen ik thuiskwam, zat Cary op de bank met zijn laptop op zijn benen en zijn blote voeten op de salontafel.
‘Hé,’ riep hij, met zijn ogen nog steeds op het scherm.
Ik liet mijn spullen vallen en schopte mijn schoenen uit. ‘Moet je nou horen.’
Hij keek naar me op vanonder een lok haar die over zijn ogen was gevallen. ‘Wat?’
‘Ik dacht dat Gideon weg was gegaan vanwege Nathan. Alles ging lekker en toen plotseling niet meer, en vlak daarna vertelde de politie ons over Nathan. Ik nam aan dat het ene te maken had met het andere.’
‘Ja, logisch.’ Hij fronste. ‘Denk ik.’
‘Maar Nathan was de maandag voordat jij aangevallen werd al bij het Crossfire. Ik weet dat hij daar was om Gideon te zien. Ik weet het gewoon. Nathan zou daar niet heen gaan om mij te zien. Niet naar zo’n plek met allemaal beveiligingsmensen en mensen die ik ken in de buurt.’
Hij leunde achterover. ‘Oké. Dus wat betekent dat?’
‘Het betekent dat Gideon oké was nadat hij Nathan had gezien.’ Ik gooide mijn handen in de lucht. ‘Hij was die hele week oké. Hij was meer dan oké dat weekend dat we samen weggingen. Hij was oké op maandagochtend toen we weer terug waren. En toen – bam – werd hij helemaal gek en ging hij uit zijn dak tegen me.’
‘Tot zover volg ik je.’
‘Dus wat is er maandag gebeurd?’