Briljant idee(53)
Hoofdstuk 16
Als Jax een leven wilde opbouwen met Ruby, moest hij eerst zijn verleden verwerken. Dat was de enige reden waarom hij zijn vader opzocht. Eigenlijk wist hij niet wat hij ermee hoopte te bereiken, behalve misschien bevestiging dat hij in helemaal niets op zijn vader leek. Als hij Ruby weer zag, wilde hij zich niet meer bezwaard voelen en duidelijk zijn over zijn intenties. Maar daarvoor moest hij eerst Denver confronteren.
Hij zat op een koude plastic stoel met zijn blik gericht op de metalen deur achter het perspex dat de gevangenen van de bezoekers scheidde. Hij wilde de blik op zijn vaders gezicht zien als die hem voor het eerst in tien jaar weer zag. Al was het maar om te zien of Denver de zoon zou herkennen met wie hij geen één keer contact had gezocht. Met de media had hij regelmatig contact opgenomen, maar met hem nooit.
Hoe vaak had hij spottende opmerkingen van zogenaamde vrienden moeten aanhoren over zijn vader, de bajesklant? Hoe vaak waren sollicitaties beleefd afgekapt als ze erachter kwamen dat zijn vader geld had verduisterd? Hoe vaak had hij woedend door zijn appartement gebeend, omdat hij bij elke stap in de zakenwereld tegengewerkt werd vanwege het feit dat hij Denver Maroneys zoon was? Allemaal vernederende tegenslagen die hem erg dwarszaten en gedreven hadden om het te maken in West-Australië.
Nu was hij voorgoed terug in Melbourne, als Ruby hem nog wilde. En daarom moest hij zorgen dat zijn vaders slechte reputatie hem niet meer in de weg kon zitten.
Zijn handen balden zich tot vuisten toen de deur openging en zijn vader de ruimte achter het perspex binnen liep, met zijn schouders naar achteren, opgeheven hoofd en een arrogante blik. Afgezien van de handboeien om zijn polsen leek zijn vader niets veranderd.
Denver ging tegenover hem zitten, en pakte de telefoon waarmee ze konden communiceren. Jax deed hetzelfde, in afwachting van een woord waaruit bleek dat zijn vader niet alleen om zichzelf gaf. Sorry zeggen was wel het minste wat Denver kon doen. En een verklaring had Jax ook wel verdiend.
‘Kijk eens aan, de verloren zoon keert terug.’
Stomverbaasd kon Jax alleen maar zijn hoofd schudden. Was dat alles wat zijn vader te zeggen had?
‘Het heeft lang geduurd voor je langskwam. Of is het omdat ik binnenkort vrijkom en je weer in een goed blaadje bij je vader wilt komen te staan?’
Er was niemand aan wie Jax echt een hekel had, maar op dat moment scheelde het niet veel. Het zuur in zijn maag kwam omhoog en hij wachtte tot de krampen voorbij waren voor hij iets zei.
‘Waarom?’
Dat ene woord stond voor ontelbare vragen. Waarom had hij dat geld gestolen? Waarom had hij Jackie gebruikt? Waarom had hij hun vrienden bedonderd? Waarom had hij zijn zoon genegeerd? Maar de kans dat hij antwoorden zou krijgen, leek net zo groot als de kans dat zijn vader zijn excuses zou aanbieden.
Denver fronste zijn voorhoofd. ‘Waarom wat?’
Nu kwam het erop aan. Jax pakte de hoorn steviger vast en leunde naar voren tot zijn neus bijna het perspex raakte.
‘Waarom heb je de ene persoon die je al die tijd heeft bijgestaan laten stikken? Ik heb je gesteund en toen je hier eenmaal zat, leek ik niet meer voor je te bestaan. Ik wil weten waarom. Dat ben je me wel verschuldigd.’
Eigenlijk verwachtte hij dat zijn vader weg zou lopen, maar in plaats daarvan maakte de arrogantie in zijn blik plaats voor gelatenheid. Pas toen viel het Jax op hoe zijn vader was veranderd: de rimpels in zijn nek, de lijntjes naast zijn mond en ogen, de groef tussen zijn wenkbrauwen. Blijkbaar had Denver meer gefronst dan gelachen in de gevangenis. Het sprak voor hem dat hij niet wegliep en zelfs niet wegkeek. Met een mengeling van affectie en spijt in zijn ogen staarde hij Jax aan.
De stilte was zenuwslopend. Het was dom geweest om hierheen te komen. Als zijn vader al die tijd geen contact met hem had opgenomen, zou hij nu ook geen antwoorden krijgen. Net toen hij de hoorn wilde ophangen, bewogen Denvers lippen eindelijk.
‘Jij had een mooie toekomst voor je en mijn toekomst was hier. Ik wilde niet dat je last zou hebben van wat ik had gedaan.’
Jax had zijn adem ingehouden en nu liet hij de lucht ontsnappen. ‘Als dat echt de reden was, had je niet gedaan wat je allemaal gedaan hebt.’ Tien jaar aan wrok dreigde eruit te komen. ‘Je hebt mama gebruikt net zoals je je vrienden gebruikt hebt. Je gaf helemaal geen zak om mij. Je deed wat je wilde en de rest kon de pot op.’
Opnieuw keek Denver niet weg, wat Jax wel bewonderde.
‘In de gevangenis is niet veel te doen, dus je hebt veel tijd om na te denken. Dat heb ik veel gedaan de afgelopen jaren. Ik kan het verleden niet veranderen. Ik heb fouten gemaakt en een heleboel mensen gekwetst, waaronder mensen om wie ik gaf. Heb ik daar spijt van? Nou en of. En daar moet ik elke dag mee leven. Zou ik willen dat mijn leven anders was? Absoluut.’ Even bleef Denver stil. ‘Er is geen dag voorbijgegaan waarop ik niet contact met je wilde opnemen, maar ik kon het niet. Het was niet eerlijk geweest. Niet na wat je allemaal voor me gedaan had.’