Reading Online Novel

Blauw water(53)



Om een beetje afleiding te vinden neemt ze plaats achter de piano en zet de koffie op een stapel lesboeken van Denise. Ze spelen beiden piano, maar Senta is er de laatste jaren nauwelijks aan toegekomen. Ongeïnspireerd tingelt ze met één hand de eerste noten van Für Elise, maar dan weet ze niet meer hoe het verdergaat. Een paar jaar geleden speelde ze dat stuk nog moeiteloos uit haar hoofd.

Haar ogen glijden naar de zilveren fotolijstjes die op de piano staan uitgestald. Foto’s van de kinderen toen ze nog schattige kleuters waren. Vol aandacht bekijkt ze ze. Wat zijn ze groot geworden. Hun ronde wangen zijn magerder geworden, hun ogen minder open en nieuwsgierig. Op de foto’s die ze nu maakt, staan ze er altijd een beetje lijdzaam bij, alsof ze vooral poseren om haar een plezier te doen.

Een gevoel van heimwee overvalt haar, al weet ze dat ze zichzelf daarmee voor de gek houdt. Als je het verleden terug wilt, krijg je ook álles terug, inclusief de slapeloze nachten en het gebrek aan tijd voor jezelf.

Het is goed zo, besluit ze. Ze is tevreden met haar leven, haar werk en haar vrijheid. Ze kan zich zelfs al verheugen op het moment dat ze weer alleen is met Freek en ze de wereldreis kunnen maken waar ze al zo lang van dromen.

Meteen gaan haar gedachten naar Alexander, alsof zijn naam onlosmakelijk is verbonden met die van Freek. Tot haar verrassing voelt ze niet het vertrouwde gemis. Wat onlangs nog een welkome aanvulling op haar leven was, is nu vooral een complicatie die ze kan missen als kiespijn. Hoe heeft ze kunnen denken dat haar leven saai was, dat haar werk, echtgenoot en kinderen niet voldoende waren om haar gelukkig te maken?

Senta pingelt nog wat op de piano, maar houdt er al snel mee op. Het is een mooie, zonnige dag. Freek heeft haar de hele ochtend trouw gezelschap gehouden. Bij iedere stap die ze deed, iedere geeuw en het kleinste geluidje, keek hij gealarmeerd op, alsof ze ieder moment met schuim op haar lippen ineen kon zijgen. Hij kan niet geloven dat ze niets aan haar benauwde avontuur in het water heeft overgehouden, en de waarschuwing van dokter Reijnders dat er altijd op een later moment nog een longontsteking kan ontstaan heeft hij zeer serieus genomen.

Een noodoproep van de krant plaatste hem voor een groot dilemma. Kon hij wel naar de redactie gaan en zijn vrouw alleen thuislaten?

‘Ga nou maar, ik red me wel,’ spoorde Senta hem aan. ‘Echt, als er bubbels uit mijn mond komen, dan bel ik je.’

Hij kon er niet om lachen. ‘Dan bel je onmiddellijk 112. Heb je je mobieltje in je zak? Goed zo. Houd het bij je, laat het niet ergens rondslingeren.’

‘Dat zal ik doen. Dag, lieverd.’ Senta kuste haar man en wuifde hem na voor het raam.

Toen het geluid van de auto was weggestorven, bleef ze nog lange tijd staan. De kinderen waren al naar school, en met Freeks vertrek daalde er een weldadige rust in huis neer.

Maar na een uurtje tijdschriften lezen, e-mails beantwoorden en met haar vader bellen begon de rust op haar zenuwen te werken. Ze is zelden alleen thuis, en als dat gebeurt, is ze aan het werk.

Met een paar slokken drinkt Senta haar koffie op. Daarna zoekt ze in de werkkamer tussen de rommel op haar bureau naar het papiertje waarop ze het adres van haar redder heeft geschreven. Het is nog niet ondergesneeuwd, dus ze heeft het snel te pakken.

‘Rob Wenteling,’ leest ze hardop voor. Zijn adres en telefoonnummer staan eronder.

Ze pakt de telefoon en belt hem op.

‘Rob Wenteling.’

‘Goedemiddag, u spreekt met Senta van Dijk.’ Haar benen voelen opeens wat slapjes aan en ze laat zich snel op de bureaustoel zakken. ‘Ik bel u om u te bedanken.’

Even is het stil, dan zegt Rob Wenteling: ‘U bent de vrouw die in het water is gereden.’

‘Ja. En u heeft mij eruit gehaald. U begrijpt hoe dankbaar ik u ben.’

Rob Wenteling wimpelt de dankbetuiging meteen weg. ‘Dat zou iedereen gedaan hebben. Hoe gaat het met u?’

‘Ik ben gisteren uit het ziekenhuis ontslagen. Dat is vrij snel, gezien de omstandigheden. Ik heb veel geluk gehad.’

‘Dat heeft u zeker! U heeft er niets aan overgehouden?’

Ze praten even over Senta’s gezondheidstoestand en dan vraagt ze of hij vanmiddag thuis is. Rob Wenteling antwoordt bevestigend; hij is met pensioen en heeft de tijd aan zichzelf.

‘Ik zou graag even bij u langs willen komen om u te bedanken. En om naar de plaats van het ongeluk te gaan,’ zegt Senta.

Meneer Wenteling stemt meteen toe en biedt aan om met haar mee te gaan. ‘Ik kan u de precieze plaats laten zien.’

‘Heel fijn.’ Senta kijkt op haar horloge. ‘Het is wel een uurtje of twee rijden.’

‘Ik wacht op u,’ is het eenvoudige antwoord en dan hangen ze op.

Vervuld van nieuwe energie zoekt Senta haar spullen bij elkaar. Het is lastig dat er zoveel verloren is gegaan. Een tas is niet het grootste probleem, ze heeft er meerdere, maar het is nog even wachten op een nieuw rijbewijs. Haar pinpas werkt nog, dat heeft Freek al uitgeprobeerd. Ze kan zonder probleem tanken en een grote bos bloemen kopen voor haar redder.