Reading Online Novel

Blauw water(50)



Maar aan de toekomst denken is een luxe die ze zichzelf niet kan toestaan zolang ze zich in deze nachtmerrie bevindt. Het is niet eens zeker of ze wel een toekomst heeft.

Er klinken zware voetstappen op de trap. In een impuls springt Lisa uit bed, tot ze beseft dat ze naakt is. Snel kruipt ze terug onder het dekbed.

Kreugers lange gestalte vult de deuropening. ‘Voel je je wat beter?’

Je zou de frons tussen zijn wenkbrauwen voor bezorgdheid kunnen aanzien, maar Lisa hoort de onderklank van irritatie in zijn stem.

‘Ja,’ zegt ze onderdanig.

‘Niet meer misselijk?’

‘Nee, het gaat wel weer.’

‘Neem een douche,’ raadt Kreuger aan. ‘Het stinkt hier like hell.’

Hij draait zich om en ze hoort hem naar beneden gaan. Langzaam, om Anouk niet wakker te maken, komt ze overeind en slaat het dekbed terug. Een douche, dat is een goed idee. Hoewel het misschien beter is om met een zuur ruikende adem en de kotsrestjes nog in haar haar beneden te komen. Desondanks zet ze de douche aan. Even later spoelt de warme straal, de afgelopen nacht weg, maar pas nadat ze zich van top tot teen heeft ingezeept en ze drie keer achter elkaar haar haren heeft gewassen voelt ze zich wat beter.

Met een handdoek om haar lichaam geslagen loopt ze terug naar de slaapkamer en kijkt in haar kledingkast. Een wijdvallend grijs vest en een afgedragen spijkerbroek lijken haar een geschikte keus.

‘Mam, is hij weg?’ Slaperig richt Anouk zich op. Lisa schrikt op uit haar gedachten. ‘Nee, hij is beneden.’ ‘O.’ Op blote voeten loopt Anouk naar de badkamer.

‘Waarom slapen we weer in ons eigen bed?’ vraagt ze als ze terug is.

‘Ik weet het niet precies. Ik denk dat hij vriendjes met ons wil zijn.’

Bedachtzaam kijkt Anouk in de grote spiegel van de kledingkast. Ze loopt naar haar eigen kamer en komt terug met een roze diadeempje in haar ongekamde haar.

‘Ik wil geen vriendjes met hem zijn,’ zegt ze beslist, alsof ze in de tussentijd heeft nagedacht en een besluit heeft genomen.

‘Nee, ik ook niet.’ Lisa trekt haar dochter naar zich toe en knuffelt haar. ‘Maar we moeten doen alsof, weet je nog?’

‘Dat weet ik. Maar ik vind het soms wel moeilijk.’

‘Ja, ik ook, maar weet je…’ Lisa wil net een goed gesprek met haar dochter beginnen als ergens in huis de telefoon gaat.

Alert kijken ze elkaar aan, en Lisa bedenkt hoe absurd het is om een kind van vijf als bondgenoot te hebben.

Het gerinkel klinkt dof, alsof het uit een kast komt. Beneden komt Kreuger in beweging, loopt de kamer door en gaat de hal in. Er wordt een sleutel in een slot omgedraaid en het geluid klinkt wat helderder.

De telefoon ligt dus in de gangkast of in de meterkast.

Met ingehouden adem wacht Lisa op Kreugers bevel om naar beneden te komen en op te nemen. Maar voor het zover is, wordt het weer stil.

In de verwachting dat er straks nog een keer gebeld zal worden, gaan ze samen snel naar beneden.

‘Wie was dat?’ waagt ze te informeren.

‘Menno.’ Kreuger stopt de telefoon in zijn broekzak en loopt de kamer in.

Lisa’s mond wordt droog. Ze is niet gelovig, maar nu bidt ze vurig dat hij niet nog een keer zal bellen. Hij is minder gemakkelijk af te schepen dan haar moeder. Menno is niet bepaald een geduldig type, en als hij haar wil spreken, belt hij net zo lang tot hij haar te pakken heeft.

In de keuken pakt ze kaas, boter en brood uit de koelkast.

‘Was dat papa?’ vraagt Anouk op indringende fluistertoon.

Lisa knikt en legt haar vinger op haar lippen.

Anouk schuift aan de keukentafel. ‘Papa en ik zouden naar de dierentuin gaan.’

Door de half openstaande deur probeert Lisa Kreuger in de gaten te houden, maar hij bevindt zich buiten haar blikveld. Met een zucht draait ze zich om naar het aanrecht en schaaft kaas voor op Anouks boterham.

De telefoon gaat opnieuw, en ze schrikt zo dat ze uitschiet met de kaasschaaf. Met haar bloedende duim in haar mond wacht ze gespannen af, maar Kreuger roept haar niet. Hij laat de telefoon gewoon overgaan, tot het antwoordapparaat aanslaat.

Een vertrouwde stem vult het huis, een stem die Lisa de tranen in de ogen doet schieten.

‘Met mij,’ hoort ze hem aarzelend zeggen. ‘Ik had je al eerder willen bellen, maar het kwam er niet van. Ik wil even afspreken wanneer ik met Anouk naar de dierentuin kan gaan.’ Stilte. ‘Ik mis je, Lisa. Ik hoop dat je je bedenkt. Monique weet het nu ook van ons. Ik heb het haar verteld. Ze wil een scheiding, Lisa.’

Weer een stilte, dan kondigt een klik aan dat hij opgehangen heeft. Zijn laatste woorden galmen na in Lisa’s hoofd, dan daalt er een doodse stilte neer.

Als bevroren staat ze bij het aanrecht, haar duim nog steeds in haar mond, haar ogen strak op de deur gericht. Anouk, die eerst blij keek bij het horen van haar vaders stem, kijkt nu aarzelend, alsof ze gevaar bespeurt. In de kamer roert zich niets, tot een zware stap in de richting van de keuken komt. Een onheilspellend zware stap, alsof Kreugers ingehouden woede een uitweg vindt in zijn manier van lopen.