Biljonairs & Baby's 02(42)
‘Alsjeblieft, Cooper,’ smeekte Nick. ‘Laat me je dit shirt aantrekken, dan kunnen we –’ Hij zweeg en snoof voordat hij ontzet naar Jacob keek. ‘Nee toch?’ Hij snoof nog eens. ‘Je hebt het wél gedaan, nietwaar? En ik heb je net een schone luier om gedaan.’
Jenna drukte een hand op haar mond en zag Nick in het zonlicht staan dat door de open jaloezieën naar binnen viel. De muren waren lichtgroen geschilderd en daarop was een muurschildering aangebracht die ze zelf had geschilderd toen ze in verwachting was. Er waren bomen, bloemen, konijntjes en jonge hondjes die door een tuin renden, allemaal geschilderd in felle kleuren. Aan de ene kant van het vertrek stond een witte commode en een schommelstoel met een dik kussen stond in een hoek.
En nu was Nick er.
Nick keek neer op het ledikantje waarin hij de twee jongens voor het gemak samen had neergelegd, streek met zijn beide handen door zijn haar – dat had hij de laatste uren vaak gedaan – en mompelde iets wat ze niet helemaal verstond.
Toch bood ze geen hulp aan.
Hij had niet om hulp gevraagd, en Jenna vond het redelijk dat hij er een goed idee van kreeg hoe haar dagen eruitzagen. Het zou hem er in ieder geval van moeten overtuigen dat hij er niets voor voelde om als alleenstaande ouder verantwoordelijk te zijn voor een tweeling.
‘Goed Coop,’ zei hij met een vermoeide zucht. ‘Ik zal je zo dat shirt aantrekken. Maar eerst moet ik iets aan je broer doen, voordat we allemaal door verstikking om het leven komen.’
Jenna grinnikte, en Nick keek haar even snel aan. ‘Je geniet hiervan, is het niet?’
‘Is dat verkeerd?’ vroeg ze, nog steeds grinnikend.
Boos keek hij haar aan. Toen schudde hij zijn hoofd en trok zijn neus op. ‘Goed, goed. Geweldige grap. Maar je zult moeten toegeven dat ik het niet slecht doe.’
‘Ik denk dat dat waar is,’ gaf ze met een knikje toe. ‘Maar zo te ruiken heb je op dit moment een probleempje.’
‘Dat los ik wel op,’ zei hij gedecideerd, alsof hij zowel zichzelf als haar probeerde te overtuigen.
‘Goed. Ga je gang dan maar.’
Hij wreef met een hand over zijn gezicht, keek in het ledikantje en mompelde: ‘Hoe kan iemand die er zo leuk uitziet zo afschuwelijk ruiken?’
‘Dat is nóg een universeel mysterie,’ vertelde ze hem.
‘Nog één?’
‘Laat maar,’ zei Jenna, die terugdacht aan haar gesprek met Maxi toen ze nog aan boord was. Voor het incident met de roodharige vrouw. Voordat ze overhaast was vertrokken. O, grote goedheid. Jenna schoot rechtop en sloot haar ogen. Maxie. Wacht maar tot zíj erachter kwam dat Nick hier was.
‘Is alles goed?’ vroeg hij.
Ze deed haar ogen open en keek hem aan. Hij leek zo misplaatst in de kamer van haar zoons. Ze herinnerde zich dat hij had gezegd dat hun nacht samen niets anders was geweest dan een flits op de radar; een stap buiten de gewone wereld. Als hij zijn zoons eenmaal een beetje beter had leren kennen, zou hij weer verdwijnen en zou alles weer worden zoals het hoorde te zijn.
En dat was goed. Toch?
‘Jenna?’
‘Wat? O. Ja. Alles is goed. Ik… was met mijn gedachten ergens anders.’
Hij keek haar een poosje aan, alsof hij probeerde te bepalen waaraan ze had gedacht. Gelukkig behoorde gedachten lezen niet tot zijn vaardigheden.
‘Mooi.’
‘Dus ga je het probleempje van Jake oplossen of heb je hulp nodig?’ vroeg ze zacht.
Hij keek niet erg gelukkig, maar hij keek ook niet alsof hij zich zou terugtrekken.
‘Nee, ik heb geen hulp nodig. Ik zei dat ik voor de kinderen zou zorgen en dat lukt me wel.’ Hij ademde diep in, fronste weer en tilde zijn zoon uit de wieg.
Jenna hoorde dat hij de plakstrookjes van de wegwerpluier los trok. Daarna hoorde ze Nick kreunen. ‘O, man.’
Lachend draaide ze zich om en liet hem alleen met zijn kinderen.
Hoewel het Jenna hoorndol maakte, bracht ze de rest van de dag door in haar kleine garage, waar ze een geschenkmand opmaakte, die ze over twee dagen zou moeten afleveren. Als Nick wilde spelen dat hij vader was, zou ze hem laten zien hoe het was voor twee baby’s te moeten zorgen.
Het voelde vreemd aan om thuis te zijn en desondanks niet bij de jongens te zijn, maar ze moest Nick ervan zien te overtuigen dat hij absoluut niet bereid was vader te zijn. Ze moest hem duidelijk maken dat het een heel slecht idee was om haar zoons bij haar weg te halen.
Als ze alleen maar aan zijn dreigement dacht, kreeg ze koude rillingen. Hij was rijk. Hij kon zich de beste advocaten van het land permitteren. Hij kon kinderjuffrouwen en bewakers inhuren en alles kopen wat de jongens volgens de rechtbank nodig hadden.
‘En wat betekent dat voor mijn kansen?’
Ze was een alleenstaande moeder met een griezelig lage bankrekening, die haar garage als bedrijfsruimte gebruikte. Als Nick echt besloot de voogdij over hun zoons op te eisen, zou ze geen schijn van kans hebben.