Biljonairs & Baby's 02(3)
Ze deed haar deur open, stapte de smalle gang in en botste tegen een roomservicebediende op. ‘Neem me niet kwalijk!’
‘Het is mijn schuld,’ zei hij beslist, terwijl hij het dienblad in zijn hand zo hoog optilde dat Jenna er onderdoor kon glippen. ‘Deze oude gangen zijn niet berekend op veel voetgangers.’ Hij keek de gang in en keek toen weer naar Jenna. ‘Zelfs na de verbouwing van het schip zijn er delen die –’ Hij zweeg alsof hij zich plotseling herinnerde dat hij een werknemer was van de Falcon Cruises en dat hij eigenlijk geen kwaad mocht spreken over het schip.
Jenna glimlachte naar de man. Hij zag eruit alsof hij ongeveer twintig was en zijn ogen schitterden van opwinding. Ze durfde er iets onder te verwedden dat dit zijn eerste cruise was. ‘Bevalt het je om voor Falcon Cruises te werken?’
Hij liet het dienblad tot borsthoogte zakken, haalde zijn schouders op en zei: ‘Het is mijn eerste dag, maar tot nu toe… ja, het bevalt me wel. Maar…’ Hij zweeg en wierp een blik over zijn schouder naar de schemerig verlichte gang alsof hij zeker wilde weten dat niemand hem kon horen.
Jenna had hem gerust kunnen stellen. Er waren maar vijf hutten onder in het schip en daarvan was alleen de hut tegenover die van haar bezet. ‘Maar?’ drong ze aan.
‘Het is hier beneden een beetje griezelig, vindt u niet? Ik bedoel, je kunt het water tegen de romp horen slaan en het is zo… donker.’
Nog maar een paar minuten geleden had ze hetzelfde gedacht en desondanks zei ze: ‘Tja, het moet toch beter zijn dan de vertrekken voor de bemanning? Ik bedoel, ik heb vroeger op schepen gewerkt en wij zaten altijd op het onderste dek.’
‘Wij niet,’ zei hij. ‘De vertrekken van de bemanning liggen een dek hoger.’
‘Geweldig,’ mompelde Jenna, die in stilte concludeerde dat de mensen die voor Nick Falco werkten tijdens deze cruise meer gelegenheid kregen om te slapen dan zij.
De deur ging open en een vrouw van in de veertig die een duster aan had, stak haar hoofd om de deur en glimlachte. ‘O, gelukkig,’ zei de blondine. ‘Ik hoorde stemmen in de gang en begon al bang te worden dat het hier spookte.’
‘Nee, madam.’ De bediende verstijfde alsof hij zich plotseling herinnerde waarom hij naar beneden was gegaan. Hoopvol keek hij Jenna aan. Het was duidelijk dat hij hoopte dat ze niet zou verraden dat hij met haar had staan praten. ‘Ik heb hier, zoals u had gevraagd, een ontbijt voor twee personen.’
‘Geweldig,’ zei de blondine, die de deur verder open zette. ‘Alleen… heb ik er geen idee van waar u het zou kunnen neerzetten. Zoek maar een plekje. Goed?’
Terwijl de bediende in de hut verdween, stak de blondine Jenna een hand toe. ‘Hallo, ik ben Mary Curran. Mijn echtgenoot Joe en ik zijn op vakantie.’
‘Jenna Baker,’ zei ze, terwijl ze de andere vrouw de hand schudde. ‘Misschien zie ik je later nog bovendeks?’
‘Ik kan je verzekeren dat je me niet vaak beneden zult zien,’ bekende Mary huiverend, terwijl ze de ceintuur van haar blauwe badjas strakker bond. ‘Het is hier griezelig, maar ja…’ Ze haalde haar schouders op. ‘Het belangrijkste is dat we een cruise maken. We hoeven hier uiteindelijk alleen maar te slapen, en ik ben van plan alles uit deze reis te halen wat ik kan.’
‘Grappig,’ zei Jenna glimlachend. ‘Ik had me net hetzelfde voorgenomen.’
Ze liet Mary teruggaan naar haar ontbijt en liep naar de lift die haar uit de duisternis zou voeren. Ze klemde de envelop die ze bij Nick zou laten bezorgen in haar hand en zette zich schrap voor de dag die zou volgen. De lift kwam in beweging en ze tikte met haar voet op de grond, terwijl de lift omhoog ging. Wat ze nu nodig had, was veel frisse lucht, veel koffie en een paar broodjes. Later, als Nick haar brief had gelezen, zou ze klaar zijn voor de confrontatie. Ze zou zich in het hol van de leeuw wagen, in de lichtblauwe ogen van Nick kijken en eisen dat hij het juiste deed.
‘Anders zal ik hem laten boeten,’ beloofde Jenna plechtig, terwijl de liftdeuren open gleden en ze haar gezicht ophief naar de zon.
‘Het geluidssysteem voor het podium op het Calypso Deck vertoont storingen, maar volgens de technici zal het allemaal in orde zijn voordat de show begint.’
‘Goed.’ Nick Falco leunde achterover in zijn roodbruine leren stoel. Zijn handen lagen gevouwen op zijn buik, terwijl hij naar Teresa Hogan, zijn assistente luisterde, die haar dagelijkse lijstje afwerkte. Het was nog maar het einde van de ochtend en samen hadden ze vandaag al zeker tien crises afgehandeld. ‘Ik wil geen grote problemen meer,’ zei hij. ‘Ik weet dat dit de laatste proefvaart is, maar ik wil niet dat onze passagiers zich proefkonijnen gaan voelen.’