Biljonairs & Baby's 02(8)
Zo was het vanaf het begin geweest. Zodra hij haar die eerste avond in het maanlicht had aangeraakt, had hij het gevoel gehad dat een deel van hem bijna smolt. En het zag ernaar uit dat de tijd niets had veranderd.
Hij kreeg zijn hormonen weer in de hand en liep door tot het bed hem belette verder te lopen. Het bed zag eruit alsof het was gebouwd voor een leerling van de lagere school. Abrupt draaide hij zich om en keek haar woedend aan. Grote goedheid, de hut was zo klein dat het leek alsof de muren op hem af kwamen. En eerlijk gezegd zouden ze daarvoor niet ver hoeven te verschuiven. Hij had het gevoel dat hij ineen moest duiken om te voorkomen dat zijn hoofd het plafond raakte. Alle lampen in de hut brandden en nog steeds was het schemerig in het vertrek.
Nick kwam hier echter niet voor de gezelligheid en hij kon op dit moment niets aan de hutten veranderen. Het enige wat hij op dit moment wilde, was een verklaring. Hij wachtte tot ze de deur dicht had gedaan, waardoor ze opgesloten kwamen te zitten in de piepkleine hut. Toen pas zei hij: ‘Wat voor spelletje speel je deze keer, Jenna?’
‘Dit is geen spelletje, Nick.’ Ze vouwde haar armen voor haar borst. ‘Het was toen trouwens evenmin een spelletje.’
‘Goed.’ Hij lachte en probeerde oppervlakkig te ademen. Haar geur had hem al bereikt. In de kleine ruimte was hij zich daar nog meer van bewust dan gewoonlijk het geval zou zijn geweest. ‘Je wílde niet tegen me liegen. Je had gewoon geen keus.’
Haar gezicht werd strak. ‘Moeten we die oude woordenwisseling echt herhalen?’
Daar dacht hij even over na, toen schudde hij zijn hoofd. Hij wilde niet naar het verleden kijken. Verdraaid. Hij wilde hier op dit moment helemaal niet zijn. ‘Nee, dat is niet nodig. Dus waarom zeg je niet gewoon wat je te zeggen hebt, zodat we dat achter de rug hebben.’
‘Altijd even charmant,’ grapte ze.
Hij duwde zich van de muur af en stootte zijn elleboog. ‘Jenna…’
‘Prima. Heb je mijn kaartje gekregen?’
Hij haalde het kaartje uit zijn zak, keek naar de foto’s van de baby’s en gaf het aan haar. ‘Ja. Wil je me hier nu een verklaring voor geven?’
Ze keek naar de twee gezichtjes, en hij zag dat er een flauwe glimlach om haar lippen verscheen en dat de blik in haar ogen warmer werd. Dat veranderde echter snel toen ze hem weer vernietigend aankeek. ‘Ik had gedacht dat het woord papa voldoende verklaarde.’
‘Leg het toch maar uit.’
‘Prima.’ Jenna liep de kleine kamer door, duwde Nick met een heupbeweging opzij, zodat hij tegen de muur werd gedrukt en bukte zich om een koffer onder het bed uit te trekken. Het feit dat ze voelde dat zijn blik op haar achterste rustte, terwijl ze dat deed, irriteerde haar.
Ze weigerde aandacht te besteden aan de warmte die zijn nabijheid in haar lichaam opriep. Ze zou beslist nooit toegeven dat haar hart bonsde en oversloeg, en als bepaalde delen van haar lichaam warm waren en tintelden, weigerde ze dat ook toe te geven.
Ze trok de koffer onder het bed uit en wilde die optillen, maar Nick was haar voor. Hij schoof haar vingers opzij en tilde de koffer op het bed. Als haar huid warm werd van die toevallige aanraking, hoefde hij dat toch niet te weten?
Ze maakte de ritssluiting open, haalde een blauw leren fotoboek tevoorschijn en gaf hem dat. ‘Hier. Bekijk deze maar. Daarna praten we verder.’
Het boek leek klein in zijn grote, gebruinde handen. Hij keek er nauwelijks naar voordat hij haar weer doordringend aankeek. ‘Wat moet dit voorstellen?’
‘Bekijk dat album eens, Nick.’
Dat deed hij. Het moment waarop ze zo lang had gewacht werd langer, terwijl de seconden verstreken. Ze hield haar adem in en keek naar zijn gezicht. De uitdrukking daarop veranderde steeds, terwijl hij de pagina’s omsloeg van het album dat ze speciaal voor dit moment had gemaakt. Het was een kroniek van haar leven sinds ze was ontslagen en had ontdekt dat ze zwanger was, gevolgd door de geboorte van de tweeling. In twintig met de hand versierde pagina’s deed ze verslag van de laatste anderhalf jaar van haar leven.
En ze bracht hem op de hoogte van het leven van zijn zoons, de kinderen die hij had gecreëerd, maar die hij nooit had ontmoet.
Dat was de enige reden waarom ze hier was en een man bezocht die haar hart had gebroken zonder zich verder nog om haar te bekommeren.
Toen hij het boek had bekeken, keek hij haar aan en ze had durven zweren dat ze ijspegels in zijn ogen zag.
‘Ik word geacht te geloven dat ik de vader van jouw baby’s ben?’
‘Kijk nog eens goed naar hen, Nick. Ze lijken allebei sprekend op je.’
Hij keek, maar er bleef een cynische uitdrukking op zijn gezicht liggen. ‘Veel mensen hebben zwart haar en blauwe ogen.’
‘Maar die hebben niet allemaal kuiltjes in hun linkerwang.’ Ze bladerde naar een bepaalde pagina en wees. ‘Dat hebben allebei jouw zoons ook. Net als jij.’