Zwart Goud 03(38)
Nu begon hij voor het eerst te denken dat zoiets misschien toch wel echt bestond.
Het voelde volkomen natuurlijk om bij Jane te zijn. Vroeger had hij altijd gedacht dat een vaste relatie tijd nodig had om te groeien, dat je maanden in elkaars gezelschap moest verkeren om op elkaar ingespeeld te raken, maar bij Jane had hij zich direct al op zijn gemak gevoeld. Het was alsof ze hem aanvulde, alsof hij bij haar pas compleet was.
Moest je hem hier nou zien zitten dromen. Hij moest om zichzelf lachen. Een week geleden had hij iedereen die opperde dat hij zulke gevoelens voor een vrouw kon hebben, vierkant uitgelachen. En nu had hij die gevoelens voor een vrouw die hem bedroog waar hij bij stond. Maar ja, liefde scheen nooit logisch te zijn.
Op dat moment ging zijn telefoon. Het was Nathan. ‘Hallo broer, ik wil je om een gunst vragen.’
Zijn eerste reactie was om nee te zeggen, voordat hij zelfs maar wist waar het om ging. Zo gingen Nathan en hij nou eenmaal met elkaar om; de een deed de ander nooit vrijwillig een plezier. Inmiddels was de glans wel wat van die permanente strijd af, zo moest hij toegeven. Misschien moest hij maar eens luisteren naar wat zijn broer van hem wilde. ‘Wat is er dan?’
‘Ana en ik moeten vanavond naar een liefdadigheidsavond, maar nu heeft onze oppas plotseling griep gekregen. Ze belde net af. We hebben al onze vrienden al gebeld, maar niemand kan vanavond.’
‘Ik pas wel op Max,’ hoorde hij zichzelf tot zijn eigen verbazing zeggen.
Even viel het stil aan de andere kant van de lijn. ‘Weet je dat zeker?’ klonk het toen.
‘Ja, ik vind Max een leuk kereltje.’ Jane zou hem wel helpen. Ze kon komen als Nathan en Ana weg waren en dan weer weggaan voordat het stel thuiskwam.
‘Heb je wel eens een luier verschoond?’
‘Nee, maar hoe moeilijk kan dat nou zijn? Bovendien neem ik versterking mee. Ik mag toch wel een vriendin uitnodigen?’
‘Een vriendin? Je wilt een van je vriendinnen meenemen als je gaat babysitten? Ben je wel goed bij je hoofd?’
‘Het is niet zomaar een van mijn vriendinnen. Deze is, eh... nogal speciaal.’
‘Hoe speciaal?’
Jordan lachte. ‘Dat weet ik nog niet. Ik kan amper geloven dat ik dit zeg, maar ik geloof dat ik verliefd op haar ben.’
Even was het doodstil aan de andere kant van de lijn. ‘Verdraaid, je meent het,’ zei Nathan toen ontsteld.
‘Ik weet dat het gek klinkt.’
‘Sinds wanneer is dit aan de gang? Ken ik haar?’ Jordan wilde zich niet compleet belachelijk maken door te zeggen dat hij Jane nog geen week kende. ‘We kennen elkaar nu een paar maanden,’ loog hij daarom. ‘En vanavond krijgen we haar te zien?’
Geen denken aan. ‘Dat ligt eraan vanaf hoe laat ze kan. Wanneer moet ik er zijn?’
‘Kun je hier om halfzeven komen? Wij moeten uiterlijk om kwart voor zeven weg, dus dan hebben we nog een kwartiertje om je te laten zien waar alles ligt en je te vertellen wat je moet doen.’
‘Prima.’
‘Tot vanavond dan. En bedankt, Jordan.’
Zodra hij had neergelegd, belde hij Jane. ‘Er is een kleine verandering in de plannen voor vanavond.’ Hij legde haar uit wat de bedoeling was.
‘Maar als ze nou eerder thuiskomen en mij zien?’ vroeg ze aarzelend.
‘Dat gebeurt heus niet,’ verzekerde hij haar. ‘Als ze onverhoopt al eerder thuis zouden komen, laat ik je gewoon via de achterdeur naar buiten. Ik zorg dat je voor die tijd de code van mijn voordeur hebt, dan kun je gewoon naar mijn huis gaan. Dan kom ik even later ook.’
‘Dat klinkt wel goed.’
Hij wist precies wat ze dacht. Het gaf haar de kans enige tijd alleen in zijn appartement te zijn. Niet dat ze ook maar iets zou vinden. Voordat hij naar Nathan ging, zou hij nog even langs zijn eigen huis gaan en alles wissen waarvan hij niet wilde dat ze het vond. Het waren geen dingen die incriminerend waren, maar in een bepaalde context konden ze verkeerd worden uitgelegd; iets wat hij natuurlijk wilde voorkomen. Het was beter als ze helemaal niets vond. Hoe eerder ze van zijn onschuld overtuigd raakte, hoe eerder hij een normale relatie met haar kon beginnen. ‘Afgesproken dan. Ik stuur je straks een sms met het adres van Ana en Nathan. Als je daar om zeven uur bent, zijn ze gegarandeerd al weg.’
Nadat hij zijn telefoongesprek met Jane had beëindigd, probeerde hij zich op zijn werk te concentreren. Om vijf uur ging hij naar huis. Hij zette alles wat Jane niet mocht zien op een usb-stick en borg die in zijn kluis op. Daarna wiste hij de desbetreffende files van zijn computer. Op deze manier kon ze haar onderzoek afsluiten, in plaats van dingen te ontdekken waardoor ze dieper zou gaan graven en die mogelijk tot misverstanden zouden leiden.
Voordat hij naar Nathan ging, belde hij zijn moeder nog even. Ze was inmiddels thuis, dus hij voelde zich verplicht om een oogje in het zeil te houden. Tot zijn verbazing nam zijn vader op.