Wraak & verlangen(64)
‘Komt dit tijdstip je niet goed uit?’ vroeg hij. Zijn blik gleed van de waterval van haar blonde krullen, die goud opgloeiden in het zonlicht, naar haar levendige gezicht en daarna naar haar zachte, prachtig gewelfde mond. Op zich waren haar gelaatstrekken niet heel erg bijzonder, dacht hij grimmig. Dat verklaarde dus niet waarom hij haar zo verdraaid aantrekkelijk vond.
‘Nee, niet echt… Ik bedoel, ik werk, en Lydia slaapt, en het komt gewoon nu niet goed uit,’ stamelde ze nerveus.
‘Ik begrijp het, maar ik heb niets anders te doen in dit oord. En ik ben natuurlijk heel erg ongeduldig om mijn nichtje te ontmoeten,’ zei hij zonder zich te verontschuldigen. In zijn kritische blik was een zekere koelheid geslopen, terwijl hij zijn best deed het verlangen te onderdrukken dat ze altijd in hem wakker maakte. Hij kon alleen maar bedenken dat ze de verraderlijke aantrekkingskracht had van het onbekende. ‘Mag ik binnenkomen?’
Zich belachelijk opgelaten voelend, deed ze een stap achteruit in de kleine ruimte. Haar mond voelde opeens kurkdroog aan.
Nadat hij het trappetje was opgelopen, nam hij de caravan nauwkeurig op.
‘Je zult moeten wachten tot Lydia wakker wordt.’
Ongeduld tekende zijn scherpe gelaatstrekken. ‘Het is vast leuker om je oom te ontmoeten dan om te slapen. Ik kan niet heel erg lang in Groot-Brittannië blijven en ik zou je dankbaar zijn als je de zaken niet ingewikkelder maakt dan ze zijn.’
Tegen het eind van deze kleine preek, ademde ze zwaarder dan daarvoor. Ze had Lydia juist in haar wieg gelegd, zodat ze minder moe zou zijn wanneer Antonio op bezoek kwam. Zijn vroege komst had dat schema volledig in de war geschopt. Met haar lippen stijf op elkaar geklemd om de scherpe opmerkingen in te houden die op het puntje van haar tong lagen, boog ze haar hoofd. Antonio Rocha, Marqués de Salazar, was stinkend rijk. De notaris had hem getrakteerd op een vorstelijke behandeling, terwijl hij haar als een noodzakelijk kwaad had getolereerd. De waarschuwing was heel helder: ze kon zich niet permitteren om hem tot een bittere vijand te maken. Als puntje bij paaltje kwam, zou hij altijd winnen vanwege zijn rijkdom en zijn macht. Daarom moest ze, voor Lydia’s bestwil, beleefd zijn en zijn hautaine gedrag slikken met zoveel charme als ze kon opbrengen.
‘Als we Lydia wakker maken, voordat ze daar klaar voor is, wordt ze humeurig,’ merkte ze aarzelend op.
‘Ik wil mijn nichtje nu zien,’ beval hij haar, nadat hij voor zichzelf had besloten dat Sophie het best reageerde op ferme autoriteit.
Na kort te hebben nagedacht, knikte ze, want ze wilde rechtvaardig zijn. Op Belinda’s bruiloft waren een hoop kleine meisjes en jongens geweest, en haar zuster had haar eens verteld dat Spanjaarden heel erg dol op kinderen waren. Kennelijk was Antonio gewend aan baby’s en vertrouwde hij erop met zijn nichtje te kunnen opschieten. Ze opende de deur naar het kleine hokje, waar ze Lydia in haar reiswieg te slapen had gelegd.
Hij staarde naar de kleine gestalte onder het dekentje, waarvan alleen een bos lichtbruine krullen zichtbaar was. Zijn nichtje zag er verontrustend klein uit. Zowel Pablo als Belinda waren niet bepaald klein geweest. Aan de andere kant kwam Sophie nauwelijks tot aan zijn kin, dus was het heel goed mogelijk dat de baby klein, maar toch heel gezond was. Zodra de baby in Spanje was, zou hij haar laten onderzoeken. De huisarts van de familie, een goede, oude vriend van hem, had gezegd dat dat verstandig zou zijn, want in de jongste generatie waren een of twee baby’s geboren met een hartruis.
Zijn tegenzin overwinnend, besloot hij om een zekere belangstelling te tonen voor het kind, door het uit de wieg te tillen voor een nauwkeurigere inspectie. Hij sloeg het dekentje opzij en pakte het op.
Bijna ogenblikkelijk verkrampte de baby en keek met grote, verschrikte bruine ogen naar hem op. Haar mond opende zich wijd genoeg om hem een onwelkome blik op een paar amandelen te gunnen, waarna ze hem trakteerde op een schreeuw die een hele begraafplaats had kunnen wekken. Het meisje gilde moord en brand, en haar gezicht werd helemaal paars. Verlamd van schrik staarde hij naar haar.
‘Wat is er met haar aan de hand?’ wilde hij weten.
‘Ben jij ooit uit je bed opgepakt door een vreemdeling en in de lucht gehouden als een speeltje?’ vroeg ze fel, weerstand biedend aan de drang die ze voelde om Lydia uit zijn onhandige en ongevoelige handen te pakken.
Bij het horen van Sophies stem, draaide Lydia haar kleine hoofd. In een smekend gebaar strekte ze haar armpjes naar haar tante uit.
‘Misschien had je de moeite moeten nemen om ons eerst aan elkaar voor te stellen,’ zei hij nors, waarna hij het krijsende geval zonder enige aarzeling in de armen van Sophie dumpte.
Zodra de baby de warmte van Sophies armen voelde, viel ze stil. De stilte was zeer welkom, want zijn oren suisden nog na van het vreselijke gekrijs. Terwijl de baby zich met, wat hem betrof, wel heel erg veel gevoel voor drama aan haar tante vastklampte, beloonde die haar gedrag met een stortvloed van kusjes en troostende woordjes.