Wraak & verlangen(152)
Rafaello zuchtte. ‘Ik had toch gezegd hoe ik daarover –’
‘Je vader kan me te spreken krijgen wanneer hij maar wil, Rafaello,’ zei ze rustig. ‘Praten kan geen kwaad. Alles is beter dan dit gedoe.’
Onmiddellijk viel zijn vader haar bij. ‘Inderdaad, Rafaello. Je ziet het, het was helemaal niet nodig om halsoverkop naar huis te komen, want Glory hoeft niet beschermd te worden. We zijn nu familie – althans, dat zullen we aanstaande vrijdag worden – dus laten we proberen schoon schip te maken. Zullen we er even bij gaan zitten? Kom er vooral bij, Sam. Maar als je niet wilt, is dat ook goed, wat mij betreft.’
Gefascineerd sloeg Sam hem gade. ‘U praat nog meer dan Rafaello. Het zal niet meevallen om er een woord tussen te krijgen.’
‘Waarom denk je dat ik zo schreeuw?’ mopperde Rafaello. Hij sloeg een arm om Glory heen en trok haar tegen zich aan. ‘Sorry,’ fluisterde hij haar toe. ‘Ik wilde je echt beschermen.’
Nadat Glory was gaan zitten, nam Benito plaats op de sofa.
Sam hing tegen een vensterbank aan, en Rafaello stond kaarsrecht voor de open haard.
‘Nou, waar zullen we beginnen?’ vroeg Benito.
‘Ik wil graag de waarheid weten over mam en u,’ zei Glory. Na een vluchtige blik op zijn gezicht keek ze van hem weg. ‘Aangezien mam niet meer leeft, kan ik het haar niet meer vragen.’
‘Ben je nu helemaal?’ grauwde Rafaello. ‘Hoe kun je nu zoiets vragen?’
‘Als ik de moed had gehad, had ik precies dezelfde vraag gesteld,’ zei Sam, die vol waardering naar haar keek.
Benito rechtte zijn brede schouders. ‘Talitha en ik vonden allebei altijd dat we gelukkig getrouwd waren, maar toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, beseften we dat er meer was. Ik wist meteen dat ze mijn grote liefde was. Met haar voelde ik me compleet.’
Verbaasd keek ze hem aan. ‘Is dat echt zo?’
Hij wierp een blik op Rafaello, op wiens gezicht de schok duidelijk te zien was. Vervolgens richtte hij zich weer tot Glory. ‘We hielden zielsveel van elkaar, en een tijdlang kon de rest van de wereld ons gestolen worden. Het was erg zelfzuchtig van ons, dat geef ik direct toe. Nadat Talitha me had verteld dat ze zwanger van me was, zei ik tegen Rafaello’s moeder dat ik van haar wilde scheiden. Toen pas drong tot me door wat ik haar eigenlijk aandeed.’
Een blik op Rafaello leerde haar dat dit ook voor hem nieuw was. Opeens had ze vreselijk met hem te doen. ‘Eh… misschien is het toch niet zo’n goed idee om het hierover te hebben,’ zei ze. ‘Stom van me. Ik heb er gewoon niet bij –’
‘Nee,’ viel Rafaello haar in de rede. ‘Dit wil ik ook graag even horen.’ Hij wendde zich tot zijn vader. ‘Ik wilde dat je me het hele verhaal drie maanden geleden had verteld.’
‘Ach, jongen, je was die avond toch veel te kwaad om me aan te horen. Enfin, het was te veel voor Carina. Ze kreeg een zenuwinzinking.’ Hij zweeg even en staarde naar het vloerkleed. ‘Helaas deed ik zelfs toen niet meteen wat ik moest doen. Het was Talitha die vond dat we er een punt achter moesten zetten. We veroorzaakten veel leed en we moesten aan onze kinderen denken, vond ze. Wat ik ook probeerde, haar besluit stond vast. Ze wilde me nooit meer spreken en me ook niet meer zien.’
‘Tja. Mam kon van beton zijn als ze zich eenmaal iets had voorgenomen,’ merkte Sam op.
‘Dus ook jij bent door een Little in de steek gelaten.’ Met een blik waarin zowel verwondering lag als medelijden keek Rafaello zijn vader aan.
‘Ik vond u een zwakkeling die alleen achter mam aan zat omdat hij niets beters te doen had,’ bekende Sam verlegen. ‘Maar ik zie nu dat dat anders ligt. U had er dus ook verdriet van.’
Benito stond op en keek zijn oudste zoon recht in de ogen. ‘Ik moet je nog iets bekennen, Rafaello. Vijf jaar geleden heb ik Glory –’
‘Ach, begint u daar nu maar niet over,’ haastte Glory zich te zeggen. Rafaello had wel genoeg te verwerken gehad, meende ze.
‘Nee, ik wil horen wat je te zeggen hebt,’ zei Rafaello.
‘Ik heb zo het bange vermoeden dat er nu dingen besproken gaan worden die mij niet aangaan,’ mompelde Sam ongemakkelijk. ‘Mocht iemand me zoeken, ik ben in de buurt van de koelkast te vinden. Ik val namelijk zo langzamerhand om van de honger.’
Na Sams vertrek haalde Benito enigszins opgelucht adem. ‘Weet Sam hier iets van, Glory?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, en van mij zal hij het niet horen.’
‘Jij hebt dus wel degelijk gedreigd Glory’s vader te ontslaan als ze niet vertrok,’ zei Rafaello vol afschuw. ‘Glory noemde het chantage, maar ik geloofde haar niet. Ik geloofde jouw leugens. Waarom heb je tegen me gelogen?’