Wraak en liefde(13)
‘Vertel eens over jouw familie,’ zei ze om haar gevoelens van schuld en schaamte te omzeilen.
Er verscheen een ontspannen lach op zijn gezicht die zijn warme chocoladebruine ogen deed sprankelen. ‘Ik heb twee zusjes, Gianna en Lucia – allebei getrouwd en allebei in verwachting van hun eerste kind. Mijn moeder is een fantastische vrouw. Ze worstelt nog steeds met haar verdriet, ze mist mijn vader enorm, en dat gemis is alleen maar groter geworden nu de kleinkinderen die ze allebei zo graag wilden er bijna zijn. Ik zou het fijn vinden als ze jou snel kan ontmoeten. Wie weet doorbreekt dat haar eenzaamheid een beetje.’
‘Dat lijkt me een goed idee. Maar wat vertellen we haar over… ons? Ik bedoel, zal ze er niet van schrikken dat je zo overhaast getrouwd bent?’
‘Mijn moeder is een romantica in hart en nieren,’ zei hij. ‘Ik heb haar al over je verteld toen ik je tien jaar geleden ontmoette, en ze zal me geloven als ik zeg dat we elkaar na al die tijd weer gevonden hebben.’
‘Dus, eh… je gaat doen alsof je echt verliefd op me bent?’
‘Natuurlijk. Hoe zou ik anders zo’n overhaast huwelijk kunnen verklaren?’
‘Maar als ze me ontmoet… zal ze toch wel vermoeden dat er iets niet in de haak is?’
‘Hoezo?’
‘We houden niet van elkaar, om te beginnen, en dan is er ook nog de kwestie van… wanneer ik zover zal zijn om… met je te slapen.’
‘We beginnen ons huwelijk in dezelfde slaapkamer en in hetzelfde bed, Gemma. Daar sta ik op.’
Ze voelde zich verstijven. ‘Maar ik wil niet –’
‘Ik heb je gisteren al gezegd dat ik me niet aan je zal opdringen, en je kunt me op mijn woord vertrouwen. We zullen ons huwelijk pas consumeren als jij dat wilt, hoewel ik eigenlijk het probleem niet zo goed begrijp. Je bent een ervaren vrouw. Het zal niet lang duren voordat de aantrekkingskracht die ik voel wederzijds zal zijn.’
‘Het klinkt zo… zo klinisch… Alsof begeerte zomaar aan en uit gezet kan worden.’
‘Soms is dat ook zo,’ zei hij met weer die cryptische grijns op zijn gezicht.
Ze herinnerde zich maar al te goed hoe ongegeneerd ze met hem geflirt had, net zoals ze dat met andere jonge mannen ook had gedaan. Ze was een paar keer met hem uitgegaan, om later met haar vrienden hartelijk om hem te lachen omdat hij deuren voor haar openhield, stoelen voor haar aanschoof en haar adorerend aanstaarde in alle chique nachtclubs en dure restaurants waar ze naartoe wilde. Hij had zich altijd als een heer gedragen, en dat had indruk op haar gemaakt, ondanks alles wat ze haar vrienden had verteld. Hij was totaal anders geweest dan de andere jonge mannen waar ze mee uitging. Die probeerden altijd meteen met hun grijpgrage handjes aan haar te zitten, maar Andreas leek haar oprecht te respecteren. Hij had dwars door haar façade heen gekeken, had haar diepgewortelde gebrek aan zelfvertrouwen gezien en al die andere problemen die aan haar ziel knaagden, en dat was ze uiteindelijk als bedreigend gaan ervaren.
‘Waarom heb je zo’n hekel aan jezelf, Gemma?’ had hij gevraagd toen ze terugkwam van het toilet, waar ze haar maag snel en op onelegante wijze had verlost van de dure maaltijd waar hij zo hard voor gewerkt had.
Ze had haar haren geschud en een lach geforceerd. ‘Ik heb geen hekel aan mezelf, Andreas,’ had ze geantwoord. ‘Ik hou van mezelf. Kijk nou eens naar me. Ik ben rijk, slank en aantrekkelijk. Wat wil een meisje nog meer?’
De medelijdende en bezorgde manier waarop hij haar vervolgens had aangekeken, had in haar de woede opgeroepen die ze sinds het overlijden van haar moeder als een harnas droeg. Ze wilde van niemand medelijden, en zeker niet van een Italiaans kofferdragertje!
Ze had hem verleidelijk toegelachen, haar vingers over hem heen laten dwalen, hem geplaagd met een onuitgesproken belofte. ‘Je wilt me, Andreas, nietwaar?’ had ze fluisterend gevraagd. ‘Je wilt me heel erg graag.’
Zijn ogen waren donker geworden en zijn stem had hees en laag geklonken. ‘Dat weet je heel goed.’
Ze had een triomfantelijk gevoel gekregen en gedacht: zie je wel, Marcia. Mannen vinden me onweerstaanbaar, ook al denk jij er anders over.
‘Ik wil jou ook, Andreas,’ had ze hees gefluisterd. ‘Ik wil dat je me kust, dat je me aanraakt, dat je me van top tot teen het gevoel geeft dat ik een vrouw ben.’ Ze had hem bij de hand genomen en naar haar kamer in het hotel gebracht, en met een glittering in haar ogen gezegd: ‘Kom maar, Andreas. Laat me maar eens zien of je een echte man bent.’
Hij had voor haar gestaan met een terughoudende blik in de ogen. ‘Waarom ben je zo bang om jezelf te zijn?’ had hij gevraagd. ‘Je bent helemaal niet die grote flirt die je nu speelt. Je hebt verdriet, Gemma, en ik wil niet net als die mensen zijn die je om je heen verzamelt en er nog meer verdriet aan toevoegen. Ik wacht wel op het moment dat je mij als een gelijke benadert.’