Wei Zhi(29)
Merel veert op. ‘O ja, dat is ook zo! Heen-en-weerlijstjes. Ik heb ze samen met papa gemaakt. Toch best handig, hè, mam. Er staat precies op wat ik mee moet nemen als ik naar jou ga, en we hebben ook lijstjes voor hier gemaakt: één voor op de koelkast en één voor op mijn kamer, dan kan ik altijd kijken of ik alles bij me heb.’
‘Ja, heel handig! Als je vergeetachtig bent, is het goed om met lijstjes te werken.’
Merel knikt. ‘Het werkt vast goed.’
‘Maar je moet niet te veel bezig zijn met wat je allemaal níét kan, Merel. Kijk eens wat je allemaal wel kan.’ En Merels moeder wijst op de kraag waar Merel mee bezig is. Ze naait er knopen en lovertjes op. ‘Dat je dat doet, dat je dat kan! Ik ben heel trots op jou!’
‘Ja?’ Merel wordt er helemaal warm van. En volgende week, dan zal ze eens wat laten zien! Dan zal iedereen trots op haar zijn, óók haar vader!
‘Ik kan best lang achter elkaar iets doen, hè,’ gaat Merel dan verder.
‘Ja, best wel! Je zit al een uur bij mij aan tafel!’
‘Ook computeren kan ik heel lang volhouden, msn’en en hyven en zo.’
‘Nou meid!’
‘Maar van sommige dingen heb ik gauw genoeg,’ zucht Merel.
Haar moeder schiet in de lach. Ze laat de machine nog even snorren, knipt de draad af en houdt het felgekleurde shirt omhoog. ‘Nou, de mouwen zitten eraan. Nu alleen de kraag nog. Pas hem eens even!’
Als Merel haar hoofd door de hals steekt, vraagt ze: ‘En die medicijnen, dat hoeft niet, hè?’
‘Als jij niet wilt, beginnen we daar niet aan. O, ga eens in de spiegel kijken! Hij is nu al mooi!’
Merel ziet zichzelf in een vrolijk overhemd dat bestaat uit allerlei verschillende lapjes en felle kleurtjes, versierd met glimmende bandjes, lovertjes, knoopjes en kleine pompoentjes.
‘Prachtig!’ Merel doet er een zwarte legging bij aan en haar gebloemde gympen, en April heeft beloofd haar te schminken. Ze wordt een echte clown! En straks gaat ze oefenen met haar kleren aan, dan ziet het er al heel echt uit.
Merel oefent het hele weekend en elk vrij moment in de week erna, en is nog steeds niet helemaal tevreden.
Nog vijf dagen. Nog vier. De zenuwen lopen behoorlijk op. Nog drie dagen. Ze blijft dingen veranderen in haar act. Het moet lukken!
Nog twee dagen. Het is bijna niet uit te houden op school. Ze zit regelmatig op de gang te werken, maar dat is geen straf voor Merel. Juf Nienke heeft ook nog een keer met Merel gepraat.
‘Ik wil wel rustig doen, juf,’ heeft Merel uitgelegd, ‘en ik wil heus niet aldoor dingen hardop zeggen, maar het gebeurt gewoon. Ik zeg iets, en dan pas bedenk ik: O nee, ik mag niet zomaar wat roepen. Stom hè? En weet je, juf, het is een racebaan in mijn hoofd, allemaal woorden en gedachten die om het hardst elkaar achterna zitten, en dan kan ik ondertussen niet goed werken.’
Juf Nienke legt haar handen op de onrustige vingers van Merel die aan haar kleren frunniken. ‘En probeer eens om het te oefenen: eerst denken, dan doen. Eerst tot tien tellen, dan boos worden. Denk je dat je dat kan?’
Merel weet het niet, maar wil het wel proberen. Ze hebben ook afgesproken dat de juf af en toe een ansichtkaart op haar tafel legt. Daarop staat de zee met een prachtige zonsondergang. Die kaart op tafel betekent: nu echt even niets zeggen! De tijd dat Merel niets mag zeggen, wil de juf dan steeds langer maken. Verder mag Merel zelf naar de gang gaan als ze niet afgeleid wil worden.