Reading Online Novel

Wei Zhi(33)



                Met een boodschap doen kun je weer een kwartier vullen. En dan duurt het nog eeuwen voor het tijd is om te gaan. Gelukkig is de tweeling vroeg thuis, met een spelletje is ze weer een kwartier verder. Merel staat veel te vroeg op de uitkijk om te zien of April er al aan komt. Zodra die er is, wil Merel weg, naar het theater.

                ‘Je komt niet te laat, hè?!’ roept ze naar haar vader.

                Die lacht. ‘Tuurlijk niet! Heel veel succes!’

                Op haar eenwieler trekt ze veel bekijks. Ze gaat er gekke capriolen door uithalen, pas als April zegt: ’Straks breek je een been!’ fietst Merel rustiger verder.

                Bij de schouwburg kijkt ze naar de andere kinderen die aankomen. Er zijn twee wedstrijden vanmiddag, dit zijn alleen de kinderen van de basisschool. Merel is dus een van de oudsten. Zou dat een voordeel zijn of een nadeel? Ze worden bij de deuren opgevangen door iemand die hun de kleedkamers wijst.

                ‘Moet die mee naar binnen?’ Er wordt op Merels fiets gewezen.

                Ze houdt hem steviger vast. ‘Hij hoort bij mijn optreden.’

                In de kleedruimte zetten ze hun spullen neer, en Merel doet meteen een graai in de zak drop. April doet haar na. Eerst verkleedt Merel zich en daarna beginnen ze met schminken. Moeilijk, hoor, een tijd stilzitten, maar het resultaat is prachtig.

                ‘Wie volgt?’ vraagt April en een paar meisjes kijken haar verbaasd aan. Dan roepen ze snel: ‘Ik! Ik!’

                Dus is April nog een tijdje bezig met opmaken. Ze lijkt het wel leuk te vinden, ziet Merel. Zij gaat intussen op de gang nog even oefenen met jongleren, maar dat gaat niet zo super, de ballen rollen alle kanten op. Overal is het programma aangeplakt: er zijn vooral danseressen, muzikanten en popzangertjes. Merel is als vierde aan de beurt. Op het laatst weet ze niet meer hoe ze de tijd door moet komen, en kletst ze wat met April en een paar meiden, die duidelijk onder de indruk zijn van Merels grote zus met haar hippe kleren en haar uitbundig opgemaakte gezicht.

                Dan is het toch eindelijk tijd! Iemand heeft hun de zijgang gewezen waar ze hun beurt moeten afwachten. Nu gaan haar ouders en Marijn in de zaal zitten. Misschien zouden Janieke en Marloes ook nog komen kijken. De kriebels in haar buik nemen in heftigheid toe.

                Achter het podium is het donker, maar je ziet wel spullen liggen: een tafel, kabels, kisten, een rek voor kleren. Je moet er absoluut stil zijn, want vanuit de zaal hoor je alles wat hier wordt gezegd. Sommige kinderen hebben daar hun spullen klaargezet, Merel houdt alles in haar hand.

                Alles? Merel kijkt verschrikt naar haar handen. ‘April!’ gilt ze gedempt. ‘Mijn kegels!’

                April is met Merel meegegaan de gang op, het bevalt haar kennelijk wel, de rol van grote zus te midden van al die zenuwachtige kinderen. Maar nu kijkt ze Merel wanhopig aan: ‘Nee, hè?!’ Ze draait zich om. ‘Ik ga zoeken! Blijf staan waar je staat en verroer je niet!’

                ‘Ik had ze net nog!’ zegt Merel tegen haar verdwijnende rug.

                April blijft een tijdje weg. Merel luistert naar de openingstoespraak van de theaterdirecteur. Flarden van haar liedje flitsen intussen door haar hoofd. ‘Kom op, April!’ fluistert ze een paar keer. Een jongetje van een jaar of acht moet als eerste op voor zijn liedje. Hij heeft een mooi, maar dun stemmetje. O, daar is ze weer!

                ‘Hoe krijg je het voor elkaar?’ sist April.

                ‘Héb je ze?’

                ‘Ik zie ze nergens!’