Wat de doden weten(90)
Ooit, jaren eerder had iemand, een vriendin totdat het incident had uitgewezen dat de persoon in kwestie geen vriendin was en dat nooit was geweest – aan Miriam gevraagd of de kinderen biologisch gezien van Dave konden zijn, of hij de dochter van de Turners zwanger had gemaakt tijdens een of andere langdurige geheime affaire en dat ze samen dit uitgebreide verhaal hadden bedacht voor ze was doodgegaan, om wat voor reden dan ook. Miriam was er wel aan gewend geraakt dat niemand ooit gelijkenis tussen haar en de meisjes zag, maar ze vond het vreemd dat deze vrouw had gedacht dat ze iets van Dave in hen kon terugzien. Ja, hij had licht haar, maar dat van hem was stug en krullend. Ja, zijn huid was licht, maar hij had bruine ogen en een heel andere botstructuur. En toch zeiden mensen eens in de zoveel tijd: O, wat lijken de meisjes op hun vader, wat altijd een ongemakkelijk moment veroorzaakte, want Miriam wilde niet in de positie terechtkomen dat ze de meisjes moest verloochenen waar ze zelf bijstonden, maar ze kon het ook niet over haar hart verkrijgen om de verkeerde informatie te laten voortbestaan. Ze lijken zoveel op mij, wilde ze zeggen. Ze lijken zoveel op mij. Ze zijn mijn dochters en ik heb ze gevormd. Ze zullen betere versies van mij worden, sterk en veel zelfbewuster, in staat om voor elkaar te krijgen wat ze willen zonder egoïstisch of hebzuchtig te zijn, zoals de vrouwen van mijn generatie waren.
Vier uur. Vier uur te doden op een vliegveld en daarna nog eens drie uur tijdens de vlucht zelf, en ze was al bijna acht uur onderweg. Ze was om zes uur opgestaan om op tijd te zijn voor de auto die Joe voor haar had geregeld om haar naar het vliegveld te brengen, daarna had ze in Mexico-Stad met een lange vertraging te kampen gehad. De boekwinkel van het vliegveld had een goed assortiment, maar ze kon zich niet voorstellen dat ze zich nu op welk boek dan ook kon concentreren, en de tijdschriften leken haar nu te oppervlakkig, te ver van haar bed. Van de meeste actrices wist ze niet eens wie ze waren, aangezien ze thuis geen satellietschotel had. Qua gezicht en figuur leken ze in Miriams ogen schokkend veel op elkaar, net zomin van elkaar te onderscheiden als de poppen van Madame Alexander. De koppen schreeuwden over persoonlijke kwesties: verlovingen, scheidingen, geboortes. Dat moet Chet worden nagegeven, dacht ze. Dat soort dingen had hij buiten de lokale media weten te houden. Wat waren de verslaggevers meegaand geweest, wat terughoudend. Anders was het hele verhaal naar buiten gekomen: de adoptie, haar affaire, hun geldzorgen. Alles.
Dat kon nog steeds, realiseerde Miriam zich. Dat kon nog steeds. De wereld zou deze reünie, als die inderdaad plaats zou vinden, beslist niet geruisloos voorbij laten gaan. Het was bijna genoeg om haar de hoop te geven dat de vrouw in Baltimore inderdaad een leugenaar was. Maar dat was niet echt zo. Ze zou alles geven, de waarheid over haarzelf, hoe afschuwelijk en onaangenaam ook, de waarheid over Dave en hoe ze hem had behandeld – ze zou het zonder aarzelen allemaal inruilen voor de mogelijkheid om een van haar dochters terug te zien.
Ze pakte een armvol roddelbladen en besloot het te zien als huiswerk, de toekomstige beschrijvingen van haar leven.
30
‘Denk je dat het hiermee afgelopen zal zijn?’ vroeg Heather, starend uit het autoraam. Ze had vanaf het moment dat ze in de auto waren gestapt zachtjes zitten neuriën, steeds harder tot ze een hoog en hard geluid uitbracht tegen de tijd dat ze op de ringweg zaten. Het was Kay niet duidelijk of ze zich bewust was van wat ze deed.
‘Afgelopen?’
‘Zal het allemaal voorbij zijn als ik alles vertel?’
Kay deed niet vaak luchtig, zelfs niet over de kleinste dingen, maar de zwaarmoedigheid van deze vraag leek haar veelbetekenend. Zal het voorbij zijn? Gloria had niet de moeite genomen om die informatie te geven toen ze tegen twaalven opbelde en Kay vroeg – of opdroeg, eigenlijk, want ze gaf opdrachten alsof Kay voor haar werkte, alsof zíj degene was die alle gunsten verleend had en Kay degene die háár het nodige verschuldigd was – om te zorgen dat Heather om vier uur op het hoofdkantoor van openbare veiligheid zou zijn. En nu waren ze aan de late kant omdat Heather niet had geweten wat ze aan moest trekken. Ze was net zo prikkelbaar geweest als Grace wanneer ze zich aankleedde voor school, nergens tevreden over. Uiteindelijk nam ze genoegen met een vaal blauw knoopjesshirt en een tweedrokje, wat ondanks alles eigenlijk wel werkte met haar lompe zwarte schoenen, het enige uit haar oude garderobe wat ze nog aan wilde trekken. Kay vond al het gedoe nogal grappig, omdat Heather bepaald niet de indruk had gewekt dat ze zich druk maakte over haar uiterlijk. Zonde eigenlijk, want ze was een prachtige vrouw, gezegend met de eigenschappen die je alleen van de natuur kon krijgen: hoge jukbeenderen, het soort gestel dat nooit uitdijde naarmate je ouder werd, een goede huid.