Waarheen De Storm Ons Voert(2)
‘Hij was een goeie vader,’ zei ze alleen maar.
‘Dat is maar hoe je het bekijkt, juffie,’ sneerde de vrouw. ‘Kijk maar eens in welke rotzooi hij jou achterliet. Geen bruidsschat en je wordt de volgende maand al achttien. Geen man zal met je trouwen zonder zoiets, ofschoon ze je best zouden willen hebben… maar dan in hun bed. Ik heb mijn arme handen vol om ervoor te zorgen dat jij fatsoenlijk blijft. Ik ben namelijk niet van plan ook nog bastaards te vreten te geven. De lui hier wachten daar alleen maar op. Zij weten uit wat voor nest jouw ma kwam.’
Heather kromp in elkaar, maar haar tante ratelde verder. Zij richtte haar spleetogen op haar nicht en schudde vermanend haar vinger. ‘De duivel heeft zijn werk gedaan, toen hij jou maakte zoals zij. Een heks, dat was zij. Het is onnatuurlijk dat jij zo sprekend op haar lijkt. En zoals zij jouw vader geruïneerd heeft, zo zal jij iedere man kapot maken, die naar je kijkt. Het was de wil des Heren dat jij bij mij in huis kwam. Hij wist dat ik jou kon vrijwaren van zwavel en pek, waarvoor je eigenlijk bestemd was. Ik heb mijn plicht gedaan toen ik die onzedelijke jurken van jou verkocht. Jij bent trotser en verwaander dan goed voor je is. Mijn ouwe jurken zijn goed genoeg voor jou.’
Heather zou erom kunnen lachen. En als alles niet zo treurig geweest was, had ze het gedaan ook. Iedere zak zou haar nog beter gepast hebben dan de kleren van haar tante, want de vrouw was zeker twee keer zo zwaar als Heather. Iets anders mocht zij niet dragen, ouwe vodden, die een aanfluiting waren voor stijl en ontwerp. Fanny had Heather zelfs verboden de naden in te nemen om de jurken beter te laten passen; zij mocht alleen maar de zoom wat korter maken, zodat zij er niet op trapte.
De vrouw raadde Heather’s gedachten en sneerde: ‘Ondankbare, kleine bedelares! Vertel me eens, waar jij nu geweest zou zijn, als je oom en ik je niet in huis genomen hadden? Als je pa verstandig geweest was, had hij je met een goede bruidsschat uitgehuwelijkt. Maar niks hoor, hij hield jou bij zich, omdat hij dacht dat jij nog te jong was om te trouwen. Nou ja, nu is het te laat voor je. Als je sterft, zul je als oude vrijster begraven worden… en ook als maagd. Daar zorg ik wel voor.’
Opnieuw keerde Fanny terug naar het enige andere vertrek, dat de hut rijk was, nadat zij Heather gewaarschuwd had op te schieten met haar werk omdat ze anders kennis zou maken met de roede. Heathers vingers werkten sneller. Zij had die stok al eerder gevoeld. Gewoonlijk versierden rode striemen haar rug nog dagen na zo’n pak slaag. Fanny scheen er een echt genoegen in te scheppen Heathers naakte vlees te bewerken.
Heather durfde niet opnieuw te zuchten omdat zij bang was de aandacht van haar tante te trekken, maar zij was doodmoe van haar werk. Voor het aanbreken van de dag was zij al op geweest en bezig een feesteten klaar te maken voor het met groot verlangen tegemoet geziene bezoek van Fanny’s broer. Heather twijfelde eraan of zij het nog veel langer zou kunnen volhouden.
Een paar dagen geleden was er een brief gekomen, waarin stond dat hij die avond komen zou. Fanny had Heather direct na het ontvangen van het berichtje opdracht gegeven met de voorbereidingen te beginnen. Zij had zelfs de moeite genomen een kostbaar kopje op een schoteltje recht te zetten. Heather had heel wat geweldige verhalen over hem gehoord en vermoedde, dat Fanny’s broer het enige schepsel was, menselijk of anders, waar zij iets om gaf. Oom John had Heather in dat geloof versterkt, toen hij haar vertelde dat er niets was, dat Fanny niet voor haar broer doen zou. Zij waren maar met z’n tweeën geweest, en omdat zij tien jaar ouder was dan haar broer, had zij hem van baby af grootgebracht. Maar tegenwoordig waren zijn bezoeken veel zeldzamer. Voordat alles klaar was, hing de zon al als een rode bal aan de westelijke hemel. Fanny keurde tenslotte alles goed en gaf Heather opdracht nog meer kaarsen bij te zetten, die dan straks aangestoken konden worden.
‘Het is al vijf zomers geleden, sedert mijn arme ogen mijn broer gezien hebben, en ik wil alles doen om het hem zo gezellig mogelijk te maken. Mijn Willy is het beste gewend wat Londen te bieden heeft, ik zou niet graag willen dat hij hier iets niet in orde zou vinden. Hij is niet zoals jouw oom of pa. Mijn broer heeft een hele hoop geld omdat hij zijn hoofd gebruikt.’ Zij wees naar haar eigen grote hoofd om haar bewering kracht bij te zetten. ‘Je ziet hem zijn rijkdom niet weggooien in speelholen, of op zijn luie kont zitten, zoals je oom. Hij is een man, die zich zijn eigen kansen schept. Er is geen betere lakenzaak in Londen dan de zijne. Hij heeft zelfs iemand die voor hem werkt, weet je!’
Tenslotte gaf zij Heather het lang verbeide bevel zich te gaan opknappen.
‘En Heather, trek de jurk aan, die je pa je gegeven heeft. Die zal je goed staan. Ik wil dat mijn broer het hier leuk heeft zonder dat de vodden, die jij draagt, het feest bederven.’