Reading Online Novel

Waarheen De Storm Ons Voert(175)



‘Ik zal proberen het niet te lang te maken, liefste. Als jij graag naar bed gaat als je Beau verzorgd hebt, zal ik wel een of ander smoesje vinden om Louisa af te poeieren nadat de zaken afgewikkeld zijn, en haar naar huis sturen.’

‘Doe dat, alsjeblieft,’ mompelde Heather. ‘Ik ben bang dat ik nog niet over de schok van vanmiddag heen ben, Ik zie haar vanavond liever niet meer.’ Zij beet op haar onderlip, ‘Oh Brandon, zij is zo vastbesloten ons uit elkaar te scheuren. Ik haat haar.’ Zij keek naar Beau, die haar borst met zijn handjes kneedde, en lachte een beetje zenuwachtig. ‘Wat ik nodig heb, is een lekker, heet bad, zodat ik mijn moeilijkheden met haar kan vergeten.’

Hij grinnikte. ‘Ik zal zorgen dat er water warm gemaakt wordt. Nog iets anders, liefje?’

‘Ja,’ antwoordde zij zacht. ‘Kus me zo, dat ik zeker weet dat die andere vrouw geen enkele kans bij jou heeft.’

Hij glimlachte en deed wat zij vroeg. Na zijn kus bleef er geen twijfel meer bij Heather achter.

Nu het stuk land van hem was, neuriede Brandon zacht bij zichzelf, toen hij de trap op liep, Hij was blij dat hij Heather het afdingen en handelen bespaard had.

Hij zuchtte diep.

Een ding moest hij Louisa altijd nageven: zij was brutaal en had stalen zenuwen. Zij was begonnen met het opvallend voorstel hun oude relatie weer te herstellen, waarbij zij onwaardige en vulgaire voorstellen gedaan had hem te verleiden. Deze pogingen hadden bij hem echter alleen maar afkeer gewekt. Tenslotte had zij hem het land tegen een idioot hoge prijs aangeboden. Haar tot een redelijk bedrag terug te brengen had hem heel wat moeizame overreding gekost.

Zij had gesmeekt en daarbij alle trots overboord gegooid: zij had gedreigd met niet te verkopen en had hem voorstellen gedaan als de eerste, de beste hoer. Hun ontmoeting had bij hem een vuile smaak achtergelaten en hij vroeg zich af, hoe diep zij nog zou zinken bij haar jacht op geld. Het was algemeen bekend dat zij op zwart zaad zat en dringend geld nodig had, maar Heather had eens in nog beroerder omstandigheden verkeerd, en zij had zichzelf niet verkocht of openlijk om hulp gesmeekt.

Heather - zijn geliefde!! Alleen de gedachte aan haar al spoelde de nare smaak weg, die Louisa bij hem achtergelaten had. Hij dacht aan het ogenblik bij de houtzagerij, toen zij half ontkleed tegen hem aangestaan had, en zijn hart klopte sneller. Hij moest ervoor zorgen dat er sloten aan de binnenkant van de kantoordeur kwamen. Dan zou zij een volgende keer niet zo zenuwachtig zijn. Hij grinnikte inwendig. Als zij bij hem was, was hij erger dan een bronstig hert. Dan dacht hij steeds aan haar in zijn armen, aan haar zacht, warm lichaam, dat zich tegen het zijne plooide, aan haar heerlijke benen om hem heen. Het hete bloed raasde door zijn aderen en zijn gedachten vlogen terug naar een paar dagen geleden, toen hij haar tijdens een rit te paard had overgehaald met hem te gaan zwemmen in de kreek. Een beetje schuchter had zij haar kleren bij helder daglicht uitgetrokken, want zij was bang dat iemand hen zien zou. Maar nadat hij haar verzekerd had, dat deze plaats zo afgelegen was, dat er nooit iemand kwam en haar op de bomen en struiken, die de kreek omgaven, gewezen had, had zij zelfs toegegeven, dat het best leuk kon zijn. Hij had toegekeken, hoe zij zich uitkleedde en toen zij, evenals hij, in het water stond, waren zijn verlangens duidelijk te zien. Zij zag het en wist meteen, hoe de zwempartij zou eindigen. Speels had zij hem uitgedaagd en was in het water gedoken. Happend naar adem in het ijskoude water was zij met snelle slagen weggezwommen en probeerde de afstand tussen hen beiden zo groot mogelijk te maken. Hij had gegrinnikt om haar pogingen en haar gemakkelijk ingehaald. Hij kwam langszij en dook om haar enkel te pakken en haar in zijn armen te trekken. Hij glimlachte, toen hij eraan terugdacht. Het was een zeer aangename middag geweest.





Hij opende de deur van de slaapkamer en bleef staan, terwijl hij het beeld in zich opnam. Heather zat in de badkuip. Zoals hij haar daar zag, leek het hele tafereel erg veel op de scène toen die avond in Londen, lief, begerenswaardig, onweerstaanbaar mooi met het kaarslicht op haar natte, glinsterende huid, haar haren opgestoken, met hier en daar een los krulletje. Zij glimlachte, toen hij de deur dicht deed en op haar toekwam om zich tenslotte over haar heen te buigen, steunend met beide handen op de rand van de kuip.

‘Goeieavond, liefste,’ mompelde hij.

Zij liet een natte vinger over zijn lippen glijden. ‘Goeieavond, m’lord,’ antwoordde zij zacht en liet haar hand achter zijn hoofd glijden, toen hij haar naar zich toetrok.

Het oogsten in september begon en toen de opbrengst naar de markt gebracht werd, waren de straten van Charleston een en al bedrijvigheid. Er waren kopers en verkopers en een groot aantal mensen, die tot geen van beiden behoorden, maar die toch een graantje wilden meepikken van de grote bedragen, die iedere dag van eigenaar veranderden. Er waren rijken en armen, bedelaars en dieven, scheepseigenaren en slaven. Een grote groep mensen kwam alleen maar om in koetsen, cafés en herbergen te zitten, de drukke menigte te bekijken en commentaar te geven op de eindeloze stroom mensen, die hun oog passeerden. Overdag was de stad een gevierd handelscentrum, ‘s Nachts echter veranderden de activiteiten en werd Charleston een heksenketel, waar iedereen wel iets van zijn gading vond.