Reading Online Novel

Vierspel(27)



‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ zegt ze, en ze schroeft het volume nog maar eens wat op. ‘Ik ben op vakantie geweest, en ik ben nog niet terug of je valt me aan. Waarom moet dat nou?’

‘Ik val je niet aan… laat maar gaan. Dit gesprek heeft geen zin. Vergeet het maar, ja?’

‘Nee,’ zegt ze. ‘Je kunt me niet zomaar ergens van beschuldigen en vervolgens net doen of je niks hebt gezegd.’

‘Ik had er niet over moeten beginnen,’ zeg ik. Zo eindigt het altijd als ik iets tegen Lorna zeg wat ook maar een beetje iets weg heeft van kritiek. Ik had dus zo onderhand beter moeten weten.

‘Nee,’ zegt ze nog eens. ‘Je meende het. Je hebt hier duidelijk al die tijd dat ik weg was op zitten broeden…’

‘Wat is er aan de hand?’

O, geweldig, de cavalerie komt aangestormd in de persoon van Joshua op zijn machtige witte ros.

‘Niks,’ zeg ik. ‘Alles in orde.’

‘Rebecca denkt dat ik expres de telefoon niet opneem,’ zegt Lorna, en keurig getimed rolt het leger waterlanders langs haar gezicht. ‘Ze denkt dat ik wacht zodat zij het wel moet doen. Dat ik net doe of ik druk ben ook al ben ik dat niet, of zo.’

Ze barst los in luidruchtig snikken. En zo ben ik alweer de kwaaie pier. Ik vraag me af of er mensen zijn die ook zo huilen als ze in hun eentje zijn, met al dat gekreun en gejammer. Als er geen publiek bij is. Ik waag het te betwijfelen. Joshua legt een vaderlijke hand op Lorna’s schouder.

‘Rebecca?’ vraagt hij.

Ik zucht eens diep.

‘Ik denk dat Lorna soms de telefoon laat gaan in de hoop dat ik hem aanneem, ja, inderdaad. Ook al ben ik duidelijk ergens heel druk mee, en zij niet,’ voeg ik er voor de goede orde aan toe.

Hij moet toch ook inzien dat het een redelijke klacht is. Bezien vanuit zijn standpunt en dat van Melanie, willen zij gewoon dat de telefoon zo snel mogelijk wordt opgenomen door iemand die klinkt alsof ze daar plezier in heeft.

Lorna snikt nog een keer goed getimed en Joshua keert zich naar haar om, en heeft zo vol zicht op haar Niagara Falls. Dan kijkt hij weer naar mij, en uit zijn oude, wijze ogen spreekt de teleurstelling.

‘Dit moet echt afgelopen zijn.’

Zodra hij weer in zijn kantoortje zit, kijkt ze me aan en glimlacht nerveus.

‘Sorry,’ zegt ze. ‘Ik wilde je niet in de nesten werken.’

Ik stort me zonder nog iets te zeggen op mijn werk. Als de telefoon een paar minuten later gaat, neemt zij hem al bij de tweede beltoon op.

Als ik terugkom van de lunch staan Lorna, Melanie en Joshua klaar, met hun jassen aan. Ik voel me ontzettend buitengesloten als ze met zijn drietjes naar een restaurant lopen. Niet dat ik zo graag met mijn bazen zou willen lunchen – ze hebben het me al vaak aangeboden, maar ik verzin altijd een smoesje om niet te hoeven – maar mijn slechtste en meest paranoïde instincten gaan met me aan de haal als ik niet uitgenodigd ben en Lorna wel. En raad eens wat? Dit keer is er niet eens sprake van paranoia. Dit keer heb ik alle reden om me zorgen te maken, want als ze terugkomen heeft Lorna een kamerbrede grijns op haar gezicht.

‘O, Rebecca,’ zegt ze nog voor ze haar jas uit heeft. ‘Je raadt nooit wat er is gebeurd!’

En ik hoef uiteraard niet te raden, want ze neemt nauwelijks de tijd om te ademen voor ze verder raast.

‘Eigenlijk mag ik er niks over zeggen. Ik denk dat Joshua en Melanie het je liever zelf vertellen, maar als ik het niet met iemand deel dan knap ik, en ik wil het Alex niet over de telefoon zeggen.’

Oké, dit wordt dus iets heel ergs. Mijn gedachten springen naar dat wat het meest voor de hand ligt – ze is zwanger. Ze krijgt een kind van Alex en onze levens zullen voorgoed met elkaar verbonden zijn. De tweeling krijgt een broertje of zusje dat het product is van Alex’ totaal bizarre relatie met de duivel. Hoewel ik niet helemaal snap waarom Joshua en Melanie mij dat zouden willen vertellen.

‘Ik word de nieuwe agent,’ zegt ze, maar ik heb moeite om haar woorden te verwerken. Er is de laatste tijd veel gesproken over het feit dat er te veel nieuwe cliënten zijn en dat Joshua en Melanie dat samen niet meer kunnen behappen, zodat er in de toekomst misschien een nieuwe kracht moet worden ingehuurd. Het bureau zou dus moeten uitbreiden. Het klonk tot nu toe altijd heel vaag en ver weg, en ik dacht altijd dat ze iemand van buiten zouden aantrekken. Iemand met ervaring die zelf een paar trouwe cliënten zou meebrengen. Iemand anders dan Lorna.

Ik luister weer.

‘Ik begin gewoon met helpen bij de mensen die we al hebben. En misschien neem ik er later een paar helemaal voor mijn rekening, waarschijnlijk de minder succesvolle. Maar ik mag ook zelf cliënten inbrengen. Sterker nog, ze willen dat ik daar meteen al mee begin. Ze zeiden dat ze er al eeuwen over dachten om me dit aan te bieden, maar ze moesten eerst kijken of het allemaal kon, want, nou ja, ik ga nu natuurlijk ook meer verdienen…’