Vierspel(23)
‘Maar ik wilde helemaal niet weer aan het werk,’ zegt ze, en er trekt een geërgerde blik over haar gezicht. ‘Ik wilde graag thuisblijven om de jonge moeder uit te hangen. Maar zelfs toen weigerde hij om ook maar te overwegen een baan te gaan zoeken.’
Ik ben geschokt. Ik had echt geen idee. Het leek mij juist zo’n geweldige en moderne oplossing.
‘Ik heb dag in dag uit zitten huilen op kantoor,’ zegt ze. ‘Maar Alex hield vol dat hij zomaar in de fuik zou zwemmen als hij weer aan het werk ging, en dat hij dan helemaal nooit meer aan schrijven toe zou komen.’
‘Jemig,’ zeg ik. ‘Dat wist ik helemaal niet.’
Isabel is nu los: ‘En om je de waarheid te zeggen, ik heb geen idee wanneer hij voor het laatst echt iets op papier heeft gezet.’
‘Ik dacht altijd dat jij zo gek was op je werk,’ zeg ik nogal lamlendig.
‘Dat is ook zo, maar ik was er liever een poosje tussenuit gegaan. En ik had graag de mogelijkheid gehad om parttime te werken, zodat ik tenminste nog een beetje tijd bij mijn dochters had kunnen doorbrengen toen ze nog klein waren. Zeg,’ vraagt ze, ‘vind jij nou dat Alex kan schrijven? Ik bedoel, jij hebt wel eens iets van hem gelezen, toch? Denk je dat hij ooit een groot toneelschrijver wordt?’
Ik bloos. Ik wil Alex niet al te hard afvallen, maar ze heeft wel een punt.
‘Ik geloof het niet, nee,’ zeg ik. ‘Nee.’
‘Hij probeert het nu al twaalf jaar. En in al die tijd heeft hij niet één keertje gedacht: goh, misschien moest ik toch maar eens parttime gaan werken en mijn steentje bijdragen aan het gezinsinkomen, en dan schrijf ik wel op de dagen dat ik niet werk. Het kon hem namelijk allemaal niets schelen. Het draaide altijd om hem en zijn prettige leventje. Hij wilde de hele dag maar wat aanrommelen en flirten met de moeders op school.’
Ik wil net zeggen dat dat toch niks voor Alex is, maar dan realiseer ik me dat het juist wel iets voor Alex is, en dus hou ik mijn mond.
‘Dat gedoe met het schrijven, dat was gewoon een afleidingsmanoeuvre. Want als hij beweert dat hij schrijver is, dan vraagt niemand waarom hij niet werkt. Niemand heeft enig idee of hij daadwerkelijk dingen schrijft, en meneer kan mooi de gekwelde kunstenaar uithangen. Maar zelfs ondanks al die dingen heb ik nooit overwogen om bij hem weg te gaan. We zouden er samen iets van maken, dat hadden we elkaar beloofd. En ik hield van hem.’
‘Waarom heb je me dat allemaal nooit verteld?’ vraag ik, want ik ben gek genoeg gekwetst dat ze me niet eerder in vertrouwen heeft genomen.
‘Omdat,’ zegt ze, ‘nou ja, omdat jij het altijd zo geweldig vond, met ons vieren. Jij zei altijd dat je het zo fantastisch vond hoe het allemaal had uitgepakt. Ik weet niet. Ik wilde je niet teleurstellen, denk ik.’
Ze heeft gelijk. Ik was altijd verwonderd over de mazzel dat we elkaar hadden gevonden. We vormden een perfecte eenheid, als twee Siamese tweelingen die toevallig op elkaar verliefd waren geworden.
Ik probeer het allemaal tot me door te laten dringen. Isabel drinkt haar koffie en kijkt me aan. Ik zie hoe graag ze begrip van mij wil.
‘Het spijt me zo, Izz,’ zeg ik. ‘Als ik had geweten dat… Nou ja, ik weet niet wat ik had gedaan als ik het had geweten. Misschien had ik je er wel van willen overtuigen dat het allemaal maar in je hoofd zat, en dat er eigenlijk niks mis was. Dus daar had je ook niks aan gehad.’
Ze lacht. ‘Het was je waarschijnlijk nog gelukt ook. Jij bent ontzettend overtuigend als je het op een pruilen zet. Maar dan was hij nog steeds bij me weggegaan.’
Ik heb het gevoel dat we hier voorlopig even over uitgepraat zijn. Er is nog heel veel wat ik haar wil vragen, maar ik wil me niet opdringen, en dus begin ik over iets anders.
‘Hoe is het met de meiden?’
‘O, nog altijd hetzelfde,’ zegt ze. ‘Die zijn doodongelukkig. Ze begrijpen maar niet waarom hij het heeft gedaan.’
We maken een speelafspraak voor de kinderen, zodat de meisjes William weer eens goed voor zich kunnen laten rennen. Dat zal ze wel opvrolijken. Er is overduidelijk een onderwerp dat we niet aansnijden, en dat is Alex’ liefdesverklaring aan mij. Ik vraag me heel even af of die wetenschap haar misschien op de een of andere manier kan opbeuren. Dan ziet ze tenminste dat hij haar verdriet niet waard is. Maar het is me het risico niet waard. En trouwens, als ik het aan haar vertel, dan zal ik het ook aan Dan moeten opbiechten, en ik zie niet in wat we daarmee opschieten. Dus al vind ik het nog zo erg om iets geheim te houden voor hem – los van het verstoppen van zijn kerst- en verjaardagscadeautjes heb ik dat dan ook nog nooit gedaan -, in dit geval weet ik zeker dat dat toch het beste is. In Dans geval is het echt ‘wat niet weet, dat niet deert’.