Reading Online Novel

Verslaafd aan jou(55)



    Hij keek naar me met compassie in zijn ogen en voelde zich duidelijk ongemakkelijk. ‘Het is niet aan mij om me ermee te bemoeien. Ik ben maar je baas en dat betekent dat ik maar tot zover kan gaan en niet verder, maar ik ga nu wel verder omdat ik je graag mag, Eva, en ik wil dat je hier nog lang blijft werken.’

    Ik kreeg een raar gevoel in mijn buik. ‘Dat is mooi. Ik vind het echt heel leuk hier.’

    ‘Mooi. Mooi, daar ben ik blij om.’ Hij glimlachte even naar me. ‘Wees... wees gewoon een beetje voorzichtig met Cross, oké?’

    Ik knipperde met mijn ogen, verbaasd over de richting die het gesprek nam. ‘Oké.’

    ‘Hij is briljant, rijk, en sexy, dus ik begrijp waarom je je tot hem aangetrokken voelt. Hoeveel ik ook van Steven hou, toch raak zelfs ík een beetje van de wijs bij Cross. Hij heeft gewoon dat ­effect op mensen.’ Mark praatte snel en schoof met duidelijk ongemak heen en weer. ‘En ik zie echt wel waarom hij in jou geïnte­resseerd is. Je bent mooi, slim, oprecht, attent... Ik kan nog wel doorgaan, want je bent super.’

    ‘Dank je,’ zei ik zachtjes, en ik hoopte dat ik er niet zo misselijk uitzag als ik me voelde. Het was juist dit soort waarschuwingen van vrienden en het besef dat anderen me alleen maar zagen als het zoveelste ‘snoepje van de week’, dat mijn onzekerheden aanwakkerden.

    ‘Ik wil gewoon niet dat je gekwetst wordt,’ mompelde hij. Hij zag er al net zo miserabel uit als ik me voelde. ‘Voor een deel is dat gewoon eigenbelang. Ik wil niet een geweldige assistente verliezen omdat ze niet in hetzelfde gebouw wil blijven werken als haar ex.’

    ‘Mark, het betekent heel veel voor me dat je om me geeft en dat ik waardevol voor je ben hier. Maar je hoeft je geen zorgen om me te maken. Ik ben een grote meid. Trouwens, er is niets wat ervoor kan zorgen dat ik deze baan opzeg.’

    Hij blies zijn adem uit, duidelijk opgelucht. ‘Oké. Laten we erover ophouden en aan het werk gaan.’

    En dat deden we, maar ik trakteerde mezelf alvast op toekomstige kwellingen door een dagelijks Google Alert in te stellen voor Gideons naam. En tegen de tijd dat het vijf uur was, verspreidde het besef van mijn vele tekortkomingen zich nog steeds als een vlek door mijn geluk.

    Gideon was net zo stipt als hij had gedreigd en leek mijn peinzende bui niet op te merken toen we met de drukke lift naar beneden gingen. Meer dan één vrouw in de lift wierp een vluchtige blik in zijn richting, maar dat soort dingen vond ik niet erg. Hij was nou eenmaal lekker. Ik zou verbaasd zijn geweest als ze niet hadden gekeken.

    Hij pakte mijn hand toen we voorbij de draaihekjes waren en strengelde zijn vingers in die van mij. Het eenvoudige, intieme gebaar betekende op dat moment zoveel voor me dat ik mijn greep op hem versterkte. En daar zou ik erg voor moeten oppassen. Het moment dat ik dankbaar zou worden dat hij tijd met me doorbracht zou het begin van het einde betekenen. We zouden geen van beiden nog respect voor me hebben wanneer dat gebeurde.

    De Bentley suv stond bij de stoeprand en Gideons chauffeur stond klaar bij het achterste portier. Gideon keek me aan. ‘Ik heb wat sportkleren laten inpakken en laten brengen, voor als je erop stond naar jouw sportschool te gaan. Equinox, toch? Maar we kunnen ook naar die van mij gaan.’

    ‘Waar is die van jou?’

    ‘Ik ga het liefst naar de CrossTrainer op Thirty-fifth Avenue.’

    Mijn nieuwsgierigheid over hoe hij wist naar welke sportschool ik ging, verdween toen ik het ‘Cross’ in de naam van zijn sportschool hoorde.

    ‘Je bent toch niet toevallig de eigenaar van die sportschool, of wel?’

    Hij grijnsde. ‘Van de keten. Gewoonlijk beoefen ik gemengde vechtsporten met een personal trainer, maar af en toe ga ik naar de sportschool.’

    ‘Van de keten,’ herhaalde ik. ‘Natuurlijk.’

    ‘Jij mag kiezen,’ zei hij hoffelijk. ‘Ik ga naar waar jij heen wilt.’

    ‘Naar die van jou, natuurlijk.’

    Hij deed het achterste portier open en ik gleed naar binnen en naar de andere kant. Ik zette mijn handtasje en mijn sporttas op schoot en keek uit het raam toen de auto optrok. De sedan die naast ons reed was zo dichtbij dat ik niet ver zou hoeven leunen om hem aan te raken. Spitsuur in Manhattan was iets waar ik nog steeds aan moest wennen. Californië had ook verkeer dat bumper aan bumper stond, maar dat ging in een slakkengang. Hier in New York was het verkeer zo druk en zo snel dat ik vaak mijn ogen wilde sluiten en bidden dat ik het zou overleven.