Verlossing(26)
Kon het iets zijn waar ze niet aan hadden gedacht? Stel dat er via vuile spuiten een ziekte werd verspreid die het immuunsysteem zodanig verzwakte dat het vatbaarder was voor een overdosis? Een soort endemie bij verslaafden? Misschien. Ze moesten in elk geval alle ziekenhuizen even bellen.
Ze moesten ook de drugsscene uitkammen. Lone Slevatn kon geen verklaring meer afleggen; ze moesten anderen zien te vinden. Andersen was akkoord gegaan met de kosten van alle obducties van overdosisdoden die de komende twee weken binnenkwamen. Als ze dan nog niets hadden gevonden, moesten ze het opnieuw bekijken, omdat het budget tot november al verbruikt was, zoals gewoonlijk. Halvor dacht, zoals hij al zo vaak had gedacht, dat hij, als hij een crimineel in Oslo was, zijn misdaden in december zou begaan. Budgetbewaking had maar twee voordelen, een voor de commissaris en een voor de andere werknemers van Geweldsdelicten: Andersen verzekerde zich ervan dat zijn budget voor het volgende jaar niet werd ingekrompen en de werknemers konden in het algemeen op een lange kerstvakantie rekenen. En dat konden de meesten wel gebruiken, met een gemiddelde van tegen de vijfhonderd overuren.
Hoe dan ook – hij wilde erg graag meer weten van wat Lone Slevatn tegen Hans Petter had gezegd. Hij had de rijst al opgezet en nu gooide hij het vlees in de pan, terwijl hij met zijn schone hand zijn mobieltje pakte.
‘Met Halvor. Heb je nu iets meer tijd?’
‘Dat is nogal een understatement. Ik ben nog in het Ullevål en wacht tot ik bij onze duivel word toegelaten. De dokter laat me er niet in, omdat de man ter observatie ligt wegens de drugs die hij op de plaats delict al stofzuigend tot zich heeft genomen. Bovendien wachten ze nog op een paar testresultaten.’
Halvor drukte extra hard op de filetjes in de veronderstelling dat ze dan sneller klaar waren. ‘Wachten op testresultaten.’ Hij werd nog eens gek van die uitdrukking. Politieman zijn was net als oorlog voeren: het bestond voor het grootste deel uit wachten, in elk geval in het begin van een zaak.
Tegen Hans Petter zei hij: ‘Kun je me zeggen wat Lone Slevatn vertelde?’
‘Ik moet wel toegeven dat ik geen erg zorgvuldige aantekeningen heb gemaakt. Want ik deed het vooral als vriendendienst tegenover mijn oude jaargenoot.’
‘Maar je hebt je oren toch wel gespitst toen ze over overdoses begon, zoals ik je had gevraagd?’
Er viel een kleine pauze. Hans Petter had voor elk woord ongewoon veel tijd nodig toen hij zei: ‘Ja, dat wel. Maar ze was heel onsamenhangend en…’
‘Vertel me nou maar wat je je hier en nu herinnert, dan kun je de wachttijd daar gebruiken om notities te maken. Ik wil uiterlijk om negen uur morgenochtend een rapport op mijn bureau hebben.’
‘Oké.’ Hans Petter voerde het tempo nu op: ‘Ze zei dat ze gistermiddag op Oslo Centraal was geweest en dat ze daar de gebruikelijke twee kwartjes voor haar vriend en zichzelf had gekocht. Voor zover ik het begreep, is ze later op de dag naar de kiosk gegaan om chocola te kopen en terwijl zij weg was, kon hij blijkbaar niet wachten. Toen ze thuiskwam, was hij al blauw. Ze deed alles wat ze moest doen, maar lang voordat de ziekenwagen kwam was hij al dood.’
‘Maar waarom dacht ze dat het moord was?’
‘Dat is mij ook niet helemaal duidelijk. Ze zei dat hij niet meer had genomen dan normaal. Dat kon ze zien aan de manier waarop hij de doses had verdeeld.’
‘Ja, maar hij kan het toch met iets vermengd hebben? Slaapmiddelen of zo, Rohypnol? Dan verlies je toch steeds meer de controle?’
‘Toen ik dat suggereerde, werd ze kwaad. Niemand wist beter dan zij wat ze in huis hadden, zei ze, en ze waren helemaal door de andere drugs heen. Ze hadden volgens haar zelfs geen paracetamol.’
‘Ze had erg veel vertrouwen in haar vriend, begrijp ik.’
‘Ja. Ze zei dat ze al acht jaar bij elkaar waren. Dat is vast heel bijzonder in die kringen.’
‘Had ze verder niets concreets?’
‘Nee. Verder waren het alleen vermoedens. Ze was ervan overtuigd dat er iets mis was met de heroïne. Ze was namelijk de laatste die wat kreeg en ze was er vol van dat het zakje uit een andere jaszak kwam dan de andere.’
‘O? Dat is geen verkeerde informatie. Ze kreeg het van een vrouw, zei ze. Heb je haar naam?’
Hans Petter zuchtte. ‘Nee.’
‘Nee??’
‘Dat was toen ze wegging. Ze zweette als een otter, omdat ze het spul dat haar vriend had genomen, niet durfde te gebruiken. Ze had overleefd op twee valiumpillen die ze het ambulancepersoneel gisteravond had weten af te troggelen. Die waren uitgewerkt, zogezegd. We werden het erover eens dat ze terug zou komen als ze een “oppepper” had gehad en ik beloofde dat ik in de tussentijd de zaak zou bekijken.’