Troost en Geluk(57)
2
Vincent stapte uit de landrover en liep traag naar de werkplaats. Hij stond bijna op de drempel toen Hannah over het erf brulde: 'De koffie staat klaar.' Hij knikte en zei: 'Ik kom zo.'
Vanuit de koeienstal riep zijn vader tegen hem: 'De Duchess ligt weer dwars vanochtend. Hooguit een liter of vijf.'
'O, ja?' Vincent knikte afwezig, ging de werkplaats binnen en liet de deur openstaan, omdat hij wist dat zijn vader hem achterna zou komen.
Sean kwam ook binnen en zei zonder inleiding: 'Weet je zeker dat je het kunt, Vin? Helemaal alleen, bedoel ik. Zelfs als ik je help met inpakken en zo, is het een hele klus om de kisten naar het station te krijgen.'
'Ik heb een tweedehandse vrachtwagen op het oog.'
'Aha! Zo mag ik het horen.'
'Hoor eens, pa...' Vin trok zijn jack uit, zette een draaischijf aan, en vervolgde toen: 'We hebben dit allemaal al besproken. Doe je echt mee?'
'Wie zei dat ik niet zou meedoen? Wees eerlijk, jongen. Natuurlijk doe ik mee, voor honderd procent. Maar ik stond net te denken, als de zaak uitbreidt.
'De zaak is nog niet eens van de grond. We praten pas over uitbreiding als hij winstgevend wordt.'
'Ja, jongen, je hebt gelijk. Je hebt helemaal gelijk. Ik sta maar te zeuren, in plaats van aan de slag te gaan. Maar... ik hoorde Hannah net roepen dat de koffie klaar is. Kom je ook even koffiedrinken voordat we beginnen?'
'Ga maar vast. Ik kom zo.'
'Goed.'
Zodra zijn vader de hielen had gelicht, schakelde Vincent de machine weer uit en bleef er een tijdje nadenkend naar staren. Er was nog iets wat hem te doen stond en hij zou geen rust hebben voordat het gebeurd was. Kathy had volkomen gelijk. Waarom zou hij zichzelf zwarter maken dan nodig was? Hij zou naar boven gaan en alles uitleggen. Hij kon zijn daad niet ongedaan maken, maar hij kon wel uitleggen waaróm hij het had gedaan... Maar stel dat de echtgenoot er nog was? Hij meende zich te herinneren dat hij hem had horen zeggen dat hij 's ochtends meteen zou vertrekken. Of had de jongen dat gezegd? Nou, hij kon de melk naar boven brengen en als de man er nog was kon hij altijd nog zeggen dat hij kwam kijken of iedereen het goed maakte, of ze dat vette speenvarkenvlees goed hadden verteerd...
Toen Sean enkele minuten later het erf opkwam om Vincent te roepen, zag hij nog net zijn zoon met een melkkan in de hand door het gat in de muur stappen. Hij liep een paar stappen achter hem aan en zag dat hij de heuvel opklom naar de Hall. Terug in de keuken keek hij van Florence naar Hannah en toen weer naar Florence en zei: 'Hij is net naar boven gegaan.'
Florence gaf geen antwoord. Ze staarde naar haar man, terwijl Hannah haar vingers tegen haar lippen legde en prevelde: 'O, Heilige Maria. Als iemand erom vraagt om gekruisigd te worden is hij het wel.'
Vincent was intussen langzaam de zijkant van het huis genaderd toen hij opgewonden stemmen hoorde. Hij had haar maar één keer haar stem horen verheffen; die dag in de werkplaats toen ze kwaad was. Maar nu schreeuwde ze, hoewel hij niet verstond wat ze precies zei. Hij bleef staan op de hoek waar het terras begon en keek naar de stenen muur die het lawaai van de stemmen dempte. Na een tijdje wilde hij net weer weglopen, toen vanaf het terras een duidelijke stem riep: 'Je bent gewaarschuwd! Zorg dat hij me met rust laat. Ik heb mijn handen al vol aan jou en je gezeur. En nog iets! Als je echt doet waar je mee dreigt wat de flat betreft, dan zal je wat meemaken!
Ik waarschuw je.' Driftige voetstappen klonken over het terras. Vincent leunde tegen de muur en zoog zijn onderlip tussen zijn opeengeklemde tanden. Hij wachtte minstens vijf minuten voordat hij kordaat over het terras naar de voordeur liep en aanklopte. Constance deed open. Hij bleef haar even sprakeloos aankijken, want ze had niet, zoals hij had verwacht, gehuild. Haar ogen waren niet rood, maar ze leken wel twee keer zo groot als normaal. Het bruin ervan leek eerder zwart in haar doodsbleke gezicht.
'Hallo,' zei hij.
'Hallo,' antwoordde ze en na enige aarzeling zei ze. 'Komt... u binnen.'
Hij liep langs haar heen naar het midden van de kamer en zei: 'Ik kwam alleen maar even kijken of jullie gisteravond hebben overleefd.'
'O, ja. Jawel.' Er gleed iets over haar gezicht wat leek op een glimlach en ze voegde eraan toe: 'We... hebben een enige avond gehad. We hebben allemaal erg genoten. Mijn zoon is vanochtend heel vroeg alweer teruggegaan naar de stad... en mijn man is nog maar net weg. U bent hem net misgelopen.' Ze sprak zachtjes en gejaagd, en toen ze was uitgesproken knipperde ze even met haar ogen. Ze keek over haar schouder naar het raam. 'Het is een prachtige ochtend. Het is eerst nog even een beetje mistig geweest. Dat wil denk ik zeggen dat er herfst in de lucht zit.'
'Ja, die komt eraan. Voor mij is dat hier het mooiste jaargetijde, mooier nog dan de lente.' Hij liep naar haar toe tot hij nog maar een paar passen bij haar vandaan was en keek uit het raam. Met zijn rug naar haar toe zei hij: 'Als je deze heuvels eenmaal hebt gezien in de herfst, ben je voorgoed verkocht.' Hij draaide zijn hoofd een beetje en keek haar schuin aan. Met een vage glimlach rond zijn lippen voegde hij eraan toe: 'Pas maar op, dus.'