Tess Gerritsen(94)
Verbaasd en zelfs bewonderend over die uitbarsting staarden de jongens naar haar.
‘Het spijt me,’ zei Maura. ‘Je hebt gelijk, Claire. Ik weet er niets van.’ Ze keek naar Will en Teddy. ‘Hetzelfde geldt voor jullie. Ik weet niet hoe het voor jullie is. Ik snij lijken open en onderzoek hun organen, maar meer kan ik niet doen. Jullie drieën zullen mij dus moeten vertellen wat er in de dossiers ontbreekt. Over jullie leven, over wie en wat jullie zijn.’
‘Zoals Claire al zei, zijn wij de buitenbeentjes,’ zei Will. Teddy knikte triest. ‘Wij zijn de kinderen bij wie niemand in de buurt wil komen, alsof iedereen aanvoelt dat we ongeluk brengen en ze niets met ons te maken willen hebben, voor het geval het besmettelijk mocht zijn.’ Hij boog zijn hoofd. ‘Voor het geval ze dan ook dood zullen gaan, zoals dr. Welliver.’
‘Er zijn geen bewijzen dat dr. Wellivers dood iets anders is dan zelfmoord.’
‘Dat kan best zijn,’ zei Will, ‘maar onze dossiers lagen open op haar bureau op de dag dat ze is gestorven. Alsof er op het moment dat ze erin keek, een vloek over haar werd uitgesproken.’
‘Maura,’ zei Julian, ‘we willen graag helpen met het onderzoek. We hebben informatie.’
‘Niets ten nadele van de Jakhalzen, Julian, maar de zaak wordt onderzocht door beroepsmensen.’
‘We moeten het dus aan de politie overlaten?’
‘Ja.’
‘En als wij iets hebben gevonden dat de politie over het hoofd heeft gezien? Laat het ze zien, Claire.’
Nu pas zag Maura dat Claire een boek bij zich had. ‘Dit is een van mijn fotoalbums,’ zei Claire. Ze gaf het aan Maura.
Maura deed het open en zag een foto van een jonge man en vrouw die voor het Colosseum stonden. Ze waren allebei blond en het was een opvallend knap paar. ‘Je ouders?’ vroeg ze.
‘Ja. Mijn vader werkte als attaché op de ambassade.’
‘Ze waren een knap stel, Claire.’
‘Maar hier gaat het niet om.’ Claire bladerde snel naar de laatste fotopagina. ‘Het gaat om de foto van deze cocktailparty. Dit is mijn vader. En ziet u de vrouw half achter hem, in de groene jurk? Weet u wie dat is?’
‘Nee.’
‘Dat is mijn moeder,’ zei Will.
Maura keek verrast op. ‘Weet je het zeker? Het zou iemand kunnen zijn die op haar lijkt.’
‘Ik weet het zeker. Ik ken die jurk. Ze droeg hem altijd naar feestjes. Een groene jurk met een gouden ceintuur. Ze zei dat het de duurste jurk was die ze ooit had gekocht, maar dat kwaliteit loonde. Dat was haar motto. Ze zei dat de hele tijd.’ Will stopte en zijn houding verslapte. Zachtjes herhaalde hij: ‘Dat is mijn moeder.’
Maura keek naar het onderschrift: 4TH OF JULY. HAPPY BIRTHDAY, USA! ‘Er staat geen jaar bij. We weten niet wanneer deze foto is genomen.’
‘Waar het om gaat,’ zei Julian, ‘is dat ze samen op dat feestje waren. En wie denkt u dat er óók was?’
‘Deze man,’ zei Claire. Ze wees naar de blonde man die en profile was gefotografeerd terwijl hij met Erskine Ward stond te praten. Hij was langer dan Ward, had een fors postuur en brede schouders. Alle gasten dronken wijn. Hij was de enige die een blikje bier in zijn hand had.
‘Dat is mijn vader,’ zei Teddy.
‘Dit is de link,’ zei Julian. ‘We weten nog niet waarom ze vermoord zijn en waarom iemand twee jaar later hun kinderen wil vermoorden, maar dit is het bewijs waar u naar zoekt. Claire’s vader. Teddy’s vader. Wills moeder. Ze kenden elkaar.’
De gescande foto gloeide op het scherm van Frosts computer. Mensen in avondkleding, deels gezeten, deels staand, de meesten met een glas in hun hand. De hoofdpersonen van het tableau waren Erskine Ward en Nicholas Clock, die tegenover elkaar stonden, maar met hun gezicht half naar de camera gedraaid, alsof iemand ‘Lachen naar het vogeltje!’ had gezegd. Wills moeder, Olivia, stond erbij. Ze stond naast een andere vrouw maar keek naar Erskine Ward. Jane bekeek alle andere mensen, op zoek naar de wederhelften van deze drie, maar zag ze niet in het welgestelde, in feeststemming verkerende gezelschap.
Frost wees naar Olivia. ‘Ze geilt op Ward. Je ziet het aan haar gezicht.’
‘Vind je?’
‘Heel duidelijk. Niet dat er ooit een vrouw zo naar mij kijkt.’
‘Het kan ook gewoon de blik zijn van een oude bekende, van iemand die hem goed kent.’
‘Als ze elkaar zo goed kenden, waarom hebben we dan geen enkele andere link gevonden tussen Olivia en Erskine?’
Jane leunde achterover en draaide haar hoofd heen en weer om de knik uit haar nek te krijgen. Het was bijna middernacht en al hun collega’s waren naar huis. Wij hadden nu ook thuis moeten zitten, dacht Jane. Maar vanwege de gescande foto’s die Maura naar het Boston PD had gestuurd, zaten zij en Frost nog steeds aan hun bureaus gekluisterd. Maura had acht foto’s uit het fotoalbum van de Wards gescand, foto’s van barbecues en gala-avonden, van feestjes binnenshuis en buiten. Op geen van de andere foto’s had Jane Olivia Yablonski en Nicholas Clock kunnen ontdekken, en dit was de enige waarop zij tweeën en Erskine Ward samen voorkwamen. Een 4th of July-feestje, niet bekend in welk jaar, ongetwijfeld met een heleboel andere mensen, van wie er een tiental op deze foto stonden.