Storm op komst(102)
Mina herstelde zich, trok haar zwaard en sloeg naar Topaz; ze scheurde haar mantel maar miste Topaz zelf op een haar na.
Jake stommelde door de hut. Hij moest al zijn kracht mobiliseren om zich te bukken om Mina’s dolk op te rapen en hem naar Topaz te gooien. Topaz ving hem met één hand op en stak ermee naar Mina.
Met haar zwaard voor zich uit kwam Mina op haar af. Topaz schuifelde achteruit, terwijl ze met haar dolk bleef uithalen.
‘Rennen!’ beval ze Jake opnieuw.
‘Ik had je moeten doden toen we nog kinderen waren,’ siste Mina woedend. ‘Het verwende prinsesje. Zonder jou waren we allemaal beter af geweest.’
‘Als je me ook maar een haar krenkt,’ zei Topaz minachtend, ‘zal je dierbare prins je zonder aarzelen in mootjes hakken.’
Zeldt, die nog steeds verblind was, hoorde Topaz’ woorden en hief een hand. ‘Mina, leg je zwaard neer!’ beet hij haar toe. ‘Zij moet gespaard blijven!’
Jake luisterde verbijsterd toe. Ondertussen scheurde hij een stuk stof van de bank en wikkelde het rond zijn bloedende hand. Te laat. Hij werd overmand door de pijn en viel bewusteloos op de grond neer.
Topaz maakte gebruik van Mina’s aarzeling om een flakkerende kaars te pakken en hem in de plas balsemvloeistof te gooien die uit de kapotte vitrinekast was gestroomd. De vloeistof vatte vlam. Het vuur verspreidde zich over de vloer, de vlammen likten aan het gebalsemde hoofd van de Perzische strijder en kropen langs de wand omhoog.
Op dat moment besloot Mina Zeldts orders te negeren: ze slaakte een ijselijke kreet en stootte haar zwaard in de richting van Topaz’ hart. Topaz pareerde de aanval met haar dolk. Ze greep Mina’s slang achter zijn kop beet en slingerde het dier de vuurzee in, waar hij met een scherpe kreet kronkelend neerkwam.
‘Neee!’ krijste Mina. Ze holde de hut door en reikte met haar hand in de withete vlammen.
‘Wakker worden. Wakker worden!’ beval Topaz de bewusteloze Jake. Er kwam geen reactie.
Mina’s geschroeide hand had het verbrande lichaam van haar dierbare slang te pakken. Sissend bewoog hij alle kanten uit totdat zijn geblakerde, met blaren bedekte huid openbarstte en losliet.
‘Stil maar... het komt allemaal goed,’ bezwoer Mina hem wanhopig, terwijl ze hem in haar armen nam. Het schepsel probeerde zijn verbrande tong uit te steken. Toen bezweek hij. Slap hing hij over de hand van zijn meesteres. Mina’s verwilderde ogen vulden zich met afschuw.
Zelfs Topaz voelde een moment van wroeging. Toen richtte ze haar aandacht weer op Jake. ‘Wakker worden!’ riep ze nog een keer. Toen Jake eindelijk zijn ogen opendeed, trok ze hem overeind.
‘Ik maak je dood! Hartstikke dood!’ brulde Mina tegen Topaz.
Er klonk een luide knal toen door de hitte nog een vitrinekast aan diggelen ging. Binnen enkele seconden volgde de rest en vloog de inhoud door de hut.
Terwijl Mina haar gewonde meester ging helpen, sleepte Topaz Jake door de vlammen naar de deur. Ze ving nog een laatste glimp op van het haatdragende gezicht van haar vijand voordat ze Jake met zich mee het dek op sjorde.
De brandklok luidde en de soldaten holden paniekerig naar beneden om hun meester te helpen.
Topaz trok Jake mee naar de grote mast. ‘Het horizonpunt. We zijn er bijna.’ Ze wees naar de glanzende Constantor op de voorsteven. De ringen overlapten elkaar bijna. ‘Omhoog is nog je enige uitweg. Klim de mast in!’
‘W-wat?’ stamelde Jake.
‘Het horizonpunt! Het schip gaat bijna verdwijnen. Je zult door de maalstroom omlaag worden gezogen. Klimmen!’
Jake schudde zijn hoofd. ‘Ik kan je hier niet achterlaten,’ mompelde hij hulpeloos.
‘Je zult wel moeten!’ schreeuwde ze. ‘Je hebt geen keus!’
De Lindwurm was gaan trillen en schudden. Volkomen verward begon Jake de mast in te klauteren. Het zeewater brandde als een gek in zijn wond, maar de pijn die maakte dat hij omlaag sprong en Topaz in zijn armen nam was veel dieper en rauwer.
‘Ik kan je hier niet achterlaten! Ik kán het niet!’ schreeuwde hij boven het gekraak van de planken uit. ‘Mina vermoordt je.’
‘Mina kan me niet vermoorden.’
‘Hoe weet je dat? Nou?’ Slechts met moeite kwam hij nog boven het tumult uit.
Topaz keek Jake recht in zijn ogen. Het was tijd om de verschrikkelijke waarheid uit te spreken. ‘Omdat Zeldt... mijn bloedverwant is. Hij is mijn oom!’
Jakes ogen sperden zich vol afschuw open. Hij wilde iets zeggen... maar er was geen tijd meer. Het schip schudde nu over de hele lengte. Jake klom weer de mast in, steeds hoger. De lucht uit alle windstreken balde zich op een vreemde manier samen. De Lindwurm trilde alsof het schip het elk moment kon begeven. De ringen van de Constantor klikten over elkaar heen.