Storm op komst(101)
Jake deed als eerste zijn mond open. ‘Uw missie is mislukt, ben ik bang,’ zei hij uitdagend.
Zeldt zweeg.
‘Het ziet ernaar uit dat de renaissance gewoon volgens plan doorgaat,’ vervolgde hij koppig. ‘Een revolutionaire beweging op het gebied van opperste menselijke vooruitgang kun je blijkbaar niet tegenhouden.’
‘Jake,’ zei Topaz zacht, ‘maak het niet nog erger voor jezelf.’
Er werd op de deur geklopt en in de deuropening verscheen een grimmig kijkende soldaat. ‘Nog vijf minuten tot aan het horizonpunt,’ kondigde hij aan, waarna hij de deur weer sloot.
‘Meestal reserveer ik mijn Compendium voor waardige tegenstanders,’ sprak Zeldt met kalme, fluwelen stem, terwijl hij met een hand naar de wand met afgehakte hoofden gebaarde. ‘Vijanden met een zekere bravoure en intelligentie. En hoewel je de eer zeker niet verdient, vind ik het misschien wel amusant om een tijdje naar jouw nutteloze hoofdje te kijken, voor altijd gevangen in ontgoocheling. Het zal een bevestiging zijn van mijn diepste overtuiging’ – hij liet zijn stem nog meer dalen – ‘dat het duister altijd zegeviert.’ Hij wees naar een van de hoofden: de weerzinwekkende overblijfselen van een aristocraat uit de achttiende eeuw. ‘Dat heerschap daar ziet er nogal sjofel uit; de Parijse balsemers hebben nog een heleboel te leren... Jij zult er een stuk beter uitzien.’
Mina glimlachte boosaardig toen de prins een la opende met kunstig bewerkte wapens van zilver en ebbenhout. Hij liet zijn vingers over de inhoud glijden en nam er een pistool uit.
‘Dit is een slim instrument. Zoals je waarschijnlijk weet kunnen we geen explosieven vervoeren, maar dit wapen schiet met behulp van luchtdruk bolletjes zwavelzuur af. Die slaan een gat in je schedel en lossen tegelijkertijd je hersenen op.’ Zeldt overhandigde het aan Mina. ‘Stel het in op maximale snelheid.’
Mina controleerde de drukmeter, draaide het palrad naar de hoogste stand en gaf het wapen terug.
Zeldt gaf het op zijn beurt aan Topaz.
Ze nam het niet aan. Zeldt sloot haar onwillige vingers om het pistool, ging op een zwarte ottomane voor zijn muur van wreedheid zitten en sloeg zijn benen over elkaar.
‘Schiet hem alsjeblieft neer,’ sprak hij met huiveringwekkende kalmte.
‘Non.’ Topaz schudde haar hoofd. ‘Vous êtes fou. Je bent volkomen gestoord.’
‘Vleien zal je niet helpen.’
Zeldt knikte naar Mina. Ze nam Jakes linkerhand – die al ontveld was door het touw – en pakte hem stevig bij de pols beet. Toen stak ze een dolk in zijn handpalm. Jake schreeuwde het uit. Een golf bittere gal kwam omhoog en zijn vingers schokten onbedwingbaar.
‘Hij gaat toch dood. Hoe pijnlijk wil je dat het wordt? De keus is aan jou. Schiet hem neer,’ herhaalde Zeldt.
Mina duwde de punt van haar dolk dieper in de wond in Jakes trillende handpalm. Het scherpe staal raakte een pees. Mina’s lippen krulden van genot toen ze de dolk in het weefsel drukte en de pees bijna doorsneed. Jake was nu misselijk van de pijn; hij kokhalsde. Op de achtergrond hoorde hij de slang met de rode rug gelukzalig sissen.
‘Hou op!’ riep Topaz met tranen in haar ogen uit. ‘Ik zal het doen. Alsjeblieft, doe hem geen pijn meer!’
Zeldt keek Jake met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Als ik me niet vergis heeft het kattenkopje een zwak voor je. Die herinnering kun je met je meenemen in je waterige graf. Schiet hem neer.’
Topaz’ trillende hand hief het pistool naar Jakes hoofd.
Zijn ogen sperden zich vol afschuw open. Hij voelde het koude metaal van de loop tegen zijn slaap. ‘T-Topaz?’ stotterde hij.
‘Het spijt me... het spijt me vreselijk.’ De tranen stroomden over haar wangen. ‘Maar de marteling zou ondraaglijk zijn.’ Haar vinger spande zich om de trekker.
Jake stopte met ademen; stroomstoten van angst verlamden zijn hersenen. Ontelbare beelden flitsten op grote snelheid voorbij; van zijn ouders, zijn broer...
Zeldt ging rechtop zitten. In het halfduister leek hij sprekend op een van de verstarde gezichten achter hem.
Op het moment dat Topaz de trekker overhaalde, zwaaide ze het pistool de andere kant uit. Het bolletje zwavelzuur suisde langs Zeldts hoofd en raakte een van de vitrinekasten, die aan diggelen ging. Toen de prins zich verbaasd omdraaide, spetterde de agressieve balsemvloeistof in zijn gezicht. Hij hapte naar adem en zwaaide, verblind door het bijtende zuur, wild met zijn armen. Het hoofd van een Perzische strijder viel uit de kast en landde met een zompige dreun op de vloer.
‘Rennen!’ schreeuwde Topaz naar Jake, terwijl ze de dolk uit Mina’s hand schopte. Maar Jake was nog verlamd van angst en zijn hoofd tolde; hij keek naar de deur, maar kon zich niet bewegen.