Stoner(35)
’s Avonds, nadat hij het appartement had schoongemaakt, de afwas had gedaan en Grace in het wiegje in de hoek van de woonkamer had gelegd, werkte hij aan de herziening van zijn boek. Tegen het eind van het jaar was het af, en hoewel hij er niet helemaal tevreden over was, stuurde hij het naar een uitgever. Tot zijn verrassing werd het werk geaccepteerd en werd afgesproken dat het in de herfst van 1925 gepubliceerd zou worden. Op grond van het nog niet gepubliceerde boek werd hij gepromoveerd tot universitair docent en kreeg hij een vaste aanstelling.
Dat hij gepromoveerd zou worden, kreeg hij een paar weken na acceptatie van zijn boek te horen. Na deze toezegging, kondigde Edith aan dat zij en de baby een week lang in St. Louis zouden doorbrengen, op bezoek bij haar ouders.
Nog geen week later keerde ze terug naar Columbia, brak en vermoeid, maar met een stille triomfantelijkheid over zich. Ze had het bezoek ingekort omdat de inspanning om voor het kind te zorgen te veel voor haar moeder was geweest, en het uitstapje had haar zo vermoeid dat ze niet in staat was Grace zelf te verzorgen. Maar ze had iets voor elkaar gekregen. Ze haalde een stapel papier uit haar tas en overhandigde William een klein strookje.
Het was een cheque van zesduizend dollar, uitgeschreven aan meneer en mevrouw William Stoner en ondertekend met de krachtige, bijna onleesbare hanenpoot van Horace Bostwick. ‘Wat is dit?’ vroeg Stoner.
Ze overhandigde hem de andere papieren. ‘Het is een lening,’ zei ze. ‘Je hoeft het alleen maar te ondertekenen. Ik heb het al gedaan.’
‘Maar die zesduizend dollar! Waar zijn die voor?’
‘Een huis,’ zei Edith. ‘Een écht huis voor onszelf.’
William Stoner keek weer naar de papieren, bladerde ze vlug door en zei: ‘Edith, dat gaat niet. Het spijt me, maar – kijk, volgend jaar verdien ik niet meer dan zestienhonderd dollar. Dit kost ons meer dan zestig dollar per maand – dat is bijna de helft van mijn salaris. En dan heb je nog de belasting, de verzekering en... Ik zie niet in hoe we dat kunnen doen. Waarom heb je er niet eerst met mij over gesproken?’
Haar gezicht betrok. Ze keerde zich van hem af. ‘Ik wilde je verrassen. Ik kan zo weinig doen. En dít kon ik voor elkaar krijgen.’
Hij stribbelde tegen en zei dat hij haar dankbaar was, maar Edith wilde niet getroost worden.
‘Ik dacht aan jou en de baby,’ zei ze. ‘Jij zou een studeerkamer kunnen krijgen, en Grace zou een tuin kunnen hebben om in te spelen.’
‘Ik weet het,’ zei William. ‘Misschien over een paar jaar.’
‘Over een paar jaar,’ herhaalde Edith. Er viel een stilte. Toen zei ze dof: ‘Zo kan ik niet leven. Niet langer. In een appartement. Ik kan je overal horen, en de baby, en... de geur. Ik... kan... niet... tegen... die... geur! Elke dag opnieuw die luiergeur, en... ik kan het niet uitstaan en ik kan nergens heen om eraan te ontsnappen. Weet je dat dan niet? Wéét je dat dan niet?’
Uiteindelijk accepteerden ze het geld. Stoner besloot dat hij de zomers die hij had willen gebruiken om te studeren en te schrijven aan lesgeven zou besteden, in elk geval de komende paar jaren.
Edith nam de taak op zich het huis te zoeken. Aan het eind van de lente en het begin van de zomer bleef ze onvermoeibaar op zoek, wat tot een directe verbetering van haar ziekte leek te leiden. Zodra William na afloop van zijn colleges thuiskwam, trok ze eropuit en ze keerde vaak pas tegen de avond terug. Soms wandelde ze en soms reed ze rond met Caroline Finch, met wie ze een oppervlakkige vriendschap had gesloten. Eind juni ontdekte ze het huis dat ze wilde. Ze nam een optie op de woning en sprak af half augustus tot aankoop over te gaan.
Het was een oud huis met twee verdiepingen op niet meer dan een paar straten afstand van de campus. De vorige eigenaars hadden het laten vervallen; de donkergroene verf bladderde van het hout, en het gazon was bruin en stond vol onkruid. Maar de tuin was groot en de kamers waren ruim. Het had een gehavende grandeur die volgens Edith kon herleven.
Ze leende nog eens vijfhonderd dollar van haar vader voor de meubels en in de periode tussen de vakantiecursussen en het begin van het najaarssemester schilderde William het huis. Edith wilde het wit hebben, en hij moest er drie lagen op aanbrengen zodat het groen er niet doorheen schemerde. Plotseling, in de eerste week van september, besloot Edith dat ze een feest wilde geven – een housewarming party, zoals ze het noemde. Ze kondigde het met enige vastberadenheid aan, alsof het een nieuw begin was.
Ze nodigden alle leden van de vakgroep uit die van hun zomervakantie waren teruggekeerd, evenals enkele kennissen van Edith uit de stad. Hollis verraste iedereen door de uitnodiging aan te nemen – de eerste die hij sinds zijn aankomst in Columbia een jaar geleden had aangenomen. Stoner vond een illegale drankverkoper en kocht enkele flessen gin. Finch beloofde wat bier mee te nemen en tante Emma droeg twee flessen oude sherry bij voor degenen die geen sterkedrank wilden drinken. Edith had er sowieso moeite mee alcohol te serveren. Het was officieel verboden. Maar Caroline Finch gaf zijdelings te kennen dat niemand aan de universiteit het onbehoorlijk zou vinden, en zo liet ze zich ompraten.