Reading Online Novel

Spoor(64)





De satelliettelefoon van Ehrlichmann blijft zoemen.

Ik bel de Swanepoels. De telefoon gaat lang over voordat vader Wickus opneemt. ‘Swanepoel?’

Ik leg uit wie ik ben en vraag of ze de komende dagen op de boerderij zijn. ‘We zijn altijd hier. Zijn er problemen?’

‘Helemaal niet. Ik wilde even langskomen.’

‘O?’ Hij wacht tot ik zeg waarom. ‘Hebben jullie een landingsbaan op de boerderij?’

‘Min of meer. Maar er zijn geen lichten of zo.’

‘Ik zal de piloot vragen eerst te bellen.’

‘Wanneer kom je?’

‘Hopelijk morgen.’

Hij zwijgt lang voordat hij zegt: ‘Nou goed dan,’ maar er klinkt bezorgdheid in zijn stem.

Ik ga er niet op in.

Dan bel ik Lotter.

‘So how was the trip?’ vraagt hij.

‘Interessant,’ zeg ik. ‘Diederik Brand wil dat je me nog een keer naar Musina brengt. En dan naar Zimbabwe.’

‘En jij bent bereid om weer in mijn Van Brakestein te vliegen?’ Geamuseerde spot.

‘Bereid’ is niet het juiste woord, maar zijn RV7 is de snelste manier om in Zim te komen, en bovendien heb ik een paar vragen voor Lotter. ‘Ik vestig mijn hoop op een lichter ontbijt,’ zeg ik, wat min of meer de waarheid is.

‘Waar precies in Zim?’

‘Voorlopig ergens in de buurt van het Chizarira National Park. Ik laat het je nog wel weten als dat verandert. Maar we moeten eerst bij een boerderij in de buurt van Musina landen.’ Ik geef hem het nummer van Wickus.

Als hij dat heeft opgeschreven vraagt hij: ‘Wanneer?’

‘Morgenochtend.’

‘Ik zal eerst naar het weer moeten kijken. En Zim... de flight clearance kan tijd kosten. Ik bel je terug.’

Ik probeer weer de satelliettelefoon van Ehrlichmann. Nog steeds de zoemtoon. Heeft Diederik het verkeerde nummer opgeschreven?

Waarom?



Om tien voor drie belt Emma om te zeggen dat ze weer veilig thuis is. ‘Hoe voel je je?’ vraagt ze.

‘Mijn hele lichaam mist je helende handen.’

‘Je hele lichaam?’

‘Van top tot teen.’

‘De helende handen van de dokter zijn helaas deze week alleen in de Kaap beschikbaar, tegen een speciaal tarief voor Karoo-mannen.’

‘Deze Karoo-man moet eerst naar Zimbabwe.’

‘Lemmer,’ zegt ze ineens ernstig. ‘Doe je voorzichtig?’

‘Dat doe ik.’

Maar ik lieg.



‘Hij heet Julius Nhlakanipho Shabangu,’ zegt Jeanette Louw door de telefoon. ‘Zijn bijnaam is “Inkunzi”. Dat betekent “bul” in het Zoeloe. Hij komt uit Esikhawini, een township bij Empangeni in KwaZulu-Natal, maar nu woont hij in Sandton. Schatrijk, gescheiden, een haan onder de Johannesburgse hennen, met een strafblad zo lang als de benen van Jolene...’

‘Interessante vergelijking,’ zeg ik. Jolene Freylinck is de efficiënte, sensuele receptioniste van Body Armour.

‘Je weet wat ik bedoel, Lemmer. Moet je horen: Julius is niet het soort man dat met zich laat sollen. Georganiseerde misdaad, gespecialiseerd in overvallen op geldtransporten, speelt onder één hoedje met een Mozambikaans autodiefstalsyndicaat. Ze denken dat veertig procent van de autodiefstallen in Gauteng door zijn mensen wordt gepleegd. En hij heeft politieke connecties.’

‘Wat moet hij dan met een wildtruck in Limpopo?’

‘Dat is de vraag.’

‘Die ik hem ga stellen.’

‘Je bent niet goed bij je hoofd.’

‘Daarom vind je me zo onweerstaanbaar.’

‘Ha!’ zegt ze. En dan: ‘Zorg dat je Vlo van Jaarsveld en je schiettuig te pakken krijgt. Dat is het enige wat Diederik Brand en ik gaan financieren.’

‘Even het zekere voor het onzekere, Jeanette,’ zeg ik met mijn nieuwe lievelingsuitdrukking, ‘als ik met Julius de Bul wil praten, hoe pak ik dat dan aan?’ Want ik weet dat zij alles heeft uitgevogeld. Haar netwerk is indrukwekkend.

‘Ga eerst Vlo maar zoeken.’

‘Kom op, Jeanette...’

‘Jissis, Lemmer...’

Ik wacht.

‘De Bull Run. Dat is een restaurant naast het Balalaika-hotel in Sandton. Gespecialiseerd in biefstuk. Daar hangt hij uit en verkondigt aan Jan en alleman dat die plek naar hem is vernoemd.’

Ik zal Lotter weer moeten bellen. Johannesburg maakt nu deel uit van ons vluchtplan.



Als ik aan het eind van de middag terugkom van het joggen zie ik dat er een boodschap van Lotter op mijn mobiel staat. ‘Weer ziet er goed uit, wacht nog op flight clearance voor Zim. Kom je om halftien halen.’

Ik probeer Ehrlichmann weer. De satelliettelefoon gaat over.

‘Base Camo,’ antwoordt een mannenstem.

‘Ehrlichmann?’

De satelliet vertraagt zijn antwoord. ‘Yes?’