Reading Online Novel

Spoor(142)



Ze aarzelen nog. Dan roept de grote man naar iemand buiten zicht: ‘Breng de zilveren koffer!’

‘En zijn rugzak,’ zegt ze met meer zelfbeheersing.

‘Haal de rugzak van hem af,’ beveelt de grote.

Uit de neus van de patiënt loopt bloed in het grijszwart van zijn snor. De dokter kijkt ernaar en dan vragend naar haar. Ze schudt haar hoofd.

Een koffer wordt aan de grote man gegeven, nog een paar verbijsterde ogen die naar haar loeren, en dan verdwijnen.

‘Doe open.’

Hij loopt tot bij de ambulance, zet de glimmende aluminium koffer op de vloer, knipt hem open, draait hem om en doet het deksel omhoog.

Dollars, dicht op elkaar gepakt.

Ze knikt.

De rugzak wordt gebracht. Hij pakt hem en zet hem naast de koffer.

Ze ziet de bloedspatten op Lukas’ rugzak, de vlokjes weefsel. Er ontsnapt een geluid uit haar keel. Ze kijkt op, ziet de minachtende ogen onder de ruige wenkbrauwen. Ze tilt de AK op, leunt naar voren zoals ze geleerd heeft en schiet op de grote man, drie knallende staccato schoten rukken hem achteruit, hij struikelt en valt, de dokter roept de hemel aan, de armen van de patiënt willen onder de dekens vandaan, ze draait het wapen naar hem toe, tegen zijn hoofd, en zegt: ‘Rijden. Nú.’

De dragers voor de open deuren reageren niet.

Weer slaat ze de patiënt met de punt van het geweer tegen zijn jukbeen. De dokter schreeuwt wanhopig. ‘Haal iemand, alsjeblieft, haal gewoon iemand om te rijden.’

Een van de dragers komt bij zinnen, een jonge man, hij verdwijnt, ze voelt de veren van de auto bewegen, het portier voorin slaat dicht, het raampje achter haar schuift open.

‘Waarheen?’ vraagt hij.

In de verte klinkt het geluid van helikopters.



Het parkeerterrein van het winkelcentrum Tygervallei is donker en verlaten.

Ze beduidt de bestuurder dat hij naar de Renault moet rijden. De ogen van de patiënt zijn strak op haar gericht. Vol haat.

Ze stoppen naast haar auto.

‘Doe open,’ zegt ze tegen de dokter.

Hij aarzelt.

‘Ik wil eruit,’ zegt ze, ‘dan kunnen jullie gaan.’





Boek 4: Mat Joubert


(formulier 92)

Februari 2010



Het aangeven van gevonden personen dient te geschieden door persoonlijk het politiebureau waar genoemde persoon als vermist is gemeld op de hoogte te stellen van zijn/haar terugkeer, of door de onderzoeksambtenaar belast met de zaak van de vermiste persoon. Een saps 92 wordt gebruikt om de intrekking in het relevante verspreidingssysteem in werking te stellen.

– Richtlijn van de Zuid-Afrikaanse Politiedienst, 2008 (verbatim)





81


Hij kijkt graag naar haar.

Margaret staat aan de andere kant van de ontbijtbar, om tien voor zeven ’s ochtends, al helemaal gekleed en opgemaakt. Haar lange roodbruine haar in een vlecht, zachtroze lippenstift, een waas van bijna onzichtbare sproeten op haar wangen.

Een kop kleiner dan hij, maar lang voor een vrouw. En weelderig. Met slanke onderarmen en smalle handen waarmee ze nu snel en vaardig broodjes klaarmaakt: een lik mayonaise, slablaadjes, gehalveerde Peppadew-pepers, dunne schijfjes komkommer en als laatste plakjes gerookte kip, voordat ze het eindproduct met het mes precies doormidden snijdt.

Hij gaat zitten en eet zijn yoghurt met muesli.

Ze stopt elk broodje apart in een doorzichtig plastic zakje en kijkt naar hem op met haar ongelijke ogen, het ene lichtblauw, het andere bruin met spatjes goudstof.

‘So how does it feel?’

‘Raar,’ zegt Mat Joubert. ‘Een beetje zenuwachtig.’

‘Dat geloof ik graag.’ Haar Engelse accent is bekoorlijk en een beetje onzeker bij de ‘g’. ‘Alles komt goed. Wil je nu je koffie?’

‘Lekker.’

Ze draait zich om naar het koffiezetapparaat. Hij kijkt naar de rondingen in de spijkerbroek, de witte sandalen met hoge hakken. Achtenveertig, en zo’n weldaad voor het oog. ‘Je ziet er sexy uit,’ zegt hij.

‘Jij ook.’

Hij glimlacht, want dat is prettig om te horen. Ze schenkt koffie in een beker, loopt om de bar heen naar hem toe en kust hem op zijn wang. ‘Staat je goed, een jasje en een stropdas.’ Zij heeft het jasje uitgezocht, zaterdag bij Canal Walk, want hij is niet zo goed met kleren. De eindeloze zoektocht ontmoedigt hem altijd, het is een hele klus om iets te vinden wat hem past, met zijn uitzonderlijk grote lichaam. Maar deze keer moest hij wel, want bij Jack Fischer & Co is de dresscode anders dan hij de afgelopen jaren gewend was.

Ze trekt de melk en zoetjes naar zich toe. ‘Mat Joubert, private eye. Het heeft wel wat.’

‘Senior security consultant,’ zegt hij. ‘Klinkt als iemand die bij een hek zit met een klembord.’ Hij schudt een zoetje in zijn koffie, voegt melk toe en roert.

Ze zet zijn yoghurtschaaltje in de gootsteen. ‘Ik ga naar Stellenbosch. Micheles wasgoed...’ Haar dochter, derdejaarsstudent dramaturgie, excentriek en verstrooid. ‘Ik moet tegen twaalf uur terug zijn voor de kopers.’