Slaap(75)
‘Ik heb toch alleen de binnenkant van de capsule maar gezien,’ zegt Mikael voor de zoveelste keer.
‘Kun je de deur nog eens beschrijven?’ vraagt ze.
‘Die is van metaal en helemaal glad... in het begin kon je er schilfertjes verf af pulken met je nagels... hij heeft geen sleutelgat, geen klink...’
‘Wat voor kleur?’
‘Grijs...’
‘Er is ook een luik dat...’
Ze breekt haar zin af als ze ziet dat hij vlug tranen van zijn wangen veegt en zijn gezicht afwendt.
‘Ik kan het niet tegen papa zeggen,’ zegt hij met trillende lippen. ‘Maar als Felicia niet terugkomt...’
Magdalena staat op, loopt om de tafel heen en houdt hem vast terwijl ze herhaalt dat het goed zal komen.
‘Ik weet het zeker,’ fluistert hij. ‘Dan maak ik mezelf dood.’
*
Reidar Frost is het ziekenhuis nauwelijks uit geweest sinds Mikael terug is. Hij heeft een kamer op dezelfde etage van het ziekenhuis gehuurd om continu bij zijn zoon te kunnen zijn.
Hoewel Reidar weet dat het geen zin heeft, moet hij zichzelf dwingen niet weg te rennen om naar Felicia te zoeken. Hij laat elke dag een advertentie in alle grote kranten zetten waarin hij smeekt om tips en beloningen uitlooft. Hij heeft een team van de beste privédetectives ingeschakeld om haar te zoeken, maar het gemis vreet aan hem, bezorgt hem slapeloze nachten, dwingt hem om uur na uur door de gangen te ijsberen.
Het enige wat hem heeft gekalmeerd is dat hij Mikael van dag tot dag gezonder en sterker ziet worden. Commissaris Joona Linna zegt dat hij van onschatbare hulp is door bij zijn zoon te blijven, hem in zijn eigen tempo te laten vertellen, te luisteren en elke herinnering, elk detail op te schrijven.
Als Reidar de centrale hal in komt, staat Veronica al binnen de glazen deuren naar de besneeuwde parkeerplaats op hem te wachten.
‘Is het niet te vroeg om Micke naar huis te sturen?’ vraagt ze terwijl ze hem de tassen geeft.
‘Ze zeggen dat het goed gaat,’ glimlacht Reidar.
‘Ik heb een spijkerbroek en wat soepeler broeken gekocht, overhemden, T-shirts, een dikke trui en nog wat dingen...’
‘Hoe ziet het er thuis uit?’ vraagt Reidar.
‘Veel sneeuw,’ lacht Veronica, waarna ze vertelt dat de laatste gasten het landhuis hebben verlaten.
‘Mijn kompanen ook?’ vraagt Reidar.
‘Nee, die zijn er nog, maar... je zult het allemaal wel zien.’
‘Wat?’
Veronica schudt glimlachend haar hoofd.
‘Ik heb tegen Berzelius gezegd dat ze hier niet naartoe mogen komen, maar ze willen Mikael heel graag ontmoeten,’ antwoordt ze.
‘Ga je mee?’ vraagt Reidar. Hij glimlacht en trekt haar kraag recht.
‘Een andere keer,’ antwoordt Veronica en ze kijkt hem in de ogen.
94
Terwijl Reidar rijdt zit Mikael met zijn nieuwe kleren aan zenders op de radio te zoeken. Plotseling houdt de jongen op met zappen. Balletmuziek van Satie valt als een warme zomerregen in de auto.
‘Papa, is het niet overdreven om in een landhuis te wonen?’ glimlacht Mikael.
‘Jawel.’
Eigenlijk heeft hij het nogal vervallen landhuis gekocht omdat hij de buren op Tyresö niet meer verdroeg.
Besneeuwde akkers strekken zich uit en als ze de lange oprijlaan inslaan, hebben de drie vrienden langs de hele oprit fakkels ontstoken. Als ze parkeren en uitstappen, komen Wille Strandberg, Berzelius en David Sylwan het bordes op.
Berzelius doet een stap naar voren en ziet er een moment lang uit alsof hij niet weet of hij de jongen moet omhelzen of hem de hand moet drukken. Dan mompelt hij iets en omarmt Mikael stevig.
Wille veegt een paar tranen achter zijn brillenglazen weg.
‘Je bent zo groot geworden, Micke,’ zegt hij. ‘Ik ben...’
‘We gaan naar binnen,’ zegt Reidar om zijn zoon te redden. ‘We moeten wat eten.’
David bloost en haalt verontschuldigend zijn schouders op: ‘We hebben een omgekeerd diner georganiseerd.’
‘Wat is dat?’ vraagt Reidar.
‘Je begint met het toetje en eindigt met het voorgerecht,’ glimlacht Sylwan gegeneerd.
Mikael gaat als eerste door de grote voordeur naar binnen. De brede eikenhouten vloerplanken in de entree geuren naar groene zeep.
Er hangen ballonnen aan het plafond van de eetzaal en op tafel staat een grote taart die is versierd met een Spiderman van gekleurd marsepein.
‘We weten dat je groot geworden bent,’ zegt Berzelius, ‘maar je hield zo van Spiderman, dat we dachten...’
‘We hebben verkeerd gedacht,’ rondt Wille af.
‘Ik wil graag een stukje taart proeven,’ zegt Mikael vriendelijk.
‘Zo mogen we het horen,’ lacht David.
‘Daarna is er pizza en ten slotte alfabetsoep,’ vertelt Berzelius.