Slaap(67)
‘My, wil je de voetboeien afdoen bij de patiënt?’ vraagt de jonge arts.
De vrouw knikt, gaat op haar knieën zitten en ontsluit de boeien. Het haar op haar hoofd gaat overeind staan van de statische elektriciteit van Saga’s kleren.
De jonge arts en de bewaarder vergezellen haar door de deur, wachten op het piepje en lopen dan door naar een van de drie deuren in de gang.
‘Doe de deur open,’ zegt hij tegen de man met de wapenstok.
De bewaarder haalt een sleutel tevoorschijn, doet de deur van het slot en verzoekt haar naar binnen te gaan en met haar rug naar de deur op het rode kruis op de vloer te gaan staan.
Ze doet wat hij zegt en hoort het mechanisme van het slot nogmaals reageren op de sleutel.
Recht voor haar zit nog een stalen deur, en ze weet dat die op slot zit en uitkomt in het dagverblijf.
De kamer is ingericht met uitsluitend oog voor beveiliging en functionaliteit. Het enige wat er staat is een bed dat bevestigd is aan de muur, een plastic stoel, een plastic tafel en een wc-pot zonder bril of deksel.
‘Draai je om, maar blijf op het kruis staan.’
Ze doet wat haar gezegd wordt en ziet dat het luikje in de deur open is.
‘Kom langzaam hierheen en steek je handen uit.’
Saga loopt naar de deur, brengt haar handen naar elkaar toe en steekt ze door de krappe opening. De boeien worden verwijderd en ze loopt achteruit bij de deur vandaan.
Ze gaat op het bed zitten terwijl de bewaarder haar informeert over de regels en procedures op de afdeling.
‘Tussen één en vier uur is er gelegenheid om tv te kijken en met de andere patiënten om te gaan in het dagverblijf,’ eindigt hij, en hij kijkt even naar haar voor hij het luikje sluit en vergrendelt.
Saga blijft zitten en bedenkt dat ze nu ter plaatse is, dat haar opdracht van start is gegaan. De ernst van het moment vibreert in haar maagstreek en verspreidt zich als een prikkelend gevoel in haar armen en benen. Ze weet dat ze een zwaarbewaakte patiënt in de beveiligde eenheid van het Löwenströmska-ziekenhuis is en ze weet dat seriemoordenaar Jurek Walter heel dichtbij is.
Ze kruipt in elkaar op haar zij, rolt dan op haar rug en kijkt recht in de bewakingscamera in het plafond. Hij heeft de vorm van een halve bol en is zwart en glanzend als het oog van een koe.
Het is lang geleden dat ze het microfoontje heeft ingeslikt en ze durft niet langer te wachten. Ze mag het niet in haar twaalfvingerige darm laten verdwijnen. Als ze naar de kraan loopt en water drinkt, komt de heftige maagpijn terug.
Saga ademt langzaam, zakt bij het afvoerputje op haar knieën, draait haar rug naar de camera en steekt twee vingers in haar keel. Ze braakt het water uit, duwt haar vingers verder naar binnen, kotst uiteindelijk de kleine capsule met de microfoon uit en verbergt deze snel in haar hand.
83
Nadat Saga Bauer in het Löwenströmska-ziekenhuis was gearriveerd, heeft de geheime onderzoeksgroep Athena Promachos twee uur lang naar haar maaggeluiden zitten luisteren.
‘Als er nu toevallig iemand binnenkomt, dan denkt ie vast dat we een of andere spirituele sekte zijn,’ zegt Corinne met een glimlachje.
‘Het is best mooi,’ vindt Johan Jönson.
‘Ontspannend,’ zegt Nathan glimlachend.
De hele groep zit met halfgesloten ogen naar de zacht borrelende, sissende geluiden te luisteren.
Plotseling klinkt er een gebrul waardoor de luidsprekers bijna opgeblazen worden. Dat is als Saga de microfoon uitbraakt. Johan Jönson stoot zijn colablikje om en Nathan Pollock begint te beven.
‘Nu zijn we in elk geval wakker,’ zegt Corinne lachend, en haar jaden armband rinkelt gezellig als ze met een wijsvinger over haar wenkbrauw strijkt.
‘Ik bel Joona,’ zegt Nathan.
‘Goed.’
Corinne Meilleroux opent haar laptop en schrijft het tijdstip in het journaal. Corinne is vierenvijftig en van Frans-Caribische afkomst. Ze is slank en draagt altijd een op maat gemaakt tweedelig pakje met een zijden topje onder het jasje. Haar gezicht is ernstig, met geprononceerde jukbeenderen en smalle slapen. Het zwarte haar met grijze strengen draagt ze altijd opgestoken met een haarklem in de nek.
Corinne Meilleroux heeft twintig jaar bij Europol gewerkt en zeven jaar voor de Zweedse veiligheidsdienst in Stockholm.
*
Joona staat in de ziekenhuiskamer voor Mikael Kohler-Frost. Reidar zit op een stoel en houdt de hand van zijn zoon vast. Vier uur lang hebben de drie met elkaar gesproken en geprobeerd nieuwe details te vinden die informatie geven over de plaats waar Mikael samen met zijn zus gevangen werd gehouden.
Er is niets nieuws boven water gekomen en Mikael ziet er vermoeid uit.
‘Je moet slapen,’ zegt Joona.
‘Nee,’ antwoordt Mikael.
‘Al is het maar even,’ zegt de commissaris glimlachend, en hij zet de opname stop.