Reading Online Novel

Schaduwland(11)



Ik staar hem aan en vraag me af hoe hij dat weet.

Ondertussen lacht hij alleen maar. Hij schudt zijn hoofd. ‘Vergeet niet, love, dat ik Damen volledig onder controle had. Wat betekent dat hij me alles heeft verteld – hij heeft alle vragen beantwoord die ik maar stelde. En natuurlijk een hele hoop over jou.’

Als verstijfd sta ik voor hem en ik weiger een krimp te geven. Ik wil kalm en onverstoorbaar overkomen, maar daar is het al te laat voor. Het is hem gelukt. Hij weet me weer te raken waar het echt zeer doet. En denk maar niet dat het toeval is.

‘Maak je geen zorgen, darling, ik ben absoluut niet van plan achter jou aan te komen. Al vertelt jouw opvallende gebrek aan inzicht en tragische inschattingsvermogen me dat een vlugge stoot tegen het keelchakra genoeg is om voorgoed van je af te zijn...’ Hij grijnst vals en likt zijn lippen. ‘Ik vind het veel te leuk om te zien hoe jij je in allerlei bochten wringt, dus zoiets zal ik niet doen. Bovendien duurt het niet lang meer voor je in mijn armen ligt te kronkelen. Onderop of bovenop, wat jij wilt.’ Weer lacht hij met zijn blauwe ogen strak op mij gericht. Het is zo diep, zo intiem en met een insinuerende ondertoon die me misselijk maakt. ‘Die details mag je zelf beslissen. Maar goed, hoe graag je het misschien ook wilt, je zult mij ook niet doden. Vooral omdat ik wel degelijk heb wat jij wilt. Het tegengif voor het tegengif. Je hebt mijn woord. Het enige wat jij moet doen is een manier vinden om het te verdienen. Je zult de juiste prijs ervoor moeten betalen.’

Mijn mond voelt droog en hangt open terwijl ik hem aangaap. Ik denk terug aan vorige vrijdag toen hij hetzelfde beweerde. Ik was zo afgeleid door Damens herstel dat ik er niet meer aan gedacht heb.

Ik pers mijn lippen op elkaar. Voor het eerst in dagen voel ik weer een sprankje hoop. Het is slechts een kwestie van tijd voor ik het tegengif in mijn bezit heb. Nu alleen nog uitvinden wat ik moet doen om het te bemachtigen.

‘O, kijk nou toch eens.’ De gemene grijns wordt breder. ‘Je was alweer vergeten hoe onlosmakelijk we met elkaar verbonden zijn.’

Hij tilt zijn arm op en net als ik wil doorlopen laat hij hem weer zakken. Lachend houdt hij me gevangen op mijn plek.

‘Rustig ademhalen,’ zegt hij op zwoele toon. Ik voel zijn lippen zacht langs mijn oor strelen, zijn vingers over mijn schouder glijden en de koude rilling die zijn aanraking veroorzaakt. ‘Er is geen reden tot paniek. Je hoeft je niet weer helemaal als een debiel te gedragen,’ zegt hij met extra nadruk op die term. ‘Ik weet zeker dat we samen wel wat leuks kunnen bedenken. Je kunt vast wel iets voor me doen wat me bevalt.’

Ik huiver bij het plaatje dat zijn woorden oproepen. Ik kies de mijne zorgvuldig en zeg: ‘Er is niets, maar dan ook niets wat jij ooit zou kunnen zeggen of doen waardoor ik vrijwillig met je naar bed ga!’ En net op dat moment opent meneer Munoz de deur, zodat de hele klas kan meegenieten.

‘Rustig, rustig,’ glimlacht Roman, zijn handen in de lucht in een gebaar van overgave als hij achteruit het lokaal in loopt. ‘Wie begint er nou over doktertje spelen, de koffer in duiken?’ Hij gooit zijn hoofd achterover en lacht hard. Tijdens die beweging zie ik net zijn griezelige ouroborostatoeage in en uit beeld flitsen. ‘Ik bedoel... Niet dat ik je wil teleurstellen, love, maar als ik zin heb in een wilde nacht, dan is een maagd wel de laatste die ik zou bellen!’

Ik storm naar mijn plek met vuurrode wangen en mijn blik op de vloer. De veertig minuten die volgen krimp ik steeds verder ineen als mijn klasgenootjes het uitproesten zodra Roman een dikke, natte zoen mijn kant op stuurt. Munoz probeert hen te kalmeren, maar het heeft weinig zin. Zodra de bel gaat, haast ik me naar de deur. Wanhopig Damen eerder te bereiken dan Roman, bang dat Roman hem meteen op de kast weet te jagen en hij iets doms doet... We kunnen het ons niet veroorloven nu ik zeker weet dat Roman de oplossing heeft voor ons probleem.

Net als ik de deurkruk beetheb, hoor ik een stem. ‘Ever? Heb je eventjes?’

Ik blijf staan en mijn klasgenoten botsen tegen me op. Ze hebben allemaal evenveel haast om naar buiten te gaan, waar ze Romans voorbeeld kunnen volgen om me verder voor schut te zetten. Zijn spottende lach blijft hangen terwijl ik me omdraai naar Munoz, benieuwd wat hij van me wil.

‘Ik heb het gedaan.’ Hij glimlacht nerveus en praat zenuwachtig. Ook staat hij er nogal ongemakkelijk bij.

Even ongemakkelijk verplaats ik mijn tas van de ene schouder naar de andere terwijl ik op mijn andere been leun. Had ik nou maar de tijd genomen om te leren hoe ik iemand op een afstand in de gaten kan houden. Dan had ik de lunchtafel nu kunnen zien om te controleren of Damen zich aan de afspraak houdt.

‘Ik ben op haar afgestapt. Precies zoals je me hebt aangeraden.’ Hij knikt.