Reading Online Novel

Politie(92)





Terwijl Katrine door de straten van Oslo liep op weg naar de politieflat in Grünerløkka, sloeg ze geen acht op het leven om haar heen, de lachende, koortsachtige mensen die zich haastten om de korte lente te vieren, het korte leven, het leven dat zo voorbij kon zijn.

Ze wist het nu. Waarom ze zo bezeten waren geweest van ‘de code’. Omdat ze zo wanhopig hoopten dat de gebeurtenissen met elkaar in verband stonden, een doel hadden. Maar nog belangrijker: omdat ze niets anders hadden. Dus probeerden ze uit een steen de inhoud te persen die er niet in zat.

Ze hield haar blik strak gericht op het trottoir voor zich, stampte met haar hakken ritmisch op het plaveisel en herhaalde steeds, als een soort bezwering: nog één keer, verrekte duivel. Sla nog één keer toe.



Harry had haar lange haar vastgepakt. Het zwarte haar glom nog steeds en het was zo dik en zacht dat hij het gevoel had een bundel touw vast te hebben. Hij trok zijn hand naar zich toe, zag haar hoofd omhoogkomen, keek langs haar smalle, sierlijke ruggengraat die zich als een slang onder die gloeiende, zwetende huid leek te kronkelen. Hij stootte opnieuw. Haar gekreun klonk als een geknor met een lage frequentie en kwam diep uit haar binnenste, een razend, gefrustreerd geluid. Sommige keren vreeën ze rustig, sloom als een slepende dans. Andere keren leek het wel of ze vochten. Zoals vanavond. Het leek of haar geilheid meer geilheid genereerde, als ze zo was, leek het of je een vuur probeerde te doven met benzine, het escaleerde, het werd ongecontroleerd en soms kon hij denken dat het verdomme niet goed kon eindigen.

Haar jurk lag op de grond naast het bed. Rood. Ze was zo verrukkelijk in rood dat het bijna een zonde was. Blote benen. Nee, ze had geen blote benen. Harry leunde op zijn hand, snoof haar geur op.

‘Niet stoppen,’ kreunde ze.

Opium. Rakel had hem verteld dat de bittere lucht het zweet van de schors van een Arabische boom was. Nee, niet het zweet, tranen, dat waren het. De tranen van een prinses die naar Arabië vluchtte vanwege een verboden liefde. Prinses Myrrha. Mirre. Haar leven eindigde in verdriet, maar Yves Saint Laurent betaalde in elk geval een vermogen voor een liter tranen.

‘Niet stoppen, grijp…’

Ze had zijn hand gepakt, drukte die tegen haar hals. Hij duwde voorzichtig. Voelde haar aders en de gespannen spieren in haar nek.

‘Harder. Har…’

Haar stem brak toen hij deed wat ze verlangde. Wist dat hij nu de zuurstoftoevoer naar haar hersenen had afgesloten. Dat was iets wat zij wilde, iets wat hij deed en spannend vond omdat hij wist dat zij erop kickte. Maar nu was er iets anders. De gedachte dat hij haar in zijn macht had. Dat hij met haar kon doen wat hij wilde. Hij staarde naar de jurk op de grond. De rode jurk. Hij voelde het in zich opbouwen, hij zou het tegen kunnen houden. Hij sloot zijn ogen en zag haar voor zich. Ze draaide zich langzaam om en ging op handen en knieën zitten, draaide haar hoofd naar hem om terwijl haar haren van kleur veranderden en hij zag wie ze was. De ogen waren weggedraaid en in haar nek zaten blauwe plekken die zichtbaar werden doordat de flits van de technisch rechercheur ze oplichtte.

Harry liet los en trok snel zijn hand naar zich toe. Maar Rakel kwam al. Ze verstijfde en schokte als een wild dier in de seconde voor het ter aarde stortte. Toen stierf ze. Zonk ineen tot haar voorhoofd de matras raakte en een gekwelde snik uit haar mond ontsnapte. Zo bleef ze liggen, knielend alsof ze in gebed was.

Harry trok zich terug. Ze jammerde, draaide zich om en keek hem verwijtend aan. Meestal wachtte hij met zich terugtrekken tot zij klaar was voor de scheiding.

Harry kuste haar snel in haar nek, gleed uit bed, viste zijn Paul Smith-onderbroek op die zij voor hem had gekocht op een vliegveld ergens tussen Oslo en Genève. Hij vond een pakje Camel in zijn Wrangler-broek, die over de stoel hing. Liep de kamer uit en de trap af naar de woonkamer. Hij ging in een stoel zitten en keek uit het raam waar de nacht op zijn donkerst was, maar niet zo donker dat hij de silhouetten van de Holmenkollås niet tegen de hemel kon zien. Hij stak een sigaret aan. Even later hoorde hij haar trippelende voeten achter zich. Voelde haar hand door zijn haar en over zijn nek gaan.

‘Is er iets?’

‘Nee.’

Ze ging op de armleuning zitten, duwde haar neus in het kuiltje van zijn hals. Haar huid was nog steeds warm en rook naar Rakel en vrijen. En naar de tranen van prinses Myrrha.

‘Opium,’ zei hij. ‘Wat een naam voor een parfum.’

‘Hou je er niet van?’

‘Jawel.’ Harry blies de rook naar het plafond. ‘Maar tamelijk… markant.’

Ze tilde haar hoofd op. ‘En dat zeg je nu pas?’

‘Ik heb er nog nooit over nagedacht. En nu eigenlijk ook niet. Voordat je het vroeg.’