Reading Online Novel

Politie(27)



‘Interessant. En jij hebt…?’

‘Een persoon gevonden die werd verhoord voor een verkrachtingszaak in Ålesund terwijl hij een straf uitzat voor aanranding en poging tot verkrachting van een minderjarig meisje in een hotel in Otta. Tijdens het verhoor is hij ook ondervraagd over de Maridalen-zaak, maar vervolgens is het verhoor gearchiveerd onder de verkrachting van Otta. Het interessante is dat die persoon ook is verhoord in verband met de Tryvann-zaak, maar dan op de gewone manier.’

‘En?’ Voor het eerst hoorde ze iets van betrokkenheid in Hagens stem.

‘Hij had voor alle drie de zaken een alibi,’ zei Katrine en ze hoorde haast hoe de lucht in de ballon die ze voor hem had opgeblazen weer ontsnapte.

‘Juist. Heb je nog meer leuke verhalen uit Bergen die ik volgens jou vandaag nog moet horen?’

‘Er is meer,’ zei Katrine.

‘Ik heb een vergadering om…’

‘Ik heb de alibi’s van die persoon gecheckt. Die is voor alle drie de zaken hetzelfde. Een getuige die bevestigt dat hij thuis was in de woongroep waarin ze beiden wonen. De getuige was een jongedame die op dat tijdstip als betrouwbaar werd gezien. Geen strafblad, geen relatie met de verdachte, behalve dan dat ze in dezelfde woongroep wonen. Maar als je haar naam in de loop van de tijd bekijkt, dan gebeuren er interessante dingen.’

‘Namelijk?’

‘Verduistering, drugsdeals en vervalsing van documenten. Als je de verhoren van haar bekijkt die later zijn afgenomen, dan is er één ding dat opvalt. Raad eens wat.’

‘Valse verklaring.’

‘Helaas worden dergelijke feiten zelden gebruikt om naar oude zaken te kijken. In elk geval is dat niet gebeurd in die grote, oude zaken als Maridalen en Tryvann.’

‘Maar verdomme, hoe heet die dame?’ De interesse was terug in zijn stem.

‘Irja Jacobsen.’

‘Heb je een adres?’

‘Ja. Je kunt haar zowel in het strafregister als in het bevolkingsregister vinden en in nog een paar andere registers…’

‘Maar verdomme, laten we haar nu ophalen voor verhoor!’

‘… zoals het register voor vermiste personen.’

Het bleef lang stil in Oslo. Katrine had zin om een eind te gaan wandelen, naar de vissersboten in Bryggen, en een zak kabeljauwkoppen te kopen, naar haar appartement te gaan aan de Møhlenpris en uitgebreid te koken en dan naar Breaking Bad te kijken terwijl het hopelijk weer was gaan regenen.

‘Oké,’ zei Hagen. ‘Maar je hebt ons in elk geval iets gegeven om mee verder te gaan. Hoe heet die kerel?’

‘Valentin Gjertsen.’

‘En waar is hij?’

‘Dat is het nu net,’ zei Katrine Bratt. Haar vingers gingen over de toetsen. ‘Ik kan hem niet vinden.’

‘Wordt hij ook vermist?’

‘Hij staat niet op de lijst van vermisten. En dat is vreemd, want hij lijkt wel van de aardbodem verdwenen. Geen adres bekend, geen geregistreerde telefoon, geen transacties met creditcards, zelfs geen geregistreerde bankrekening. Heeft bij de laatste verkiezingen niet gestemd, heeft het laatste jaar trein noch bus genomen.’

‘Heb je Google al geprobeerd?’

Katrine moest hard lachen tot ze begreep dat Hagen geen grapje maakte.

‘Relax,’ zei ze. ‘Ik zal hem wel vinden. Ik ga er thuis op mijn pc mee aan de gang.’

Ze hingen op. Katrine stond op en trok haar jas aan, ze wilde opschieten, het werd al bewolkt boven Askøy. Ze wilde haar pc uitzetten toen ze ineens iets bedacht. Iets wat Harry Hole een keer tegen haar had gezegd. Dat je vaak vergeet te zoeken op de meest voor de hand liggende plaats. Ze tikte snel in. Wachtte op de website.

Ze merkte dat hoofden verderop in de kantoortuin zich omdraaiden toen ze een paar vloeken uit Bergen liet horen. Maar ze nam niet de moeite om hen gerust te stellen dat ze niet in een psychose was geraakt. Harry had zoals gewoonlijk gelijk gehad.

Ze viste de telefoon op en drukte op de herhaaltoets. Gunnar nam bij het tweede belsignaal op.

‘Ik dacht dat je een vergadering had,’ zei Katrine.

‘Uitgesteld, ik ben bezig mensen op die Valentin Gjertsen te zetten.’

‘Niet meer nodig. Ik heb hem zojuist gevonden.’

‘O?’

‘Niet zo vreemd dat hij van de aardbodem is verdwenen. Omdat hij ook werkelijk van de aardbodem ís verdwenen.’

‘Je bedoelt dat…?’

‘Hij is dood, ja. Staat duidelijk in het bevolkingsregister. Het spijt me voor deze verwarring. Ik ga naar huis, mezelf troosten door kliekjes en kabeljauwkoppen te eten.’

Toen ze had opgehangen en opkeek, was het begonnen te regenen.



Anton Mittet keek op van zijn kopje koffie toen Gunnar Hagen de bijna lege kantine op de zesde etage binnen kwam vallen. Anton had een poosje naar het uitzicht gekeken. En nagedacht. Over hoe het had kunnen zijn. En hij besefte dat hij was opgehouden met fantaseren hoe het zou kunnen worden. Misschien was dat een teken dat hij oud werd. Je had de kaarten opgepakt en ze bekeken. Je kreeg geen nieuwe. Dus het was nu een kwestie van zo goed mogelijk spelen met de kaarten die je had. En dromen over de kaarten die je had kunnen krijgen.