Reading Online Novel

Politie(196)



Nadat ze Oleg hadden losgemaakt, hadden ze elkaar omhelsd in een soort groepsomhelzing. Een lange, zwijgende minuut hadden ze zo gestaan, elkaar omhelsd, aangeraakt om te voelen of de ander inderdaad heel was. Het leek of het geluid en de geur van het schot nog steeds tussen de muren hadden gehangen en of ze moesten wachten tot die waren verdwenen voor ze iets konden doen. Daarna had Harry gezegd dat ze aan de keukentafel moesten gaan zitten en hij had koffie ingeschonken, die nog steeds op het plaatje stond. En onwillekeurig had hij gedacht: als het Arnold Folkestad was gelukt om hen alle drie te vermoorden, zou hij dan het koffiezetapparaat hebben uitgedaan voor hij het huis verliet?

Hij was gaan zitten, had een slok uit zijn eigen beker genomen, een blik geworpen op het lijk dat in de voorkamer op de grond lag, een paar meter van hen vandaan. Daarna had hij hen aangekeken, hij had de vraag in Rakels ogen gezien. Waarom had hij de politie nog niet gebeld?

Harry had nog een slok genomen, geknikt naar de Odessa die op tafel lag en haar vervolgens aangekeken. Ze was een intelligente vrouw. Dus hij moest haar even de tijd gunnen. Dan zou ze snel tot dezelfde conclusie komen. Dat hij, op het moment dat hij de telefoon pakte, Oleg naar de gevangenis stuurde.

En Rakel had langzaam geknikt. Dat ze het begreep. Als de technisch rechercheurs zouden ontdekken dat het projectiel dat de forensisch arts uit het hoofd van Arnold Folkestad had gepulkt afkomstig was uit het Odessa-pistool, dan zouden ze het al snel linken aan de oude moord op Gusto Hanssen, waarvan het moordwapen nooit was gevonden. Er werd immers niet elke dag – of elk jaar – iemand gedood met een Makarov 9×18 mm-kogel. En wanneer ze ontdekten dat de kogel matchte met een wapen dat ze konden linken aan Oleg, zou hij weer worden gearresteerd. En deze keer zou hij worden aangeklaagd en veroordeeld op basis van onomstotelijk bewijs.

‘Jullie moeten doen wat jullie moeten doen,’ had Oleg gezegd. Hij had allang begrepen hoe de vork in de steel zat.

Harry had geknikt, maar zijn blik niet van Rakel afgewend. Er moest volledige overeenstemming zijn. Het moest hun gezamenlijke besluit zijn. Zoals nu.

De priester was klaar met de Bijbellezing, de aanwezigen gingen weer zitten en de priester kuchte. Harry had hem gevraagd de toespraak kort te houden. Hij zag de lippen van de priester bewegen, keek naar de rust in zijn gezicht en herinnerde zich dezelfde rust bij Rakel die avond. De rust nadat ze eerst haar ogen heel stevig dicht had geknepen en ze toen weer had geopend. Alsof ze er eerst zeker van wilde zijn dat het geen nachtmerrie was waaruit ze wakker kon worden. Toen had ze gezucht.

‘Wat kunnen we doen?’ had ze gevraagd.

‘Het bewijs laten verdwijnen,’ had Harry gezegd.

‘Verdwijnen?’

Harry had geknikt. Verdwijnen. Zoals Truls Berntsen deed. Het verschil met mollen als Berntsen was dat ze het voor geld deden. Dat was alles. Een groter verschil was er niet.

Toen waren ze aan het werk gegaan.

Hij had gedaan wat er moest worden gedaan. Ze hadden gedaan wat er moest worden gedaan. Oleg had Harry’s auto van de weg naar de garage gereden, terwijl Rakel het lijk in vuilniszakken had gepakt en met touw omwikkeld. Harry had een provisorische baar gemaakt van canvasdoek, touw en twee aluminium buizen. Nadat ze het lijk in de kofferbak hadden gestopt, was Harry met de sleutels van de Fiat naar de weg gelopen, waarna Harry en Oleg elk in een auto naar Maridalen waren gereden, terwijl Rakel aan de gang ging met het schoonmaken en verwijderen van sporen.

Het parkeerterrein was volkomen verlaten toen ze bij Grefsenkollen arriveerden. Het regende en het was stikdonker. Toch hadden ze de smalle paadjes genomen om er zeker van te zijn dat ze niemand tegenkwamen.

De regen had de paadjes glibberig gemaakt en het was moeilijk om de baar te dragen, maar aan de andere kant wist Harry dat de regen hun sporen wegspoelde. En hopelijk ook de sporen van de baar en het lijk, want anders zou men kunnen vaststellen dat er met het lijk was gesjouwd.

Het had een uur geduurd voor ze een geschikte plek vonden, een plek waar de mensen het lijk niet direct zagen liggen, maar die de politiehonden niet al te moeilijk konden bereiken. Dan was er waarschijnlijk wel zoveel tijd verstreken dat de technische sporen waren uitgewist of op zijn minst weinig duidelijkheid konden verschaffen. Maar het lijk moest ook niet zo moeilijk te vinden zijn dat de zoektocht de samenleving bakken met geld kostte. Harry had bijna om zichzelf moeten lachen toen hij zich realiseerde dat dat laatste ook echt een factor was in het nemen van het besluit. Dat hij hoe dan ook een product was van zijn opvoeding, ook hij, zo’n verrekt kuddedier van een sociaaldemocraat dat bijna fysiek leed als hij het licht had laten branden of plastic in de natuur had achtergelaten.

De priester was klaar met zijn toespraak en een meisje – een vriendin van Oleg – zong van de galerij. Dylans ‘Boots of Spanish Leather’. Een wens van Harry met de zegen van Rakel. De toespraak van de priester ging vooral om het belang van samenwerking in een huwelijk en minder om het aangezicht van God. Harry bedacht hoe ze Arnold uit de vuilniszakken hadden gehaald, hem in een houding hadden gelegd die logisch was voor een man die het bos in was gelopen en een kogel door zijn hoofd had gejaagd.