Politie(16)
Mijn god, wat dacht hij aan te treffen? Bloed en smerige zaken? Geesten?
Hij stak zijn hand naar binnen, vond de schakelaar en deed het licht aan.
Hij staarde de verlichte kamer in.
Op de ongeverfde wand, hangend aan een spijker, hing een meisje. Ze was bijna naakt, alleen een gele bikini bedekte de zogenaamd strategische delen van haar zongebruinde lichaam. Het was de maand december en de kalender was van vorig jaar. Op een erg stille avond, een paar weken geleden, had Stian zich zelfs voor die foto afgetrokken. Ze was sexy genoeg, maar wat hem vooral had opgewonden was het feit dat er meisjes langs het raam kwamen. Dat hij met zijn stijve pik in zijn hand zat terwijl er slechts vijftig centimeter tussen hem en hen zat. Vooral de meisjes die alleen plaatsnamen op de sleeplift. Die met een geoefende hand de stang tussen hun dijen duwden en hun benen tegen elkaar drukten. De lift die hun billen optilde. Die licht gebogen rug op het moment dat de veer, die bevestigd zat tussen de stang en de kabel, weer terugveerde en de meisjes van hem wegtrokken, uit het zicht over het lifttracé.
Stian stapte naar binnen. Er was zonder twijfel iemand binnen geweest. De plastic schakelaar waarmee ze de lift starten en stilzetten was afgebroken. Die lag in twee stukken op de grond, waardoor de metalen punt van de schakelaar uit het controlepaneel stak. Hij pakte de koude punt tussen zijn duim en wijsvinger en probeerde hem rond te draaien, maar zijn vingers gleden slechts weg. Hij liep naar de kleine stoppenkast in de hoek. Het metalen deurtje was dicht en de sleutel die normaal gesproken aan een touwtje aan de muur hing, was weg. Vreemd. Hij liep terug naar het controlepaneel. Probeerde het plastic van de schakelaar die de schijnwerpers en het licht bediende los te krijgen, maar hij begreep dat hij die alleen maar ook zou vernielen, dat het plastic zat vastgelijmd of -gekit. Hij had iets nodig wat hij rond de metalen punt kon klemmen, een tang of zoiets. Op het moment dat hij een la in de tafel voor het raam opentrok, kreeg Stian een vreemd gevoel. Hetzelfde gevoel dat hij had tijdens het skiën zonder dat hij iets zag. Hij kon voelen wat hij niet zag: dat er iemand buiten in het donker naar hem stond te kijken.
Hij keek op.
En keek in een gezicht dat hem met wijd opengesperde ogen aankeek.
Zijn eigen gezicht, zijn eigen verschrikte ogen in het dubbele spiegelbeeld van de ruit.
Stian haalde opgelucht adem. Verdomme, wat was hij bang.
Maar toen, terwijl zijn hart weer rustig sloeg en hij een blik wierp in de la, leek het of hij iets zag bewegen buiten, een gezicht dat losgerukt werd van het spiegelbeeld en snel naar rechts verdween, uit het zicht. Hij keek weer op. Nog steeds was daar zijn eigen spiegelbeeld. Maar hij zag dat nu niet dubbel. Of had hij dat wel gezien?
Hij had altijd al te veel fantasie gehad. Dat hadden Marius en Kjella tegen hem gezegd toen hij hun vertelde dat hij zo geil werd van het denken aan dat verkrachte meisje. Niet dat ze verkracht en vermoord was natuurlijk. Of, nou ja, die verkrachting was iets waaraan hij dacht, had hij verteld. Hij dacht aan dat mooie, tengere meisje. Dat ze hier binnen was geweest, naakt en met een pik in haar kutje… ja, die gedachte maakte hem geil. Marius had gezegd dat hij ziek was en Kjella, de idioot, had het natuurlijk verder verteld en toen het verhaal bij hem terugkwam, was het dat Stian graag bij de verkrachting aanwezig was geweest. En dat is dan je vriend, dacht Stian, en hij doorzocht de la. Liftkaarten, stempel en stempelkussen, pennen, tape, een schaar, een hakmes, een kwitantieblokje, schroeven, moeren. Verdomme! Hij ging verder met de volgende la. Geen tang, geen sleutels. Ineens bedacht hij dat hij gewoon de stang voor de noodknop moest pakken die ze naast het gebouwtje in de sneeuw zetten zodat degene die op de lift paste die direct kon pakken en ermee op de rode knop boven op de stang kon slaan als er iets gebeurde. En dat was nogal eens het geval: kinderen die de liftstang tegen hun hoofd kregen, beginners die achterovervielen maar zich toch vasthielden en door de sneeuw over het tracé werden getrokken. Of idioten die zich wilden bewijzen en die op hun knieën op de stang gingen zitten om naar beneden te kunnen pissen.
Hij doorzocht het gereedschap. De stang moest hij toch kunnen vinden, ongeveer een meter lang, van metaal en met aan één kant een punt zodat de stang makkelijk in vastgestampte en bevroren sneeuw kon worden gedrukt. Stian schoof verloren wanten, mutsen en skibrillen aan de kant. Volgende kast, brandblusapparatuur. Dweilemmer en dweilen. Eerstehulpspullen. Een zaklantaarn. Maar geen stang.
Ze konden hem natuurlijk vanavond bij de sluiting vergeten zijn binnen te zetten.
Hij pakte de lantaarn en ging naar buiten, liep rond het gebouw.
Ook geen stang te vinden. Verdomme, hadden ze die gestolen? En ze hadden de liftkaarten laten liggen? Stian dacht dat hij iets hoorde en draaide zich om naar de bosrand. Zwaaide het licht over de bomen.