Outside in(7)
Plotseling schalde er een mechanische stem door de ziekenboeg. Iedereen verstijfde toen de volgende woorden klonken: ‘Inwoners van Binnen, raak alsjeblieft niet in paniek.’
Beetje laat.
‘Alle systemen zijn operationeel,’ vervolgde de stem. ‘Blijf alsjeblieft op je post. Als je geen dienst hebt, blijf dan in je barak of appartement. Iedereen met medische kennis wordt verzocht zich te melden bij de ziekenboegen op niveau vier, drie en twee. Meer informatie volgt zodra deze beschikbaar is.’
We staarden elkaar even aan. Wie had daar gesproken? De computer, of een van de Commissieleden? Vóór de opstand hadden alleen de Trava’s aankondigingen gedaan. Maar zoiets als dit was nooit gebeurd toen de Trava’s nog aan de macht waren.
De mechanische stem was waarschijnlijk een geautomatiseerde veiligheidsvoorziening, net als de rode lichten. Na nog een minuut verbijsterde stilte ging iedereen weer aan het werk, en ik gaf mijn pogingen op om te volgen wat er allemaal aan de hand was.
Tijdens die chaotische uren werd stukje bij beetje duidelijk wat er was gebeurd. Uit half opgevangen gesprekken maakte ik op dat de energiecentrale de Grote Schok had veroorzaakt. De centrale omvatte Kwadraat C, op alle vier de niveaus. De zwaarst gewonden kwamen uit de Sectoren B, F en ook uit E. Die sectoren grensden allemaal aan Kwadraat C. En dat verklaarde meteen waarom de ziekenboeg – Sector B3 – zo overhoop was gegooid.
Op een gegeven moment ging het daglicht weer aan, en dat betekende dat we weer elektriciteit hadden. Uiteindelijk droogde de stroom patiënten langzaam op. Nu had ik tijd om een dienblad met glazen water te vullen en uit te delen. Ik was verdoofd door vermoeidheid, waardoor mijn emoties vlak waren en mijn reacties vertraagd.
Voor het eerst sinds het… ongeluk, onderscheidde ik gezichten. Daarvoor had ik me op de verwondingen geconcentreerd. Maar nu ging ik op zoek naar bekenden.
Ik was enerzijds opgelucht toen ik Riley niet onder de gewonden zag, maar anderzijds doodsbang dat zijn levenloze lichaam ergens in die hoop lijken lag op niveau één, klaar om aan de Hakmolen te worden gevoerd. Nog meer afschuwelijke scenario’s spookten door mijn vermoeide brein. Zijn lichaam was nog niet ontdekt. Hij vocht voor zijn leven in de ziekenboeg op niveau vier. Of misschien lag hij ergens beklemd onder een zware machine.
Ik wilde nog een glas pakken, maar mijn dienblad was leeg. Wazig staarde ik naar het ribbelpatroon in het metaal, proberend te bedenken wat ik moest doen, toen ik begon te wankelen. Sterke handen grepen me van achteren beet en leidden me naar mijn kamer. Alle troep was inmiddels van het bed gehaald, en de handen moedigden me aan om te gaan liggen.
Mijn zwakke protesten werden genegeerd. Niet langer in staat om weerstand te bieden stortte ik neer op de matras, en door het spleetje tussen mijn loodzware oogleden zag ik nog net dokter Lamont. Ze trok een deken over me heen. En het laatste wat ik me herinnerde was de zachte aanraking van haar lippen op mijn voorhoofd.
Ik werd wakker van bekende stemmen. Ze hadden ruzie. Ik probeerde genoeg energie op te brengen om geïnteresseerd te zijn, faalde en viel weer in slaap. Maar mijn brein wilde niet meewerken. Het maalde en zwoegde tot het de juiste herinneringen had opgediept en die aan me toonde in een serie beelden. De Grote Schok. De gewonden. Mensen in bedden. Overal bloed.
Ik kwam met een ruk overeind, sprong uit bed en rende de kamer uit. Mijn plotselinge verschijning verraste de twee mensen die vlak voor mijn deur stonden. Dat ik Lamont bijna omver liep, terwijl ik me in Rileys armen stortte, kon me niets schelen.
Hij kneep me bijna fijn terwijl ik me aan hem vastklampte.
Vragen stroomden uit mijn mond. ‘Is alles goed met je? Waar was je? Wat is er gebeurd?’
‘Ja, alles is goed. Ik heb dokter Sanchia geholpen. Logan –’
Ik trok me iets terug. ‘Is hij…’ Het woord bleef in mijn keel steken.
‘Hij redt het wel.’ Riley veegde mijn warrige slaapharen uit mijn ogen. ‘Hij ziet er beter uit dan jij.’ Zachtjes wreef hij met zijn duim over de snee in mijn voorhoofd. ‘Je hebt een paar hechtingen nodig. Zal ik het even doen?’
Ik bestudeerde zijn gezicht en besefte dat hij het half meende. ‘Heeft dokter Sanchia je wonden laten hechten?’
‘Hij had weinig keus. We werden overspoeld met gewonden.’ Riley veinsde luchtigheid en maakte een nonchalant gebaar met zijn hand. ‘Gewoon even aan de slag met naald en draad. Ik heb zo vaak scheuren in Schaapje gerepareerd, dus ik had genoeg ervaring.’ Humor schitterde in zijn blauwe ogen.
Als ik aan Schaapje en zijn moeder dacht, vormde mijn mond altijd vanzelf een lach. Die familie van speelgoedbeesten had een speciaal plekje in mijn hart. ‘Ik hoop dat Schaapje en Mama Schaap niet beschadigd zijn.’