Orsini broers 01(46)
‘Wat doen we hier, Raffaele?’ stribbelde Chiara tegen.
‘Ik zei toch dat we op zoek zouden gaan naar wat vrouwen in New York dragen?’ zei hij luchtig.
Ze zette haar hakken in het zand. ‘Dit is een vreselijk dure winkel.’
Hij schokschouderde. ‘Best mogelijk.’
Ze verstrakte. ‘Dat kan ik niet betalen. Ik heb nog geen gelegenheid gehad om mijn moeders juwelen te verkopen.’
Dacht ze nou echt dat hij haar haar sieraden zou laten verkopen? Ze was zijn vrouw. Dus betaalde hij haar kleren. ‘Daar hebben we het later nog wel over,’ zei hij, terwijl hij haar mee naar binnen nam.
Haar zachte ah’s en oh’s deden hem glimlachen toen de man in kostuum hen voorging langs uitgestalde zijden sjaaltjes en accessoires, langs eindeloze toonbanken met parfums en cosmetica, tot ze bij de liften kwamen. Ze stapten in de gereedstaande lift.
Tot Rafes opluchting stond er boven een verkoopster te wachten, een deskundige, een engel, of hoe je iemand ook maar noemde die niet liet merken dat haar nieuwe klant eruitzag alsof ze zo uit de straten van het oude Sicilië was geplukt.
‘Goedemorgen,’ zei de vrouw opgewekt, ‘ik ben Nella. Wat kan ik voor u doen?’
Hier maakte Rafe zijn eerste fout. Hij vroeg Chiara wat ze nodig had.
Haar kin kwam naar voren. ‘Niets.’
Hij knikte. ‘Dat is best een goed idee,’ zei hij met een onschuldige blik in zijn ogen, ‘maar laten we toch maar een paar truien nemen, spijkerbroeken, een jas, een paar jurken…’
‘Ik zei net dat ik niets hoef.’
‘Juist. Dat is misschien maar goed ook, want volgens mij hebben ze jouw maat hier niet.’
‘Raffaele. Heb je me niet…’ Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Wat zei je?’
‘Nee toch, Nella?’ Hij keek de verkoopster aan. ‘Heb je hier wel iets wat, eh… wat mijn vrouw past?’
Nella glimlachte. ‘Tja, Mr. Orsini, dat zou ik even moeten bekijken.’
Chiara snoof. ‘Ik heb een klein maatje,’ zei ze koel. ‘Een heel klein maatje. Ik ben geen bonenstaak, Signor Orsini, ook al zie je je vrouwen zo het liefst, maar ik kan je verzekeren dat –’
‘Wat je ook bent,’ zei Rafe, terwijl hij haar in zijn armen nam, ‘het is prachtig.’ Hij kuste haar. En nog eens.
Nella beet op haar lippen om niet te glimlachen en ging een paar kasjmieren truien uitzoeken.
In plaats van Nella weg te sturen, wat Rafe het liefst zou doen, gaf hij zijn vrouw een duwtje in haar richting en stapte hijzelf veilig buiten de vuurlinie.
Dit was een geheel nieuwe ervaring voor hem. Hij zat op een bankje te dat te klein en iel was voor een man als hij, en vroeg zich af waar hij in vredesnaam mee bezig was. Natuurlijk had hij vaker dingen voor vrouwen gekocht. Kettingen, armbanden, bloemen, parfum, bonbons… Of nee, om eerlijk te zijn had hij die dingen door zijn assistente laten kopen.
Dit was dus echt een nieuwe ervaring. Aanvankelijk vond hij het raar, min of meer als een potentaat te knikken steeds wanneer Chiara tevoorschijn kwam. Of eigenlijk dirigeerde Nella haar min of meer de kleedkamer uit. In het begin althans.
Naarmate de tijd vorderde en de ene kasjmieren trui na de andere voorbijkwam, gevolgd door spijkerbroeken, wollen broeken, zijden bloezen, en lange en korte jurken, scheen de onwil bij Chiara te verdwijnen. Ze zou het nooit toegeven, maar ze genoot van deze modeshow. Net als hij.
Alles stond haar spectaculair, en toen Nella er schoenen en laarsjes met hoge hakken aan toevoegde, begon hij bijna te kwijlen. De vraag kwam bij hem op waarom nog niemand een show had bedacht waarin mooie vrouwen voor hun geliefden paradeerden. Voor hun mannen. Wat hij niet was. Of niet lang meer.
‘… de laatste, Raffaele.’
Rafe knipperde met zijn ogen. Zijn vrouw stond voor hem. Haar haren zaten niet meer in die vreselijke knot, maar vielen als lange golven zijde over haar schouders. Ze droeg een kasjmieren granaatrode trui, een strakke spijkerbroek en zwarte leren laarsjes die er fantastisch uitzagen. Al met al bood ze een aanblik die alleen kon worden overtroffen als ze zonder die trui en spijkerbroek in die laarsjes zou staan.
Hij schraapte zijn keel. ‘Wat?’
‘Dit was de laatste, zei ik. Kies maar wat we moeten kopen.’
Hij wist dat er maar een keus was, maar hij wist wel beter dan dat te zeggen waar ze bij was. Dus stond hij op. ‘Dit staat mooi,’ zei hij zo nonchalant mogelijk.
Ze straalde. ‘Dat vind ik ook.’
Hij wendde zich tot Nella. ‘Ze houdt dit aan. Wil je er nog een jas bij uitzoeken, van leer, passend bij de laarsjes?’
Nella knikte en schoot weg.
Chiara wierp hem een enkele blik toe. Een waarschuwing.
‘Wat is er?’ vroeg hij onschuldig. ‘Het is hier koud in deze tijd van het jaar.’