Orsini broers 01(44)
Hoofdstuk 12
Bestonden er speciale gedragsregels voor een vrouw die ontwaakte in de armen van een man? Moest ze roerloos blijven liggen tot hij ook wakker was? Of moest ze zich uit zijn omhelzing laten glippen, haar kleren oprapen en op haar tenen de kamer uit sluipen? En als hij dan wakker werd?
Wat zeiden mensen tegen elkaar nadat ze de hele nacht met elkaar gevrijd hadden? Steeds weer, steeds anders en beter?
Hoe kon haar moeder er zo naast gezeten hebben? Er was geen sprake van pijn, onderwerping of vernedering. Alleen van pure vreugde, een adembenemende klim naar de hoogste top van de berg en dan een lange duizelingwekkende vlucht naar de sterren.
’s Nachts was ze wakker geworden door zijn kussen. Waarom was ze hier ooit zo bang voor geweest? Voor intimiteit, de streling van een sterke ruwe mannenhand? Voor die mannelijke opwinding? Bij het voelen van zijn erectie had ze naar adem gesnakt. Meteen had hij zich teruggetrokken.
‘Sorry, lieveling, je bent natuurlijk nog heel gevoelig.’
‘Ja,’ had ze gefluisterd, ‘omdat ik je wil. Ik wil je, Raffaele, ik wil je in me.’ Gegeneerd had ze haar gezicht tegen zijn schouder verborgen. ‘O, dat had ik niet moeten zeggen…’
‘Jawel,’ had hij gezegd, terwijl hij haar in de ogen keek, ‘ik wil heel graag horen dat je me wilt.’
‘Ik wil je,’ had ze herhaald. ‘Ik wil je, ik wil –’
Hun monden hadden zich verenigd, en een paar tellen later had hij diep in haar gezeten. Bij de herinnering daaraan glimlachte ze. Ze was nu wel wat gevoelig, ja, maar het vormde een heerlijke herinnering aan de afgelopen nacht, aan haar man…
Haar glimlach vervaagde. Haar tijdelijke man, meer niet. Hoe had ze dat kunnen vergeten? En ook dat haar man, hoe lief hij ook voor haar was, hetzelfde ‘beroep’ uitoefende als haar vader? Meteen glipte ze uit Raffaeles omarming. Als ze stil was, kon ze haar kleren oprapen en…
‘Hé.’
Met haar kleren stijf tegen zich aan en haar rug naar het bed toe, verstarde ze.
‘Hoe laat is het?’ vroeg Raffaele geeuwend. Aan de geluiden hoorde ze dat hij op de wekker keek. ‘Chiara, het is nog niet eens halfzeven.’ Zijn stem werd verleidelijk. ‘Kom weer bij me in bed.’
Met moeite verjoeg ze het beeld van dat prachtige mannenlijf uit haar geest. Ze was een dwaas geweest, vannacht, maar dat zou niet weer gebeuren. ‘Halfzeven is voor mij al laat. Thuis zou ik nu al koffiezetten.’
Hij grinnikte. ‘Dat hebben we al eens geprobeerd. Ik ben hier degene die koffiezet.’
‘Het doet er niet toe wie koffiezet. Wel dat je huishoudster zo kan komen.’
‘Ja, en?’
‘Ik wil niet dat ze ons hier zo vindt.’
Nog meer geluiden. Kwam hij uit bed? Alsjeblieft niet. Of anders moest hij zo snel mogelijk wat kleren aantrekken.
‘Geen probleem, schatje. Mrs. O’Hare komt vandaag niet, en bovendien komt ze nooit mijn slaapkamer in als de deur dicht is.’
‘O… Nee, natuurlijk mag ze je niet storen als je een vrouw mee naar huis hebt genomen…’
‘Is dát het probleem?’
‘Nee, hoor. Waarom zou het?’
Hij kwam achter haar staan en legde zijn handen lichtjes op haar schouders. ‘Wil je soms weten hoeveel vrouwen hier geweest zijn?’
‘Nee,’ zei ze weer.
Langzaam draaide hij haar om. Haar hartslag ging meteen sneller, want hij was naakt. Schitterend naakt, een en al spieren, met donkere haartjes op zijn harde borstkas en platte buik. ‘Ik wil niet tegen je liegen,’ zei hij bedaard. ‘Er zijn hier inderdaad vrouwen geweest.’
Waarom deed die bekentenis haar pijn? ‘Je bent me echt geen verklaring schuldig, Raffaele.’
‘Nee… Maar je moet weten dat ik nog nooit zo’n nacht heb beleefd als de afgelopen nacht, lieveling. En ik heb de volgende ochtend ook nog nooit gewenst dat de nacht nog lang niet voorbij was.’
Ze reageerde niet, wilde hem zelfs niet aankijken. Er was iets mis. ‘Chiara.’ Met zijn hand onder haar kin dwong Rafe haar hem aan te kijken. Ze was bezorgd. Hij trouwens ook. In hem was de afgelopen nacht iets veranderd. Dat had met hun liefdesspel te maken, maar er was meer, alleen kon hij er de vinger niet op leggen.
Wel wist Rafe dat hij gelukkig was. Ongelooflijk gelukkig. Weer noemde hij haar naam, en hij kuste haar. Eerst reageerde ze niet, maar toen zuchtte ze en kuste ze hem terug.
Hij glimlachte. ‘Goedemorgen, lieveling,’ zei hij zacht.
Haar glimlach was beverig. ‘Goedemorgen, Raffaele.’
Hij bekeek haar gezicht. Zoals gewoonlijk had ze zich niet opgemaakt, en het drong tot hem door dat hij zich niet kon herinneren dat hij ooit een vrouw zonder make-up had gezien, zelfs niet na een lange nacht in bed. Falco maakte er grapjes over; hij noemde het het vijf-uur-’s ochtends-gezicht, omdat het altijd vers beschilderd was tegen de tijd dat een man zijn ogen opsloeg. Vrouwen waren geprogrammeerd, aldus Falco, om vroeg wakker te worden om de oorlogskleuren van de nacht te vervangen door die van overdag.