Orsini broers 01(38)
Nee. Allemachtig, dat niet. Helemaal terug over de oceaan. Zo ver van hem vandaan…
Er botste iemand tegen hen aan. Rafe knipperde met zijn ogen, greep Chiara’s hand stevig vast en zette er flink de pas in.
La Grenouille heette het restaurant waar hij haar mee naartoe nam.
Chiara wist dat het ‘kikker’ betekende, maar het was haar een raadsel waarom het elegante restaurant naar zo’n onooglijk dier was genoemd. Wel begreep ze wat Raffaele niet zag, namelijk dat ze hier net zomin op haar plaats was als een kikker.
Iedereen keek naar haar. Zo leek het althans. De menu’s waren exclusief, net zoals het restaurant zelf, en de vrouwen waren modieus en hadden duidelijk veel tijd besteed bij de kapper en de schoonheidsspecialist.
Wat moesten ze wel niet van haar denken, met haar lelijke zwarte jurk, schoenen en jas? Maar het deed er niet toe. Het zat hier toch al vol.
Desondanks kregen ze een tafeltje. Meteen. In een nisje langs de wand. Intuïtief begreep ze dat dit een zeer gewild plekje was. Er kwamen obers, hulpkelners, menukaarten, wijnkaarten…
Ze vroeg Raffaele voor haar te bestellen. Het was fijn hem wijn voor haar te zien uitzoeken, en het eten, en om zijn glimlach te zien toen ze na een hap van haar zalm goedkeurend zuchtte.
Het was nog fijner om de vrouwen naar hem te zien kijken, met begerige blikken die omsloegen in ongeloof als ze hun aandacht op haar vestigden. Maar, dacht ze met haar kin in de lucht, ik ben bij deze man. Deze knappe man, die aardig en zorgzaam is.
Kwam het daardoor dat hij in het restaurant op zijn wenken bediend werd? Of kwam het doordat Raffaele hier net zo’n soort macht had als haar vader in haar eigen woonplaats? Opeens smaakte het eten haar niet meer.
‘Chiara?’
Ze keek op. Rafe zat haar bezorgd aan te kijken.
‘Lieveling, als je het eten niet lekker vindt…’
‘Nee, nee, het is lekker. Ik ben… Ik ben denk ik moe. Al dat lopen…’
Binnen een tel stond hij op, hielp haar opstaan en legde een stapel biljetten op tafel. De chef snelde toe om te vragen of alles wel in orde was.
Nee, dacht Chiara, alles was niet in orde. Ze was getrouwd met een man die stond voor alles wat ze verafschuwde… Alleen was ze niet echt met hem getrouwd en verafschuwde ze hem niet echt. Wat ze voor hem voelde, was… was… Ze huiverde.
Raffaele sloeg een arm om haar heen. ‘Ik zorg voor een taxi,’ zei hij zacht. ‘We gaan naar huis.’
Ze knikte. Het was alleen niet hun huis, maar dat van hem. Dit was tijdelijk. En dat was maar goed ook, toch?
Thuis aangekomen stond hij erop om zijn huisarts te bellen, maar Chiara hield hem tegen. Ze was nog steeds bleek, maar ze rilde niet meer zo.
‘Ik ben gewoon moe, Raffaele. Een nachtje goed slapen, dan gaat het weer prima.’
Ze ging naar haar kamer, en hij naar de zijne. Het was nog vroeg. Hij overwoog Falco te bellen, of Nicolo. Overwoog het nummer van een vrouw op te zoeken in zijn BlackBerry. Bijvoorbeeld de vrouw die hij had ontmoet op de avond nadat hij afscheid genomen had van Ingrid.
In plaats daarvan trok hij een trainingsbroek aan en zette hij de tv aan. Even keek hij naar een oude voetbalwedstrijd en daarna naar een nog oudere speelfilm. Hij zapte langs tig zenders die totaal niets te bieden hadden en gooide de afstandsbediening uiteindelijk vol afkeer aan de kant.
Wat een stom idee om met Chiara op stap te gaan. Ze was niet zijn gast, net zomin als ze zijn vrouw was. Hoe eerder hij morgenochtend Sayers’ partner van het advocatenkantoor belde, hoe beter. Eerst moest hij slapen.
Opnieuw kon hij de slaap niet vatten. Maar net voor het ochtend werd, kreeg hij een idee. Een echt goed idee.
Hij bezat een huis op Nantucket. Hij kon de beheerders vragen alles gereed te maken voor een gast, en Chiara met de helikopterdienst naar het eiland laten vliegen. Briljant, vond hij, terwijl hij zich aankleedde. Zij zou daar zijn en hij hier.
Even later klopte hij op haar deur. Daar was zijn vrouw weer, met weer zo’n lelijke jurk, zonder make-up en met losse haren die nog vochtig waren van het douchen.
‘Raffaele,’ zei ze bibberig, ‘het spijt me dat ik ons avondje uit heb bedorven.’
Met een kreun nam hij haar in zijn armen en kuste haar, en toen ze op haar tenen ging staan om hem terug te kussen, wist hij heel goed dat hij haar nergens naartoe zou sturen. ‘Schat, je hoeft tegen mij niet te zeggen dat het je spijt,’ zei hij bars.
‘Jawel. Ik… Ik dacht opeens dat dit allemaal niet klopte. Jij, ik, ons huwelijk…’ En jij, dacht Chiara erachteraan, maar dat zei ze niet. Ze wilde alleen aan Raffaele denken zoals hij voor haar was: een man bij wie ze zich veilig voelde en naar wie ze verlangde.
Ze ontbeten samen. Zij maakte het klaar. Bacon met eieren, toost. Zonder te denken aan de grapefruits die verkommerden in de koelkast, at hij alles op. Maar hij zette de koffie. Daar plaagde hij haar mee, tot ze lachend zei dat hij maar eens een espressoset moest kopen, dan zou ze hem laten zien hoe je echte koffiezette.