Reading Online Novel

Orsini broers 01(21)



Bij de bank liet hij Chiara zakken. Slecht idee. Ze probeerde langs hem weg te vluchten. Hij greep haar weer vast en kreeg haar met de nodige moeite terug op de bank.

Toen ging hij vierkant voor haar staan, zijn handen om haar onderarmen. ‘Luister,’ zei hij. ‘Ik doe je niets.’

Chiara ontblootte haar tanden. Een afgerichte rottweiler zou nog vriendelijker reageren dan zij. Gefrustreerd schudde Rafe zijn hoofd. Wat een puinhoop, en het was zijn eigen schuld. Hij had zijn bruid de stuipen op het lijf gejaagd.

Was de kus van die ochtend echt geweest? Of was het lokaas geweest? En al die beledigingen die ze hem toe had geslingerd dan, en haar aanname dat hij een schurk was en dat ze hem kon afkopen? Dat maakte haar toch wel een beetje medeschuldig aan deze situatie?

Ja, maar hem had niet boven het hoofd gehangen dat hij met de capo van haar vader moest trouwen. Als dat althans echt was geweest. Misschien was dat ook gespeeld, zodat twee bejaarde dons aan weerskanten van de Atlantische Oceaan hun zin zouden krijgen.

Goed, voorlopig zou hij aannemen dat zijn vrouw niet in het complot gezeten had – maar hoezo, zijn vrouw? Ze was slechts een tijdelijke hindernis op zijn pad. Misschien zou ze kalmeren zodra ze dat inzag.

Rafe haalde diep adem. ‘Luister,’ zei hij. ‘Het spijt me dat ik je bang maakte. Ik heb nog nooit… Ik bedoel, ik wist niet dat… Ik werd kwaad. En…’ En wat? Niets kon zijn gedrag goedpraten. Tijd voor de waarheid, dan maar. ‘Ik dacht dat je me beduvelde, de hele tijd. En –’

‘Ha!’

‘Ha?’

‘Waarom zou ik je beduvelen,’ bracht ze naar adem snakkend uit, ‘terwijl ik je naar de hel wens?’

Waarom wilde hij nu eigenlijk lachen? Dat kon niet, niet zonder deze wilde boskat nog nijdiger te maken. Hij schraapte zijn keel. ‘Ik dacht dat het een complot was, snap je, om mij zover te krijgen dat ik met je zou trouwen.’ Haar gezicht weerspiegelde ongeloof, maar hij had toch bereikt dat ze niet meer vocht, althans voor dit ogenblik. ‘Goed zo,’ zei hij omzichtig, ‘ik laat je nu los en dan sta ik op.’ Zijn blik zwierf naar beneden. Hij was bijna vergeten dat haar jurk in flarden hing, en dat haar schoolmeisjesondergoed te zien was.

En de kleine, maar desondanks ronde borsten, de smalle taille en de welving van de heupen…

Rafe dwong zich weer naar haar gezicht te kijken. Zijn stem was opeens schor. ‘Ik ga staan, en dan pak ik je koffer, zodat je andere kleren kunt aantrekken, goed?’

Chiara staarde hem nijdig aan. ‘Ik zat niet in een of ander complot,’ zei ze ijzig.

‘Wil je andere kleren, of niet?’

Ze dacht na, zag hij. En ze knikte.

‘Goed. Mooi zo.’ Langzaam liet hij haar los. Ze krabbelde achteruit. Ze zag er vreselijk uit. Niet alleen kwam dat door de kapotte jurk, maar haar gezicht was lijkbleek, en haar ogen waren groot en donker.

Dat kwam allemaal door hem. ‘Ben zo terug,’ zei hij kortaf.

Hij zag haar koffer nergens. Maar goed ook, want die zat vast vol met zwarte jurken, en die hoefde hij zijn hele leven niet meer te zien. Hij pakte zijn eigen reistas en ging terug naar de werkruimte… en bleef toen verstard staan.

Chiara zat nog precies waar hij haar had achtergelaten, met de kapotte jurk tegen haar borsten. Het enige verschil met daarnet was haar houding. Ze zat met gebogen hoofd, haar lokken om haar gezicht. De vechtlust was uit haar gevloeid, en ze zag er klein en kwetsbaar uit. Maar vooral zag ze er verslagen uit, net als in het huis van haar vader.

Het deed hem pijn haar zo te zien.

Ze trilde. Hij liet de reistas vallen en liep snel naar haar toe. Ze verkeerde op het randje van een shock, vermoedde hij. Eerst een flinke dosis adrenaline en dan niets meer, dan kreeg je dat.

‘Chiara,’ zei hij.

Ze keek op. Hij hoorde haar tanden klapperen. Met een binnensmondse verwensing knielde hij neer en nam hij haar in zijn armen.

Ze stribbelde tegen. Dat had hij verwacht, en bij haar eerste beweging trok hij haar nog dichter tegen zich aan. Hij fluisterde haar naam en streek met een grote hand teder over haar rug op en neer. Langzaam ontspande ze zich onder zijn handen.

‘Zo is het goed,’ zei hij zacht. Hij bleef haar strelen, tot ze op het laatst een beverige zucht slaakte en tegen hem aan leunde.

Rafe sloot zijn ogen. Haar gezicht verborg ze in zijn hals. Doordat ze haar lippen een beetje van elkaar had, kon hij haar zachte warme adem voelen. Haar handen lagen tegen zijn borstkas, met een handpalm bijna op zijn hart.

Wat was ze eigenlijk klein. Heel teer. Het deed hem denken aan die keer toen een zangvogeltje tegen zijn raam was gevlogen, op een winderige dag. Hij was naar buiten gegaan en had de vogel gevonden. Zo klein dat het bijna onmogelijk leek, had de vogel op de marmeren tegels van het terras van zijn penthouse gelegen, met glazige ogen en een hartje dat zo wild sloeg dat hij het onder de geveerde borstkas kon zien.