Reading Online Novel

Onvoorwaardelijk(59)



‘O, ja?’

‘Ja. Dokter Webb was moeders arts, maar dokter Taylor was een van zijn leerlingen voordat hij naar de universiteit ging.’

‘Dus het is een jonge man?’

‘Ik denk dat hij maar een jaar of vijf, zes ouder is dan ik.’

‘Reden te meer.’

‘Dokter Taylor heeft alleen maar respect voor me... Zelfs na alles wat hij over me te weten is gekomen. Kijk me niet zo aan. Ik bedoel alleen dat hij me behandelt als een dame, al bleek ik dat niet te zijn. Toch zie ik de wijsheid in wat u zegt... Denkt u dat ik nog welkom zou zijn bij uw oude tante als ik een baby meebracht die niet van mezelf is?’

‘O ja, dat weet ik zeker! Ze schreef meteen terug om me te verzekeren dat ze heel blij was dat jij en de baby kwamen en ik denk niet dat ze hierdoor van gedachten zal veranderen, als ik haar heb uitgelegd... ik weet dat je niet tegen haar zult willen liegen. Ik ook niet, maar misschien hoeven de dorpsbewoners niet te weten dat het kind niet van jou is.’

‘Ze kunnen beter denken dat ik een ongehuwde moeder ben dan een zoogster?’

‘Ja. Ik ben bang van wel. Je zou je ook kunnen uitgeven voor een jonge weduwe, maar zulk bedrog wil ik niet opperen. We zullen hopen dat de afstand tot Doddington en het eenzame leven van mijn tante alle bescherming biedt die je nodig hebt. Ik zal haar meteen schrijven om haar van de situatie op de hoogte te brengen.’

‘Dank u.’

‘Maar ik moet het je nog één keer vragen. Laat mij de directrice bellen. Zij kan een andere goede vrouw zoeken om dit kind te zogen en ik neem je in mijn eigen rijtuig mee naar Crawley.’

‘Tante, ik stel uw bezorgdheid op prijs. En het spijt me dat ik u moet teleurstellen. Maar ik kan dit kind evenmin opgeven als mijn eigen, als ik het over moest doen.’

‘Maar je hebt hem niet opgegeven. God heeft je die situatie uit handen genomen. Hij heeft iets anders in petto voor je toekomst. Hij weet wat het beste is.’

‘Ik voel Zijn nabijheid wel. Een kleine troost in dit... gebroken glas dat door mijn hart snijdt. Ik klamp me vast aan de hoop dat Hij erbij is. Dat Hij alles goed zal maken.’

‘Natuurlijk. Je zoon is op dit moment bij zijn liefhebbende Vader.’

‘Ja.’ Charlotte knikte en beet op haar lip. ‘Dat is hij.’

Nadat tante Tilney was vertrokken, ging Charlotte op zoek naar dokter Taylor en vond hem op de vondelingenafdeling. Samen liepen ze naar de overkant van de hal; buiten gehoorafstand van de andere minnen.

Charlotte begon zacht: ‘Het is niet gepast als ik bij u in huis woon zonder dat uw vrouw erbij is.’

Dokter Taylor boog zijn hoofd. ‘U hebt natuurlijk gelijk. Daar had ik niet aan gedacht. Mijn vader woont wel bij ons, maar toch... Ik begrijp het.’ Hij knikte gelaten.

‘Ik kan Anne meenemen naar Crawley,’ vervolgde Charlotte, in de wetenschap dat ze te gretig klonk, ‘en haar daar voeden zo lang als het nodig is. Mijn tante verzekert me dat we allebei welkom zijn.’

Daniels gezicht klaarde op. ‘Weet u, tot voor kort was het heel gebruikelijk dat kinderen voor een jaar of zo naar het platteland werden gestuurd. Men geloofde dat de kinderen baat hadden bij de frisse lucht uit de buurt van Londen, en sommige families houden nog vast aan deze gewoonte. Zou u echt bereid zijn haar mee te nemen? Om voor haar te zorgen?’

Charlotte knikte... ‘Tenzij u natuurlijk niet van haar kunt scheiden...’

‘Crawley is niet zo ver weg,’ zei hij. ‘Als ik Anne van tijd tot tijd kan bezoeken, vind ik het een uitstekend plan. Dom dat ik er niet aan heb gedacht.’ Hij tikte in gedachten met zijn duim tegen zijn lippen. ‘Zou u uw vertrek veertien dagen willen uitstellen? Dan hebben Anne en u tijd om op krachten te komen voor de reis. De wegen kunnen soms heel verraderlijk zijn.’

‘Dat is goed.’

‘U weet heel zeker dat u hiertoe bereid bent?’

‘Ja. Ik zal voor haar zorgen als voor mijn eigen kind. Tot uw vrouw hersteld is, natuurlijk.’

‘U weet niet wat dit voor me betekent, juffrouw Lamb. U krijgt een ruime vergoeding en ik blijf u eeuwig dankbaar.’

Charlotte glimlachte zwak. Als ik maar nog een afscheid kan verdragen...





17


Charlotte glimlachte zwak. Als ik maar nog een afscheid kan verdragen... De instellingsvondeling is bedacht om vulgaire vrijerijen in de hand te werken, schurken groot te brengen en hoeren te verbreiden, terwijl de kinderen van brave echtelieden hun leven lang blootstaan aan onderdrukking en gebrek.

Porcupinus Pelagious, The scandalizade, 1750

‘Juffrouw Lamb.’ Een week later hield dokter Taylor haar aan in de gang. ‘Mag ik vragen hoe het met Anne gaat?’

‘Het gaat goed. Ik kom net bij haar vandaan. Ze is verzadigd en ligt vredig te slapen.’