Reading Online Novel

Onvoorwaardelijk(48)



‘Een zoontje... heeft hij het je verteld?’

Charlotte knikte zwijgend.

‘Ik hield hem in mijn handen toen hij stierf...’ Er welde een snik omhoog in zijn keel en Daniel wendde zijn blik af van het pijnlijke tafereel. Toch moest Harris zich ineens herinnerd hebben dat hij daar stond. ‘Taylor. Geef ons een ogenblik, wil je?’

Daniel wilde niets liever dan de kamer uit vluchten, die gevuld was met de pijn van de een en straks overstroomde van de pijn van de ander. Maar hij was bang dat de oudere man Charlotte, die duidelijk gevoelig was voor zijn overredingskracht, onder druk zou zetten. En gezien haar fragiele emotionele toestand als nieuwe moeder... Nee, hij kon haar hierin niet alleen laten.

‘Ik blijf.’

Charlotte keek hem verbaasd aan. Ze deed haar mond open alsof ze iets tegen wilde werpen, maar deed hem weer dicht zonder iets te zeggen. Ze richtte haar blik weer op Charles Harris.

‘Katherine wordt krankzinnig van verdriet, dat kun je je voorstellen.’

‘Dat zou iedere vrouw worden.’

‘Ze weet het nog niet. De zuster heeft haar een verdoving gegeven terwijl Taylor hier probeerde het kind tot leven te wekken.’

Ze staarde hem verbijsterd aan. ‘Mijn deelneming in uw verlies.’

‘Dank je. Dat betekent veel voor me. Ik weet dat ik een immense fout heb gemaakt wat jou betreft. Dat je dit toch zegt... dank je.’

Ze trok rimpels in haar voorhoofd terwijl ze naar hem luisterde, in een vergeefse poging zijn gedachtelijn te volgen.

‘En jij, Charlotte? Hoe gaat het met jou?’

Het was duidelijk dat Harris de kwestie die op een armlengte van zijn neus lag, uit de weg ging. Hij wachtte waarschijnlijk tot Charlotte erover begon.

‘Heel goed. Iedereen hier is heel aardig voor me geweest en mijn zoon en ik blaken van gezondheid.’

‘Je zoon, ja. Taylor vertelde het.’

Ze keek met scherp opgetrokken wenkbrauwen naar Daniel op. ‘O, ja?’

‘Nou ja, ik vroeg hem naar je. Hoe het met je ging... en zo. De rest heeft hij zelf afgeleid.’

‘Zo.’

‘En je zoon. Hoe heb je hem genoemd?’

‘Dokter Taylor en ik waren dat onderwerp juist aan het bespreken. Ik heb besloten hem Edmund te noemen, naar mijn grootvader.’

‘Zo heette mijn vader ook.’

Ze wendde haar blik van de mannen af. ‘Ja,’ mompelde ze.

Charles Harris lachte door nieuwe tranen heen. ‘Wat een eer voor me.’

Charlottes blik dwaalde naar haar slapende zoon. ‘Dat was niet mijn bedoeling.’

‘Mag ik... hem zien?’ vroeg hij.

Ze keek Harris aan, kennelijk verward door zijn aandacht, maar ze gehoorzaamde en verplaatste het kleine bundeltje naar haar andere kant. Harris legde beide onderarmen op het bed om hem te ontvangen. In het lamplicht bestudeerde Harris het kleine gezichtje en de garnalenvingertjes, en hij werd overspoeld door een nieuwe golf van verdriet.

‘Hij is zo mooi... volmaakt...’ Hij sprak door zijn tranen heen. ‘Net als zijn moeder.’

Charlotte kreeg nu ook tranen in haar ogen om de verwondering die door zijn rauwe verdriet heen schemerde.

Ze glimlachte, zodat er een traan over elke wang rolde. Ze fluisterde: ‘Hij lijkt eigenlijk heel veel op u.’

Charles knikte, de tranen stroomden hem nu over de wangen.

Daniel voelde zich een indringer en had juist besloten het droevige paar aan zichzelf over te laten, toen Charles van tactiek veranderde.

‘Ik vraag me af... hoe jullie tweeën het moeten redden. Ik zou je helpen als ik kon, maar je weet dat ik op dit moment helemaal geen geld van mezelf heb. Misschien later, maar voorlopig... waar moet je van leven?’

‘Ik weet het niet precies, maar het lukt wel.’

‘Ja? Charlotte, vergeef me, maar ik moet het vragen. Je bent nog jong, je kunt nog trouwen en meer kinderen krijgen. Katherine is veel ouder, zoals je weet. De zwangerschap was heel moeilijk voor haar en ze heeft plechtig verklaard nooit meer een kind te baren, mocht er met dit kind iets gebeuren.’

Charlotte staarde hem aan. ‘Wat bedoelt u?’

‘Charlotte... denk erover na voordat je antwoord geeft.’

‘Waarop moet ik antwoord geven?’ Ze verhief haar stem.

‘Charlotte. Denk na. Je kunt teruggaan naar je oude leven. De maatschappij weer in gaan. Ik zou hem opvoeden als mijn eigen kind.’

‘Hij is uw eigen kind! En dat heeft u tot nu toe nooit verleid tot enig plichtsgevoel.’

‘Ik zal niet ontkennen dat ik je slecht behandeld heb. Maar ik zou heel goed zijn voor Edmund. Je weet dat ik een goede vader voor hem zou zijn. En Katherine... Je zou je nicht een gebroken hart besparen, haar voor de rand van de waanzin wegslepen.’

‘U bent degene die krankzinnig is. Denkt u dat ik u zomaar mijn kind zou geven? Hoe durft u het te vragen? Hij is mijn zoon!’