Reading Online Novel

Onbewaakt ogenblik(196)



                 De vrouw ging weg en Michelle bleef naar het scherm zitten turen. Toen ze in de gaten kreeg dat er meer dan een miljoen namen op de lijst stonden, verscheen er een ontmoedigde uitdrukking op haar gezicht. Zijn er meer dan een miljoen advocaten in de Verenigde Staten? Geen wonder dat alles zo slecht gaat.

                 Ze wist niet goed waar ze moest beginnen, maar terwijl ze wat naar de homepage zat te turen zag ze een menuknop met een opschrift waardoor ze rechtop ging zitten. Het opschrift luidde recente zoekopdrachten en toen ze erop klikte, verscheen er een keuzelijst met de laatste paar documenten die de vorige gebruiker op deze locatie had ingezien.

                 Ze klikte op het eerste item van de lijst. Toen ze de naam van de betreffende advocaat zag staan, sprong ze op en terwijl een groot aantal toekomstige advocaten verwonderd opkeek, rende ze zo hard als ze maar kon de bibliotheek uit.

                 Nog voordat ze de auto had bereikt, was ze al aan het bellen. Haar geest was nu zo koortsachtig bezig om de lege plekken in te vullen, dat degene die ze had gebeld, al drie keer hallo had gezegd voordat het tot haar doordrong dat ze verbinding had.

                 ‘Parks!’ brulde ze in de telefoon. ‘Met Michelle Maxwell. Ik denk dat ik weet waar Sean zit en ik weet nu ook wie hierachter zit.’

                 ‘Hé, rustig aan. Waar heb je het over?’

                 ‘Kom zo snel mogelijk naar Greenberry’s Coffeeshop in het Barracks Road Shopping Center. En roep zo veel mogelijk gewapende manschappen op. We moeten nu snel zijn.’

                 ‘In het Barracks Road Shopping Center? Lig jij dan niet in het ziekenhuis?’

                 Zonder antwoord te geven verbrak ze de verbinding.

                 En terwijl ze hard wegreed, hoopte ze van ganser harte dat ze niet te laat zouden komen.

                 Parks stond haar op te wachten voor Greenberry’s. Hij was alleen en hij zag eruit alsof hij helemaal niet gelukkig was met deze situatie.

                 ‘Waarom lig jij verdomme niet in het ziekenhuis?’

                 ‘Waar zijn je manschappen?’ vroeg ze.

                 De marshal had zo te zien echt een rotbui. ‘Wat? Je denkt toch niet dat de US Marshal’s Service rustig rond het kampvuur zit te wachten tot jij op je trompetje blaast? Je belt me op, gilt me wat in mijn oor waar ik helemaal niets wijzer van word en verwacht dan van me dat ik kom opdagen met een heel leger, zonder dat ik zelfs maar weet waar we dan zo nodig naartoe moeten! Ik werk voor de federale overheid, dame, net als jij, en die beschikt niet over onbeperkte mankracht. Ik ben James Bond niet!’

                 ‘Oké, oké, het spijt me. Ik was gewoon opgewonden. En we hebben niet veel tijd.’

                 ‘Ik wil dat je even diep inademt, je gedachten ordent en me dan vertelt wat er aan de hand is. En als blijkt dat je werkelijk doorhebt wat hier allemaal speelt en dat we echt al die manschappen nodig hebben, dan trommel ik die wel op. Ik hoef alleen maar even te bellen.’ Hij keek haar aan met een blik waarin hoop en scepsis met elkaar om voorrang streden.

                 Ze ademde diep in en dwong zichzelf tot kalmte. ‘Sean is naar de universiteitsbibliotheek gegaan en heeft daar informatie opgevraagd over een advocaat van wie ik vermoed dat hij Arnold Ramsey heeft verdedigd toen die in de jaren zeventig was opgepakt op verdenking van moord.’

                 ‘Is Ramsey destijds opgepakt? Hoe weet je dat nou weer?’

                 ‘Daar zijn Sean en ik toevallig achter gekomen.’