Reading Online Novel

Nanny Slaat Terug(4)



‘Meervoud?’ vraag ik. Ik zie hem als door een waas in het stoffige licht staan.

‘Een baby. Ik wil een baby. Van jou. Nu.’ Hij loopt naar me toe en pakt vurig mijn beide handen. Het Star Wars-poppetje drukt pijnlijk in onze handpalmen.

‘Ik…’ Ik bevrijd me uit zijn greep. Han Solo duikelt op de vloer en ik word weer overspoeld door de weerzin van toen ik hier nog werkte. ‘Ik… Het zou ons hele leven op zijn kop zetten, we zouden de volle verantwoordelijkheid hebben voor het leven van een ander, zijn geluk, dag en nacht, net zo lang tot we dood zijn. We hebben het niet over een impulsaankoop om nostalgische redenen.’

‘Oké.’ Hij raapt het poppetje van de vloer. ‘Ik geef het aan jou omdat we hier zijn. Het is jouw snoepje van de week.’

‘Dank je wel.’ Ik bijt op mijn onderlip.

‘Nan, doe nou niet alsof we het er nooit eerder over hebben gehad.’

‘Ja, maar niet zo direct. Ik weet niet of ik eraan toe ben.’

‘Hoe kun je dat nou zeggen? Je was een fantastische nanny!’

‘Dat maakt me nog geen fantastische moeder! Dat is iets heel anders.’ Ik maai met mijn armen en mijn tas zakt naar mijn pols. ‘Totaal anders.’

‘Hallo!’ galmt de zangerige stem van de makelaar door de hal, begeleid door sleutelgerinkel. ‘Mr. Hutchinson, u kunt beter opschieten, de kopers kunnen elk moment komen. Hebben de onderhuurders alles tiptop achtergelaten?’

Kort nadat de inspectie is afgerond, staan we achter in de stalen lift van het notariskantoor, als haringen in een ton, want het is lunchpauze. Ryan pakt mijn hand en het lukt me hem een geruststellend kneepje terug te geven. De lift komt op de zesendertigste verdieping tot stilstand en we wurmen ons door de opgestoken armen met afgehaalde etenswaren de gang in. Mijn hakken zakken weg in de dikke groene vloerbedekking en ik pak Ryans arm. We slaan links af en komen in de gedempte ontvangstruimte. Ik probeer het gezicht op te zetten van een geestelijk gezonde, elegante echtgenote, zo eentje die haar man om de haverklap vergezelt naar dit soort kantoren om stapels belangrijke documenten te tekenen, niet zo eentje die de onbedwingbare neiging heeft onder haar rok te reiken, haar voortplantingsorganen er met blote handen uit te rukken en ze tegen de mahoniehouten lambrisering te smijten.

‘Ryan!’ Een gezette raadsheer op leeftijd haast zich door de aangrenzende dubbele deur, zijn ene mollige hand uitgestoken voor een handdruk, de andere voor een klopje. ‘Wat een uitstekend begin van de week! Hoe is het met je? En met je vader?’ roept hij uit op een manier die doet vermoeden dat hij altijd een sigaar in zijn mondhoek klemt. ‘Jammer dat ze niet zelf konden overkomen om dit af te handelen. Man, ze verkopen precies op het goede moment. De zeepbel schijnt op knappen te staan.’

‘Tja.’ Ryan maakt zijn hand los. ‘Ik vind het heel jammer dat ze het moeten verkopen, maar mijn vader wil een vestiging in Seoul openen en beginkapitaal is beginkapitaal.’

‘Wie het zich kan veroorloven zich nu op de Aziatische markt te wagen, kan zich geen buil vallen. Dus we hebben alle volmachten – een mooi moment om iets te verduisteren, hè?’ Hij grinnikt en leunt samenzweerderig over naar Ryan. ‘Zullen we iets verduisteren?’

‘Gordon, dit is mijn vrouw, Nan.’ Ik steek mijn vingers uit om hem erin te laten knijpen.

‘Je bent een schoonheid! Ryan senior heeft je tekortgedaan.’ Ook ik krijg een schouderklopje. ‘Jammer dat we niet naar jullie bruiloft konden komen. God, dat moet nu al, hoelang…’

‘In juni zes jaar geleden,’ zeg ik.

‘O, ja, dat is ook zo, het was in het weekend dat Max afstudeerde aan Stanford. En, hebben jullie al kleine Hutchinsons gemaakt? Je vader zal wel snakken naar een kleine Ryan de Vierde.’

Ryan en ik kijken elkaar met zoveel echtelijke dreiging aan dat er zuurstofmaskers uit het plafond zouden moeten vallen. ‘Nog niet,’ zeg ik met mijn geestelijk gezonde glimlach van een elegante echtgenote.

‘Nou, wacht niet te lang. Ik raad al mijn cliënten tegenwoordig aan een ivf-clausule in hun huwelijkse voorwaarden te laten opnemen.’

‘Pardon?’

‘Ivf-clausule. Als de vrouw een ton, anderhalve ton vergooit aan behandelingen zonder resultaat, kun je het bedrag bij echtscheiding van de schikking aftrekken.’

‘O,’ zeg ik terwijl ik probeer mijn oogleden te ontspannen. ‘Leuk. Zullen we maar beginnen?’ Ik loop door een gang met een laag plafond en wanden die zijn behangen met gesigneerde John Grisham-posters, terwijl de mannen, die voor me uit lopen, bespreken wanneer Gordon en mijn schoonvader voor het laatst een balletje hebben geslagen. Was het in Hongkong? Was Hongkong toen nog in Britse handen? Hahaha, lach ik mee om een racistische mop over een Aziatische vrouw en een golfbal die ik gelukkig niet goed heb gevolgd.