Reading Online Novel

Nachtvlucht(52)



Ze wreef haar handen over elkaar om ze warm te maken en sloeg het laken terug. Het meisje was naakt, bedekt met bloed en andere smurrie. De donkere haartjes zaten vastgeplakt op haar schedel. De navelstreng was afgeknipt en er was een soort provisorische knoop in gelegd. Er kleefde poep aan de kleine billetjes, die me nog het meest deden denken aan uitgedroogde theezakjes. Vakkundig onderwierp Annet het meisje aan een onderzoek. Ze beklopte en bevoelde het lijfje.

‘Tien vingertjes, tien teentjes,’ zei de arts. Uit haar tas diepte ze een stethoscoop op en luisterde naar het hartje en de longen. De baby protesteerde luidkeels. ‘Goede longen,’ lachte Judy.

De moeder van het meisje was enigszins voorbereid geweest, bedacht ik. Ze had lakens meegenomen en een schaar of iets dergelijks om de navelstreng door te knippen. Misschien handdoeken, om het bloeden te stelpen. Ik zag haar voor me, terwijl ze alleen haar kind op de wereld zette. Ze moest doodsbang geweest zijn. Zonder hulp had ze de weeën opgevangen, de ene na de andere, steeds heftiger. Ze had de pijn verbeten, niet kunnen schreeuwen, uit angst ontdekt te worden. Het geheim dat ze al maanden onder haar hart droeg, moest bewaard blijven. Ik vroeg me af in welke omstandigheden ze verkeerde dat ze haar zwangerschap verborgen had moeten houden. Er waren zat tienermeisjes die zwegen uit angst voor de reactie van hun ouders. Misschien was ze opgelucht nu ze het kind kwijt was. Misschien hoopte ze dat haar leven weer teruggebracht zou worden tot normale puberproporties. Op stap met vriendinnen, je druk maken om een proefwerk, geld sparen voor dat nieuwe rokje dat je beslist moet hebben, en misselijk zijn van te veel drank in plaats van hormonen.

Annet was klaar met het onderzoek.

‘Mag ik haar aankleden?’ vroeg Judy. ‘Ze kan niet in dat vieze laken blijven liggen.’

‘Moet ze niet eerst worden schoongemaakt?’ informeerde Alex.

‘Ze kan in het ziekenhuis wel in bad, na een gedegen onderzoek. Hier, wrijf haar maar schoon met deze handdoek.’ Annet gaf hem een handdoek aan.

Terwijl Judy het meisje zo goed en kwaad als het ging ontdeed van alle smurrie, haar een luier en een rompertje aantrok dat veel te groot voor haar was, zette de arts haar bevindingen uiteen aan Alex.

‘Ik schat dat ze nog maar enkele uren oud is. Ze is een klein beetje onderkoeld. Ik stel voor dat we haar zo snel mogelijk naar het ziekenhuis in de stad brengen om haar weer op temperatuur te krijgen. Daar kunnen ze ook wat aan die navelstreng doen.’

‘Kunnen we haar alvast een flesje geven, terwijl we op de ambulance wachten?’ vroeg Judy bezorgd en ze ging alvast staan.

Annet knikte opnieuw. ‘Een klein beetje. Twintig cc is al meer dan genoeg.’

Judy pakte de melkpoeder en de fles en vroeg mij het meisje verder aan te kleden.

‘Doe voor de zekerheid maar ietsje meer – dertig,’ voegde Annet eraan toe. ‘Ze is wat klein, en licht. Ik schat dat ze een paar weken te vroeg is geboren, drie tot vier misschien. En wel eerst de fles uitkoken.’

Alhoewel ik met mijn neefjes en nichtjes op de nodige ervaring kon bogen, was het alweer een tijdje geleden dat ik zo’n klein mensje in mijn handen had gehad. Terwijl ik het meisje een truitje aandeed, knakte het hoofdje onhandig achterover. Een broekje en sokken maakte het geheel compleet. Ten slotte wikkelde ik haar in een dikke omslagdoek. Ik gaf het besmeurde laken aan Alex, die het van alle kanten bekeek. Het was een gewoon wit exemplaar.

‘Zo eentje dat je in zowat elk huis aantreft. Niet bepaald een spoor waar we iets mee kunnen,’ was zijn teleurgestelde commentaar. De dominee kwam binnen met een dienblad, dat hij op tafel zette. Achter hem hield Bernadette een thermoskan in haar handen.

‘Hebt u de baby gevonden?’ vroeg ik.

Ik gaf het meisje aan Judy, die in recordtempo een flesje had klaargemaakt.

‘Ik was er vandaag vroeg bij. We krijgen het druk, er zijn drie stellen die willen trouwen, op 9 september 2009 .’ Verschrikt keek hij op, alsof hij nu pas iets leek te beseffen. Vragend wendde hij zich tot Alex: ‘Kunnen de diensten gewoon doorgaan?’

‘We zullen de kerk eerst moeten doorzoeken. Ik zal er haast mee maken,’ beloofde hij.

‘Is ze ook ín de kerk bevallen of heeft ze hier alleen het kind achtergelaten?’ vroeg ik.

‘Ik heb niets gezien wat daarop wijst, maar ik heb ook nog geen tijd gehad om goed rond te kijken,’ vertelde Alex.

‘Waar in de kerk is ze gevonden?’

‘Achter de preekstoel. Ik liep ernaartoe om mijn papieren neer te leggen en plotseling hoorde ik gehuil,’ zei de dominee.

‘Volgens de arts is het meisje nog maar enkele uren oud. Dat betekent dat de moeder hier vannacht moet zijn geweest,’ zei Alex.

‘De kerk is altijd open,’ haastte de dominee zich te zeggen. ‘Officieel mag het niet, maar ik vind dat het huis van God een plek is waar je altijd terecht moet kunnen.’